Het kwijtschelden aan Griekenland is al begonnen
Geleidelijk aan tekent zich af waar de eurolanden de komende jaren heen willen met de Grieken. Een grexit, een vertrek uit de eenheidsmunt, lijkt van de baan; voorlopig in ieder geval. Tegelijk verschijnt de optie van een kwijtschelding van de schulden steeds nadrukkelijker in beeld.
Laten we in dit verband vooral letten op bondskanselier Merkel. Zij bepaalt immers in hoge mate de richting waar het met Europa naartoe gaat. Duitsland is tenslotte de belangrijkste economie en draagt het meeste geld bij aan de reddingsoperatie die in 2010 startte om een faillissement van Griekenland af te wenden.
De laatste tijd klinken er geluiden dat Merkel voor zichzelf voor wat betreft de afweging of die noodlijdende natie wel of niet in de euro blijft, de knoop heeft doorgehakt. Zij zou hebben gekozen voor het eerste: de groep bijeenhouden. Het openbreken van de monetaire unie vindt zij te riskant, de gevolgen daarvan te ongewis.
Er zijn aanwijzingen dat die berichten kloppen. In de eerste maanden van dit jaar hing er rond het overleg over Griekenland voortdurend de spanning van een mogelijk uiteenvallen van de eurozone. De laatste weken was er weer intensief politiek beraad over verdere noodsteun. Het verliep moeizaam. Toch sprak nu geen van de deelnemers over een exit. De Duitse minister van Financiën Schäuble zinspeelde in het verleden wel eens op die mogelijkheid, maar zijn tegenwoordige terughoudendheid op dit punt zegt waarschijnlijk iets over het denkproces in Berlijn.
De bondskanselier liet begin december in een interview ook doorschemeren dat zij er rekening mee houdt dat de eurolanden een deel van de verstrekte leningen kwijtschelden. Als de regering in Athene erin slaagt het begrotingstekort weg te werken en dan dus geen nieuwe schulden meer maakt, moeten we de zaak opnieuw beoordelen, merkte ze op. Onze minister van Financiën, Dijsselbloem, beweegt mee en zegt het haar inmiddels na. „Ik sluit kwijtschelding niet uit, maar het moet echt het allerlaatste zijn”, verklaarde hij in de Tweede Kamer.
Voor de machtswisseling in het Elysée in Parijs, afgelopen mei, trok Merkel trouwens bij zulke zaken altijd nauw op met president Sarkozy. Op cruciale momenten zetten zij als hecht koppel de koers uit. Het lijkt erop dat het met Hollande minder goed klikt. Die wekt de indruk dat hij prioriteit geeft aan de contacten met de twee grote partners in de zuidelijke regio, Italië en Spanje.
De staatsschuld van de Grieken is omvangrijk, momenteel ruim 170 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Het ziet er steeds meer naar uit dat het zonder een herstructurering ervan niet lukt de problemen te overwinnen. Daarom heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat over veel ervaring beschikt met dit soort situaties, bij de jongste onderhandelingen sterk aangedrongen op een afwaardering. Maar de Europese regeringsleiders zijn daar nog niet aan toe. Het is een boodschap die ze moeilijk kunnen verkopen aan de eurokritische burger. En Merkel wil volgend jaar september graag de verkiezingen winnen, dus even wachten.
Wordt er een streep gehaald door een deel van de schuld, dan gaat de eurocrisis pas echt geld kosten. Er zijn weliswaar al vele miljarden naar Athene overgeboekt, maar daarbij praten we over leningen die, als er niets verandert, aan het einde van de looptijd terugbetaald moeten worden. De kans op een normale aflossing, zonder verliezen, slinkt echter.
Eigenlijk is het kwijtschelden reeds volop begonnen. In het voorjaar werd, om de schuld van de Grieken te verlichten, met de meeste partijen uit de private sector (banken, pensioen- en beleggingsfondsen, verzekeraars) een deal gesloten waarbij zij ongeveer 75 procent van hun vorderingen opgaven. Deze maand trekt Griekenland ruim 11 miljard euro uit voor het terugkopen van uitstaande staatsobligaties bij private partijen, met een nominale waarde van bijna 32 miljard. Dat levert een schuldreductie op van dik 20 miljard.
Ook de overheden blijven nu al niet buiten schot. Zij accepteerden in het pakket van twee weken terug een lagere rente op en een langere looptijd van de obligaties die zij bezitten. Dat mogen we als een verkapte vorm van kwijtschelding aanmerken, die Nederland over een termijn van veertien jaar bijna 1 miljard euro kost.
De volgende stap, rechttoe rechtaan een korting toepassen op de schuld, laat nog even op zich wachten, maar valt op enig moment waarschijnlijk niet te vermijden.