Duitse kliniek helpt ‘onbehandelbare’ kankerpatiënt
Vijf van de veertien bedden op de afdeling oncologie van de Helioskliniek in het Duitse Hüls worden steevast bezet door Nederlanders. Ze behoren tot de vele honderden patiënten uit ons land die jaarlijks hun medische toevlucht zoeken bij de oosterburen.
Wachtlijsten kennen ze daar niet, verpleegkundigen én artsen worden geroemd om hun betrokkenheid, voor vertaling wordt gezorgd en er kan veel meer dan in eigen land. In Hüls zijn ook nog eens complementaire behandelingen mogelijk. Daar gebeuren wonderen, zeggen patiënten.
In juni vorig jaar bleven er stukjes eten in zijn slokdarm steken. Martin Lanting (65) voelde zich zo gezond als een vis maar op advies van zijn vrouw bezocht hij toch maar de huisarts. Die verwees hem meteen door naar het ziekenhuis in het naburige Groningen. De diagnose was verpletterend. Slokdarmkanker met inoperabele uitzaaiingen. De oncoloog zei niets meer voor hem te kunnen doen. Na een tijdje verwachtte de arts Martin terug met klachten en dan kon hij hem nog een laatste chemokuur geven. Met een beetje geluk zou de patiënt de Kerst halen en daarna nog een paar maanden te leven hebben. „Geniet er zo veel mogelijk van”, raadde de oncoloog hem aan.
Maar wat viel er nog te genieten? Verdoofd reden hij en zijn vrouw Diny naar huis. Met ingevallen wangen zat Martin thuis op de bank. Een second opinion bij het AMC deed de zaak ook al geen goed. De diagnose in Amsterdam was gelijkluidend aan die in Groningen.
Computer
Toch weigerde hij zich bij de prognose van de artsen neer te leggen. Op Martins verzoek zette zijn zoon, die juist in die periode zonder werk zat, zich achter de computer op zoek naar alternatieven. Die kwam na lang zoeken een verhaal tegen van een vrouw met een uitgezaaide tumor die in Nederland geen perspectief meer had en in Duitsland toch nog geholpen kon worden.
Binnen de kortste keren had Martin een afspraak gemaakt en kon hij terecht in de Helioskliniek in Hüls, 30 kilometer over de grens bij Venlo. Het betrof een regulier ziekenhuis dat werkte met aanvullende therapieën.
In tegenstelling tot de Nederlandse oncologen vond chef-arts Sabine Helmer van de Helioskliniek de Groningse patiënt helemaal geen hopeloos geval. Ze stelde chemokuren voor, aangevuld met hyperthermie. Daarbij wordt de tumor opgewarmd, een behandeling die in Nederland nauwelijks wordt toegepast.
Martin kreeg op 5 oktober vorig jaar de uitslag te horen. „Misschien wel de spannendste dag uit mijn leven.” En warempel, de uitzaaiingen bleken als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen.
Nu kon hij worden geopereerd. Dat mocht ook in Nederland maar daar kon hij pas in januari terecht en dat leek hem spelen met vuur. In een kliniek van Helios in het naburige Krefeld ging hij in november onder het mes. De operatie verliep uitstekend en het herstel kon beginnen.
Als complicatie diende zich echter een longontsteking aan waarna zijn ademhaling niet meer op gang wilde komen. Tien weken lang moest hij kunstmatig worden beademd en in een licht coma worden gehouden. Een logopediste die in coma’s is gespecialiseerd, zorgde ervoor dat hij weer zelfstandig kon gaan ademen. Het was inmiddels 2012. Vrij snel daarna volgde een eerste scan, in augustus zijn tweede. Sabine Helmer straalde toen ze hem de uitslag meedeelde. „Es wird wieder Weihnachten für Sie.”
En inderdaad, het is voor Martin weer Kerst geworden. Begin deze maand ging hij voor de derde keer door de scan en ook die uitslag was prima, net als die van het slokdarmonderzoek. „Er is een wonder gebeurd”, glimlacht hij.
De bemiddeling voor Hüls verliep via het Zorgkantoor Duitsland in Venlo. Dat bureau is opgezet door een groot aantal Nederlandse zorgverzekeraars die deze service vooral aanbieden vanwege de wachtlijsten in ons land. „Laat ik een halfjaar voordat ik ziek werd, toch van verzekeraar zijn veranderd”, zegt Martin Lanting. „Die bleek bij het zorgloket te zijn aangesloten.”
Het echtpaar komt woorden tekort om de toewijding van de Duitse verpleegkundigen en artsen te roemen. „Heel warm en heel betrokken”, zeggen ze. Ook kreeg hij vrijwel meteen de uitslagen van onderzoeken te horen. Martin: „Hier in Nederland moet je een week wachten. Je wilt niet weten hoeveel spanning dat geeft.”
In Hüls werken de artsen met supplementen zoals injecties met vitamine C, kurkumapreparaten, selenium en enzymen. „Wetenschappelijk is bewezen dat ze de weerstand verhogen”, licht de chef-arts toe. Ze vindt het vreemd dat deze middelen niet op grote schaal worden toegepast.
Patiënten kunnen ook op verzoek een eigen complementaire therapie volgen zolang die maar niet schadelijk is. Verder heeft het ziekenhuis sociaalpsychologische medewerkers in dienst die met name kankerpatiënten begeleiden.
Maag
Op de hyperthermieafdeling in Hüls ligt een 53-jarige patiënt uit Flevoland. Een uur lang wordt zijn buik opgewarmd. Net als Martin Lanting was hij in Nederland uitbehandeld. Een ACM-arts die zijn buik openmaakte, had slecht nieuws. De tumor in zijn maag was te groot om te opereren.
Na een zoektocht op internet kwam hij in Hüls terecht. Na vijf chemo’s bleek zijn tumor te zijn gehalveerd. Zijn behandeling loopt nog. Volgens de Nederlandse artsen zou hij afgelopen voorjaar de laatste adem uitblazen. „Maar je ziet, ik ben er nog”, lacht hij droog.
Chef-arts Sabine Helmer van Helios vindt de prognoses die Nederlandse artsen uitspreken niet verstandig. „Het gaat vaak om statistische verwachtingen, maar patiënten ervaren die als een doodvonnis. Dat kan hun alle moed ontnemen. Het is juist zaak de wil om verder te leven, te stimuleren.”