Ds. Budding schrijft boek over oordeelsdag
ELSPEET – Niemand weet wanneer de oordeelsdag komt. Ook de Mayakalender kan die niet voorspellen. „Maar we moeten nú bereid zijn voor de dag waarop we God zullen ontmoeten”, zegt ds. D. J. Budding. Van zijn hand verscheen het boek ”De tijd is nabij. Bijbelse bezinning op de oordeelsdag en daarna”.
Ongeveer 1 à 2 procent van de wereldbevolking houdt morgen de adem in. Zal de aarde vergaan? Zal God verschijnen? Op grond van een onduidelijk tekstfragment uit de Mayacultuur zijn er miljoenen mensen die het einde van de wereld morgen verwachten.
De hervormde emeritus predikant ds. Budding gelooft er niet in. Hij kijkt heel anders naar de laatste dag. „Als het goed is, blijven we niet steken in een kramp en in angst, maar is er een verlangen naar de oordeelsdag. Dat is immers de dag van de overwinning, van de glorie. De bruiloftsdag voor Gods kerk.”
Dit verlangen komt de predikant, woonachtig in Elspeet, echter niet veel tegen. „Het onderwerp eindtijd leeft weinig. Er wordt niet vaak over gepreekt. Ik hoor weinig mensen die een verlangen in het hart kennen naar de oordeelsdag. Hoe dichter een mens bij God leeft, hoe meer hij ernaar gaat uitzien.”
Preken
Zelf preekte ds. Budding vele maken over het boek Openbaring. „Vanaf 1982 tot mijn emeritaat in 2010 heb ik in vier van de gemeenten die ik gediend heb –Nederhemert, Elspeet, Waarder en Grand Rapids– over het boek Bijbellezingen gehouden.”
Het boek ”De tijd is nabij” (uitg. Den Hertog, ISBN 978 90 331 2484 6) is een weergave van jaren meditatie over het onderwerp, zegt hij. „Zoiets groeit bij mij. Door meditatie in stilte, in de auto, op bed. Op een gegeven moment ontstaat dan het verlangen erover te schrijven.”
In zijn publicatie loopt ds. Budding de Bijbel door op zoek naar de oordelen van God en naar gegevens over hét oordeel. Het Oude Testament neemt een flinke plaats in het boek in: „De vele oordelen in het Oude Testament, zoals de zondvloed en de verwoesting van Sodom en Gomorra, zijn preludiums –voorspelen– op het laatste oordeel.”
Ook de Psalmen spreken van het oordeel, maar op een andere toon. „Daar hoor je vooral het verlangen naar en de blijdschap in het oordeel. Neem Psalm 119:20: „Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen.””
In het Nieuwe Testament is het vooral Christus Zelf Die over het oordeel heeft gesproken, zegt de predikant. „Bij de apostelen is er geen uitgewerkte leer van de eindtijd. Paulus hield er rekening mee dat hij tijdens zijn leven de wederkomst nog zou meemaken.”
Antichristelijk
Belangrijke tekenen die aan het grote oordeel vooraf zullen gaan, zijn de verharding, het wijken van de liefde, het op het hier en nu gericht zijn van de mens en hoogmoed, zo somt ds. Budding op basis van de Bijbel op.
De eindtijd zal niet areligieus zijn, gelooft de predikant. „Alle godsdienst buiten de ware is echter in wezen antichristelijk. Alle valse godsdiensten zullen samenwerken met de antichrist. Naar mijn overtuiging vindt die zijn verpersoonlijking in de paus van Rome.”
Hoe lang de wereld nog zal bestaan, weet hij niet. „Eén ding is duidelijk: de wereld maakt zich rijp voor het oordeel. Ik geloof dat mijn kinderen en kleinkinderen grote dingen zullen meemaken. Wat is er allemaal niet gaande? Alles is de laatste honderd jaar in een stroomversnelling geraakt. De atoomdreiging is groot. Klimaatveranderingen gaan door. Er is geen tijd geweest waarin de mensen zo met elkaar verbonden zijn als de huidige, met internet et cetera.”
Israël
Israël zal een grote rol spelen in de eindtijd, benadrukt ds. Budding in zijn boek. „Ik geloof dat Israël als volk en natie zal zalig worden. In de laatste tijd zal de Kerk vooral in Israël gevonden worden. Aan Israël kunnen we zien hoe laat het is op de wereldklok.” De predikant gelooft op grond van de Bijbel niet in een duizendjarig vrederijk voorafgaand aan het laatste oordeel.
Beklemmend zijn de laatste hoofdstukken in zijn boek, waarin de auteur de gebeurtenissen op de oordeelsdag zelf op een rij zet en een beschrijving geeft van de hel: „eeuwig Gods toorn, zonder liefde, bij de duivel, altijd pijn, duisternis en wroeging.”
Predikanten uit reformatorische kerken krijgen soms het etiket opgeplakt alleen hel en verdoemenis te preken. Ds. Budding vraagt zich af of dat terecht is. „Wordt er misschien niet te weinig over gesproken? Meestal blijft het bij een zin zoals: „Als u niet gelooft, zult u verloren gaan.” In de prediking van de Heere Jezus heeft de hel echter een duidelijke plaats gehad. We moeten ook nu de waarheid naar twee kanten brengen. Ik begrijp de huiver die er is. We moeten er ook niet te gemakkelijk over spreken, maar altijd bidden om zelf de ernst ervan te verstaan.”
Hemel
Bewogen is de predikant als hij spreekt over de keerzijde: de hemel. „Dan zal God alles zijn in allen. Daar is een eeuwigheid voor nodig om dat te verstaan. Heimwee naar die volmaaktheid is het kenmerk van Gods kinderen. Christus zal oneindig veel heerlijker zijn dan een kind van God op aarde kan zien. Het is onvoorstelbaar en onuitsprekelijk wat God weggelegd heeft voor degenen die Hem vrezen.”