„Staat moet belang in KLM vasthouden”
Franse bedrijven zitten dicht tegen de overheid aan. Het is daarom van belang dat ook de Nederlandse staat zich blijft bemoeien met KLM en zeker zijn aandeel in de luchtvaartonderneming behoudt. Samen met de Franse overheid kan de regering-Balkenende zich dan in Brussel sterk maken voor de gezamenlijke luchtvaartbelangen.
Dat vindt zowel de Rotterdamse luchtvaarteconoom prof. H. Roos als de Leidse luchtrechtdeskundige prof. P. Mendes de Leon. „Gebeurt dat niet, dan staat KLM straks naakt tegenover de combinatie van Air France en de Franse Staat”, meent de laatstgenoemde.
KLM-topman Leo van Wijk wil zo snel mogelijk af van het belang van 10 procent van de Nederlandse staat. De Franse staat heeft nu 54 procent van de aandelen Air France in handen en wil dat terugbrengen naar 20 procent.
Volgens Roos hebben de onderhandelingen vooral zo lang geduurd, tot een uur voor de bekendmaking, door de druk van Balkenende om de Nederlandse belangen hoog te houden. „Die zijn op het nippertje binnengehaald. Dat zie je aan de constructies van de vijf respectievelijk acht jaar durende garanties rond het merk en de positie van KLM en de positie van Schiphol als knooppunt. KLM vond die aanzienlijk minder belangrijk dan de staat.”
Dat gelooft ook Mendes de Leon. „Als je het hebt over cultuurverschillen is dat er een. De Franse overheid staat veel dichter bij het bedrijfsleven. Nederland moet dan ook ophouden met ontvlechting. Behoud die 10 procent, breid het belang desnoods uit. Want belangrijke besluiten rond luchtvaart vallen in Brussel, daar moet je bovenop zitten en samen met de Franse overheid optrekken.”
Beide hoogleraren zijn zeer geïnteresseerd in de kleine lettertjes van de contracten. De garanties die zijn vermeld voor de positie van zowel KLM als Schiphol, zijn op het eerste gezicht gunstig. „Maar als het economisch slechter gaat, hoe houdbaar zijn de afspraken dan?” twijfelt Mendes. „Want ook giganten in de luchtvaartindustrie kunnen wankelen.”
Mendes is niet echt bang dat de KLM als naam wordt verkwanseld. „Ach, met die globalisering is zoiets als ”onze nationale trots” maar zeer betrekkelijk.” Roos: „Ik verwacht geen grote culturele verschillen. Dat wordt vaak overdreven. Fransen zijn niet vreemd. Je moet eraan wennen.”