Ds. A. Schot schrijft boek over liefde in de gemeente
NUNSPEET – „De man is het hoofd van de vrouw. Het wordt nogal eens negatief uitgelegd, maar het is eigenlijk heel positief: het is het beeld van Christus en de gemeente. Christus was bereid Zijn leven te geven. Zo moet de man ook bereid zijn voor zijn vrouw alles over te hebben.”
Het is ds. A. Schot, predikant van de gereformeerde gemeente te Nunspeet, op het hart gebonden om deze uitleg te onderstrepen bij Efeze 5:23. „Er heerst veel onbekendheid over dit hoofdstuk, dat was een van de redenen waarom ik in 2007 een prekenserie hield over dit onderwerp”, vertelt hij in zijn studeerkamer in Nunspeet. De prekenserie werd weer aanleiding voor een boekje, ”Liefde tot elkaar. Gedachten over het leven als gemeente”, dat onlangs verscheen.
Om iets te kunnen zeggen over het gemeenteleven, koos ds. Schot er bewust voor om de Efezebrief als uitgangspunt te nemen. „Paulus schrijft hier over de onderlinge verhoudingen in de gemeente, vanuit het gezichtspunt „in den Heere.””
Liefde tot elkaar neemt in het gemeenteleven een belangrijke plaats in, stelt de predikant. Daarom koos hij voor deze titel. „Dat betekent niet zomaar ”lief zijn”, maar uit liefde scherp en eerlijk naar elkaar kijken. Die scherpte en eerlijkheid moeten ook in de prediking tot uiting komen.” Liefde is een opdracht, zegt de auteur in het boek.
Welke gevolgen heeft het voor de gemeente als deze opdracht niet wordt uitgevoerd?
„Niet gehoorzamen maakt schuld. Echte liefde is een Geestesgave. Waar het geestelijk leven ontbreekt, is geen geestelijke liefde. Men laat zich dan slechts uiterlijk leiden door de Schrift.”
In dit verband noemt ds. Schot Judas, de discipel die de Heere Jezus verraadde. „Hij leek liefde te hebben tot de dienst van de Heere, als hij zegt dat de kostelijke nardus duur verkocht en aan de armen gegeven had kunnen worden, maar hij liet zich leiden door eigen eer. Het is de taak van ambtsdragers om te wijzen op de ware liefde. Daarbij blijken in de gemeente tarwe en onkruid bestaan.”
In ”Liefde tot elkaar” wijdt ds. Schot ook een hoofdstuk aan het vaderschap, naar aanleiding van Efeze 6:4. De hoofdstuktitel: ”Vader zijn valt niet mee”.
Ontbreekt het aan goede vaders in onze tijd?
„Dat mag men uit dit hoofdstuk absoluut niet opmaken. Maar net als iedereen in de maatschappij zijn ook vaders sterk beïnvloed door het wereldse denken. Echt geestelijk leven is er minder dan enkele decennia geleden. Verder valt in Efeze wat de vaders betreft op dat zij worden opgeroepen hun kinderen niet tot toorn te verwekken. Dit wordt niet tegen de moeders gezegd. Vaders zijn misschien sneller driftig en kunnen daardoor zonden begaan ten opzichte van hun kinderen. Paulus bedoelt niet dat de vaders ervoor moeten zorgen dat de kinderen nooit boos worden. Hij bedoelt dat een kind gehoorzaam moet zijn, maar dat er ook dingen kunnen zijn die het hem moeilijk kunnen maken om gehoorzaam te zijn. Die dingen wil Paulus bestrijden. Een vader mag zijn gezag niet misbruiken. Dat gevaar ligt altijd op de loer.”
De Nunspeetse predikant stelt in het genoemde hoofdstuk ook echtscheiding aan de orde. Een kind zal zich, als een vader de moeder in de steek laat, afvragen wat een vader eigenlijk is, zo zegt hij. „Zouden kinderen geen verwrongen gedachten over het vaderschap en het moederschap krijgen als hun ouders alleen maar uit zijn op hun eigen plezier? Het is nodig dat wij Bijbels zicht krijgen op het vaderschap en het moederschap. Om vader te kunnen zijn, hebben wij genade nodig.”
Terugkomend bij de gemeente stelt ds. Schot dat er spoedig tijden van verdrukking kunnen aanbreken. „Maar ik zeg daar gelijk bij: verdrukking en twist kunnen de gemeente ten goede komen. Paulus zegt dat er ketterijen moeten komen, opdat degenen die oprecht zijn openbaar komen. En de Heere Jezus zei al voor hem: „Ik ben niet gekomen om de vrede te brengen, maar het zwaard.” Het zwaard van de waarheid.”
Juist voor de toekomst is het van belang dat ouders oprecht zijn en niet veinzen, maakt ds. Schot duidelijk. „Jongeren zijn tegenwoordig mondiger. Ze gaan vaker om met andersdenkenden en eisen hun platform. Ouders zouden daarop moeten reageren vanuit een oprecht geloof, niet vanuit een uitwendigheid waarin het wezen van de zaak, de genade, ontbreekt.”
Dit is het tweede deel in een drieluik naar aanleiding van publicaties over gemeenteleven. Morgen deel 3.
„Geen baas is baas over zichzelf”
”Baas zijn onder de wet van een Ander” is een hoofdstuk in het pas verschenen boek ”Liefde tot elkaar. Gedachten over het leven als gemeente” van ds. A. Schot, predikant van de gereformeerde gemeente in Nunspeet. Het hoofdstuk is gebaseerd op Efeze 6:9. „Eigen baas en knecht van niemand zijn. Zo voelen veel ondernemers zich”, schrijft ds. Schot. „Zij maken zelf uit wat goed is voor hun bedrijf en voor hun mensen. Dat is de gedachte achter het vrije ondernemerschap zoals dat bijvoorbeeld door liberalen wordt verdedigd. Veel christelijke ondernemers voelen zich door dit gedachtegoed aangesproken. Zonder zich af te vragen of dit strookt met het Bijbels denken. De apostel is echter heel scherp: geen baas is baas over zichzelf. Hij staat onder de macht van de Ander.”
”Liefde tot elkaar. Gedachten over het leven als gemeente”, ds. A. Schot; Pastorale Gedachten, uitg. De Banier, Apeldoorn, 2012; ISBN 978 90 336 32716; 110 blz.; € 9,95.