„Ons kuieren niet op zondag”
De hervormde gemeente van Katwijk nam zondag afscheid van ds. W. J. Gorissen. Een bruggenbouwer gaat met emeritaat.
Ds. Gorissen werd 27 jaar geleden predikant in het Zeeuwse Stavenisse. Daar trof hij „een dijk van een kerkenraad”, die zich „volledig voor de gemeente inzette.”
Tijdens zo’n eerste periode probeer je je plaats te vinden, zegt de predikant in een terugblik. „Het was een hele ervaring, je zoekt naar jezelf en je weg, naar een plaats voor je gezin. Na Gouda was Stavenisse best een uithoek van de wereld. Dat is niet negatief bedoeld, maar de blik bij de eilandbewoners was in die tijd wel wat beperkt. Het leven speelde zich af binnen een dorp van 1400 inwoners. De kleinste dingen zijn dan groot.”
Zo liep de pastor van Stavenisse eens met een collega-predikant op zondagmiddag langs het strand. Toen deze hier in zijn preek naar verwees, lag er de volgende dag een kort briefje bij ds. Gorissen op de mat. „Ons kuieren niet op zondag.”
Na verloop van tijd wordt je spreken resoluter, merkte ds. Gorissen. Hij werd preses van de classis. De predikant herinnert zich hoe hij in die hoedanigheid wel eens spottend „de bisschop van Tholen” werd genoemd.
Vanaf 1981 diende hij de gemeente van Voorthuizen. Niet dat hij weg wilde uit Stavenisse. „Er deugde in mijn beleving niets in Voorthuizen, maar ik weet nog precies het moment dat ik als een blad aan de boom omdraaide: klokslag halfdrie. Achteraf werd door enkelen gezegd dat er een gebedskring bezig was geweest om te bidden of mijn weg mocht worden gebaand.”
Van een gesloten en introverte gemeente kwam Gorissen in een meer open en diverse gemeente terecht, typeert hij. „Waar het geloof bij de Zeeuw diep verstopt lag, kwam het bij de Voorthuizenaar meer aan de oppervlakte.” Wat dat betreft is Voorthuizen toch uniek op de Veluwe, denkt ds. Gorissen. „Voorthuizen is opener dan de gemiddelde Veluwenaar.”
Hij heeft zich in Voorthuizen „bijzonder thuis gevoeld”, zegt hij. „Het geloof wilde daar in praktijk worden gebracht. Ik werkte er met mensen die hun verantwoordelijkheid kenden, die zich bewust waren dat het bekleden van een ambt een baan van de Heere is.”
Plots kwam toen het beroep uit Katwijk. Met zijn kinderen had ds. Gorissen al wel eens in de Katwijkse duinen gekampeerd. De kerkdiensten hadden hem toen bijzonder aangesproken. „Het beroep kwam alleen niet van een gereformeerdebondsgemeente, maar van een confessionele gemeente (waarbij ik meteen aanteken dat confessioneel Katwijk in het land gerekend zou worden bij midden Bond). Daaraan moest ik wel even wennen. Toch heb ik er nooit spijt van gehad, omdat ik geloof dat de Heere me heeft willen gebruiken om midden tussen die partijen in te staan. Ik heb geprobeerd die muren zoveel mogelijk te slechten, dat onheilige elkaar in hokjes en vakjes duwen wat proberen weg te nemen.
Later is me dat ook wel op verschillende manieren duidelijk geworden. Er zijn mensen die alleen bij bondsdominees kerkten, maar die, toen ze ouder en wijzer werden, via de kerktelefoon ontdekten dat er zoveel andere goede predikanten zijn. Toen zeiden ze: Wat hebben we in het verleden toch eigenlijk gedaan, we hebben toch tien goede dominees?”
Die „ongeestelijke modaliteitenkwestie”: het is iets waaraan ds. Gorissen heeft geleden. „De een weet zich beter dan de ander, niet alleen tussen bonders en confessionelen; je ziet het in heel de kerk gebeuren. Als je nu weer leest van de nieuwe vrijgemaakten: Wij zijn het volk des Heeren. Waar haal je toch de moed vandaan. Het doet me erg zeer.”
Gelukkig is er ook de „rijkdom van de genade van onze Heere Jezus Christus”, weet ds. Gorissen. „Daarin kom je nooit uitgeleerd. De roepingstekst van Mozes, waarover ds. L. Kievit in de Goudse Sint-Janskerk eens preekte, is ook de mijne geweest. Ik zeg niet dat ik niet wilde. Maar ik wist niet of ik wel kon en mocht. Toen preekte ds. Kievit over: Dit zal u het teken zijn: op deze berg zult gij mij aanbidden. Die berg, dat was voor mij de preekstoel. Ik ben toen aan een negenjarige studie theologie begonnen, want ik had alleen een zondagsschooldiploma.”
Ds. Gorissen zal binnenkort in Voorthuizen gaan wonen. Verder is hij voor drie dagdelen benoemd als huispastor in Bethanië, een verzorgingstehuis in Ede. En hij zal bezig blijven in het evangelisatiewerk, dat altijd zijn hart heeft gehad en waarvoor hij vorig jaar nog een koninklijke onderscheiding kreeg.
Staand aan het einde van zijn werk als gemeentepredikant, ervaart de Katwijkse dominee enige weemoed. „Mijn taak eindigt hier als dienstdoend predikant, maar we blijven in dienst van de Koning, tot ons laatste moment. Het lijkt op emigreren, op de kade afscheid nemen, tranen en wuivend uit het gezicht verdwijnen.
Maar er trekt ook iets, en dat is niet alleen Voorthuizen. De horizon ligt verder. Ik werd verrast en bemoedigd toen ik gistermorgen vroeg in de duinen reed en er weemoed was. Onvoorstelbaar mooi stond de regenboog van de ene duintop naar de andere. Gods beloften gaan mee - Hij Zelf gaat mee.”