Buitenland

Ondergang Enron treft politici en burgers in portemonnee

De ondergang van het Amerikaanse energieconcern Enron betekent een klap voor investeerders, die hun geld als sneeuw voor de zon hebben zien verdwijnen. Onder hen zijn politici, gewone Amerikanen en voormalige werknemers die voor hun oude dag in aandelen Enron hadden belegd.

David Pace, AP
17 January 2002 14:20Gewijzigd op 13 November 2020 23:22

Jane Harman, een Californische die in het Huis van Afgevaardigden zit, deed vorig jaar juni meer dan 250.000 dollar in aandelen van de hand. Hoewel een aandeel toen nog meer dan 50 dollar waard was, verloor de welgestelde Democrate er dik aan. Harman, die nu lid is van een commissie die de financiële puinhoop van Enron onderzoekt, mag zich nog gelukkig prijzen, want collega-afgevaardigden die aandelen Enron in hun portefeuille hadden, verloren veel meer. Achteraf had Harman het geluk dat ze haar aandelen uit kwaadheid verkocht. Ze was boos op Enron omdat de energiereus volgens haar te weinig deed om de elektriciteitscrisis in Californië op te lossen.

Uit de financiële gegevens die Congresleden moeten overleggen blijkt dat een twaalftal politici geld in Enron had gestoken. Tot nu toe heeft geen van hen gezegd zich terug te trekken uit onderzoekscommissies, hoewel het er op lijkt dat zij niet onbevooroordeeld zijn.

Na de faillissementsaanvraag van december hopen schuldeisers van Enron op een gunstige afloop. Of in de nalatenschap nog geld is om kleinere investeerders en oud-werknemers te vergoeden zal binnenkort blijken. Janice Farmer (64) uit Orlando zei onlangs in een getuigenverklaring voor een commissie van de Senaat dat zij bijna 700.000 dollar aandelen Enron had gespaard toen zij in 2001 met pensioen ging bij het bedrijf. „Ik was er trots op in Enron te investeren. Het bedrijf moedigde mij en anderen daartoe aan, met het argument dat de inbreng van medewerkers vijandige overnames kon voorkomen”, aldus Farmer, wier aandelenportefeuille nog maar 20.418 dollar waard is. Het aandeel Enron, dat in het najaar van 2000 bijna 90 dollar waard was, is teruggevallen naar 28 dollarcent.

Farmers oud-collega Charles Prestwood (63) uit Texas zegt op dezelfde manier zijn appeltje voor de dorst, dat 1,3 miljoen dollar waard was, te zijn kwijtgeraakt. Een advocaat in Seattle heeft inmiddels een rechtszaak aangespannen namens gedupeerde oud-medewerkers. Maar het kan jaren duren voordat zij een cent terug zien.

Deskundigen zeggen dat Amerikanen die een groot deel van hun pensioen in aandelen hebben belegd de affaire rond Enron als een waarschuwing moeten zien hun oude dag niet aan het wel en wee van één bedrijf te verbinden. De risico’s dienen zo veel mogelijk te worden gespreid over diverse ondernemingen. In de praktijk is dat echter niet altijd eenvoudig, want veel bedrijven komen met aanlokkelijke beleggingsvoorstellen voor hun werknemers. Tegelijkertijd worden clausules ingebouwd op welke leeftijd de werknemer de portefeuille mag verkopen. Michael Scarborough, directeur van een bedrijf dat werknemers adviseert bij het investeren, zegt dat bedrijven via het salaris en niet door aandelen de loyaliteit van het personeel moeten zien te winnen. „Schreeuw moord en brand”, adviseert Scarborough werknemers die bij hun directie op een muur stuiten als zij vragen om wijziging van de voorwaarden in de aandelenregelingen.

Uiteraard zijn er ook investeerders die hun geld op tijd uit Enron hebben gehaald. Onder hen is de Republikeinse afgevaardigde Bob Riley, die in 1999 slechts 95 aandelen kocht, maar die in maart 2000 weer van de hand had gedaan. Hij haalde zo een rendement van 82 procent op de 3087 dollar die hij had belegd.

Alsof er niets aan de hand was, heeft Enron tot het laatst een lobby gevoerd in Washington voor het schrappen van bedrijfsbelastingen. De energiereus heeft zowel Democratische als Republikeinse politici voorzien van campagnegeld en de directie verwachtte daarvoor het nodige terug. Vertegenwoordigers van Enron lobbyden onlangs nog voor het schrappen van een bepaling uit de belastingwet die het bedrijf onmiddellijk 254 miljoen dollar zou hebben opgeleverd. President George Bush had de bepaling inderdaad geschrapt in zijn economisch stimuleringspakket, maar Democraten in de Senaat gingen er niet mee akkoord.

De bepaling garandeert de overheid dat bedrijven een zeker minimum aan belasting betalen. Kenneth Lay, bestuursvoorzitter van Enron, belde in oktober persoonlijk met Mitch Daniels, de directeur van de begrotingsdienst van het Witte Huis. Volgens Amy Call, woordvoerster van Daniels, werd daarbij niet gesproken over de belastingwet, maar ging het over de algemene toestand van de economie. In zijn stimuleringspakket voerde Bush later aan dat de bepaling verwijderd moest worden omdat belastingheffing bedrijven het hardst treft in tijden van economische malaise.

Uit vrijgegeven documenten van lobbyisten blijkt dat Enron bij het Congres ook fel lobbyde voor de intrekking of verlenging van andere belastingmaatregelen. Zo wilde Enron dat een bonus, die afnemers krijgen als zij energie kopen die door middel van windturbines is opgewekt, nog eens vijf jaar zou gelden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer