Oude bekenden in beeldig Brugge
Brugge is afgelopen jaar uitgeroepen tot de meest leefbare stad van België. Het is er goed en veilig wonen. En dat terwijl de stad jaarlijks 2 miljoen toeristen verstouwt. In het historische straatbeeld verdringen zij zich voor koperen figuranten uit een tijdperk dat ooit het onze was. Jan van Eyck, Simon Stevin en Guido Gezelle zijn bakens in deze Belgische stad.
Welke stad is tegelijk zo levendig eigentijds en toch zo historisch monumentaal bewaard gebleven? In drommen verlaten buitenlanders hun bus, op weg naar Brugges bekoringen in de binnenstad. Bij vijf verschillende steigers verdringen ze zich om een tochtje te maken door de stadsgrachten, in afwachting van anderhalf uur informatie vanuit de luidsprekers in de bootjes. Er zijn in Brugge bij het Bureau Toerisme wel veertig verschillende georganiseerde thematische wandelingen, rondleidingen en bezoeken aan bezienswaardigheden te regelen. Maar ook zonder zie je zat.
Vlak voor de schilder Jan van Eyck maken bomvolle bootjes rechtsomkeert, zijn forse standbeeld op de kop van de Spiegelrei belet ze de doorgang. Reien: zo heten de grachten die Brugge in combinatie met een middeleeuwse uitstraling tot het ”Venetië van het noorden” maken. Brugges beelden bepalen de Nederlander bij het gemeenschappelijk erfgoed met onze zuiderburen. Het grote standbeeld van Jan van Eyck herinnert aan de tijd dat de Lage Landen nog één waren. De werken van de in 1422 in Brugge overleden oude meester –hij was zijn tijd met landschappen en portretten ver vooruit– hangen tot in New York. Jammer dat zijn topstuk ”Het Lam Gods” in Gent is te zien, en niet in Brugge.
Ook in België zelf is Brugge populair: Vlamingen en vreemden flaneren zo gezamenlijk door het rijke roomse leven. De Heilige Bloedkapel uit de 12e eeuw is het oudste gebouw van de stad. Hier wordt –zo wil de rooms-katholieke overlevering de Bruggenaren doen geloven– een beetje „heilig bloed” van Christus bewaard. Elk jaar op Hemelvaartsdag gaat het relikwie in processie door de stad.
Stad van Gezelle
De veelheid aan kerken, kapellen, conventen, gewelven en schilderingen is overweldigend. Daarnaast zijn er talrijke stadspoorten en ‘gewone’ straten waar monumentale huizen van rijke kooplieden, patriciërs en andere notabelen zich aaneengesloten hebben verweerd tegen vernieuwingsdrang en slopershamer.
Hoever is de dichter Guido Gezelle (1830-1899) weggezakt in het collectieve literaire geheugen? Het standbeeld aan het Guido Gezelleplein, maar ook zijn geboortehuis aan de Rolweg herinneren aan zijn prachtige oeuvre met zijn meesterlijke gedicht ”Het schrijverke”. Of het ”Troostliedeke”, voor wie een kindje verloor:
God gaf het ons, God nam het ons,
Gods name zij geprezen!
’t Was wel bij ons, ’t ging weg van ons,
’t Was beter in den hemel.
Daar blijft het ons, daar wacht het ons,
Daar zien wij ’t eenmaal weder.
Vlaamse stoverij
Op alle stoepen prijzen restaurants en eethuisjes hun Vlaamse stoverij of Zeeuwse mosselen aan. Op de Grote Markt heb je een compleet menu voor 16 euro. Het schitterende plein ligt aan de voet van het 80 meter hoge historische belfort. Deze wachttoren met stormklok is ’s avonds fraai verlicht. Midden op de markt staan gezamenlijk in brons vereeuwigd de legendarische 14e-eeuwse Brugse verzetsstrijders Jan Breidel en Pieter de Coninck, de helden van de Guldensporenslag in 1302 bij Kortrijk, maar voor de jongere generatie slechts bekend door Suske en Wiskes stripalbum ”De Krimson-crisis”. Ze symboliseren de Vlaamse vrijheidsdrang.
Op een terras, tegen de achtergrond van het neogotische postkantoor uit 1887, verorbert een Belg –zonder gebit– omslachtig een biefstuk. Een bijna bruegheliaans tafereeltje.
Vuilnismannen zitten aan de voet van het standbeeld van Simon Stevin –de in 1548 in Brugge geboren natuurkundige– te schaften. Met hun markante Belgische koppen lijken ze zo weggelopen uit een schilderij van Pieter Brueghel. Twee vrouwen in Staphorster klederdracht lopen er achteloos langs, ze zien het beeld niet eens. Zouden ze Simon Stevin eigenlijk nog wel kennen? Hij vond de decimale breuken uit, waardoor het rekenen veel makkelijker werd. Hij introduceerde woorden in onze taal als wiskunde, scheikunde en loodrecht. Voor prins Maurits vervaardigde hij ingenieuze vestingwerken ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. Ook ontwierp hij de zeilwagen en reed daarmee over het strand van Scheveningen naar Petten.
Belgische pralines
Het geld rolt niet alleen in rondvaartboten en horeca. Toeristen verdringen zich in souvenirwinkels, kopen kant, verlekkeren zich aan Belgische bonbons, zoals het Brugsch swaentje, of –en dat kan hier ook– scharrelen rond bij De Slegte.
Waar vind je zo veel variatie op zo’n relatief klein oppervlak? Legendarisch is het verhaal van een Amerikaanse toerist die zijn reisgezelschap en dus de weg kwijt was, en overal vroeg: „Waar is hier de uitgang…?”
Provinciehoofdstad
Brugge is de hoofdstad van de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad telt ongeveer 120.000 inwoners. Het historische centrum van de middeleeuwse stad staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Hier wonen een kleine 20.000 mensen. De oude binnenstad herbergt 100 hotels met in totaal 6600 bedden. Toeristische informatie is te vinden op www.brugge.be , de officiële website van de stad Brugge. Voor een kennismakingsbezoek is www.brugge.nl een goede start. De Bruggepagina van Wikipedia biedt ook verbluffend veel informatie.