Kerk & religie

Beukelman was een zware dominee

Overbekend is het kinderliedje over een ”dikke” dominee. „Tararaboemdijee”, zo begint het. Maar het heeft niets met een dikke predikant te maken. De oorspronkelijke versie is ”blikken” dominee. Later is deze term wel gebruikt om predikers aan te duiden die zich niet als een schoenmaker bij hun leest hielden. Onopgeleide mannen die met name in de negentiende en twintigste eeuw naar het ambt stonden, de goeden onder hen overigens niet te na gesproken.

J. Mastenbroek
24 December 2012 23:35Gewijzigd op 15 November 2020 00:59
Joannes Beukelman. Foto Museum Catharijneconvent
Joannes Beukelman. Foto Museum Catharijneconvent

Het kinderrijmpje, want meer is het niet, ging over een opzienbarende geschiedenis die zich afspeelde in Harlingen. Dominee Johan Barger (1853-1900) had niet zo’n florissant huwelijksleven. Hij zag veel meer in zijn mooie catechisante Catharina Helena (Cato) Mirande (1870-1894), die ook huisnaaister in de pastorie Noorderhaven 29 was. Van het een kwam het ander, en nog meer…

Ten slotte beloofde de predikant zijn echtgenote om de verhouding te beëindigen. Dat gebeurde anders dan mevrouw Barger verwacht had: op 6 maart 1894 troffen vijf pistoolschoten Cato dodelijk, drie weken voor haar 24e verjaardag. Barger overleed in zijn cel te Leeuwarden op 2 mei 1900.

De volksmond verbasterde ”blikken” algauw tot ”dikke”. Begrijpelijk; er lopen nu eenmaal meer dikke dan blikken dominees rond.

Een van hen was de oudvader Joannes Beukelman (1704-1757). De in bepaalde kerkelijke kringen bekende ”vrouw Heemskerk” uit Katwijk, in 1998 op bijna 110-jarige leeftijd overleden, moest aanvankelijk niet veel van zijn prekenbundels hebben. En waarom niet? Ze had ooit zijn portret gezien. „Vreselijk dik, zijn jasje kon niet eens dicht. Die man heeft nooit strijd gehad”, motiveerde ze haar afwijzing. Tot ze eens bij geval in de oud gereformeerde gemeente te Papendrecht kwam, waar ouderling J. B. Philibert een preek las waaronder zij bijzonder gesticht werd en onderwijs ontving. Toen ze hoorde dat die preek van Beukelman was, werd deze oude schrijver haar dierbaar.

Beukelman was niet de enige corpulente prediker. Een bijna klassiek voorbeeld was ds. A. F. Simons (1837-1906). Welbespraakt en bevindelijk. Dertien maal verbond hij zich aan een gemeente. Bijzonder in zijn Bergschenhoekse tijd deelde hij royaal mee in de slacht en ontving biest, kazen en andere agrarische producten. Vooral in de kersttijd wisten de dorpsbewoners uit al zijn gemeenten de pastorie te vinden. Ds. Simons bleef genieten van het aanbod. Met gevolg dat hij een veel te zware dominee werd. In zijn laatste gemeenten kon hij steeds moeilijker lopen, en in Bergschenhoek moest hij de pakweg 150 meter tussen pastorie en kerk met een koets overbruggen. Hij moest letterlijk de sjees ingedragen worden.

De preekstoel was in die gemeente ook al een probleem. De smalle kanseltrap werd door een bredere vervangen. Op de preekstoel werd een steunbalk aangebracht waartegen de weleerwaarde kon leunen. Meestal preekte hij zittend. Toegegeven, het Woord dat hij bracht maakte veel goed. Maar toch… Rooms was hij niet, maar wel een smulpaap!

Laat het een waarschuwing zijn om in deze weken, waarin velen meer belangstelling hebben voor een afgezaagde boom dan voor de afgehouwen tronk van Isaï, voor een kerstmaal dan voor het Kerstkind, dominee Simons niet achterna te gaan…

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer