„Het is een stille ramp geweest”
In de stoomketel moet het een chaos zijn. „Net een groot spel mikado”, zegt loco-burgemeester John Smits van Geertruidenberg. „Als je een staaf weghaalt, kan de rest gaan schuiven.”
Het is deze maandagmorgen in Geertruidenberg een race tegen de klok. Een strijd op leven en dood. Hoe meer uren verstrijken, hoe kleiner de kans dat er nog overlevenden van het dramatische ongeval van gisternacht onder de puinhoop vandaan gehaald worden. „De hulpverleners hebben het bijzonder zwaar”, zegt een woordvoerder van Essent, de eigenaar van de Amercentrale. „Een traumateam en maatschappelijk werkers zijn ter plaatse om hen bij te staan.”
Bij de toegangsweg naar de centrale is weinig te zien. Halverwege de ochtend scheurt een ambulance met loeiende sirenes het terrein op. Het voertuig verdwijnt tussen de grote gebouwen. Na een uur is de wagen nog niet terug. Net achter de hoofdingang meldt een groot bord dat het aantal dagen ”zonder ongeval” bij de Essentcentrale de negentig heeft bereikt. Het record staat op 311 dagen.
Omlopen heeft ook weinig zin. Na een tochtje over een stuk dijk vol met schapen- en konijnenkeutels is de 85 meter hoge en bijna 20 meter brede ketel goed te zien. Buiten is geen enkele activiteit. De schoorsteen van eenheid nummer 9 rookt niet, de buurman wel. Binnen bij nummer 9 vechten reddingswerkers voor de levens van de mannen die ergens onder in de ketel liggen.
De betreffende stoomketel behoort bij eenheid 9, de grootste steenkolen gestookte warmtekrachteenheid van Nederland. Deze eenheid lag al enkele weken wegens groot onderhoud stil. Na de reddingsoperatie moet de aanzienlijke schade aan de ketel worden hersteld.
De hulpverleners krijgen assistentie uit Duitsland en België. Duitse experts bouwden in de ketel een laag in die moest voorkomen dat nog meer bouwmateriaal op de ingesloten werknemers valt.
Ook twee alpinisten uit Mechelen zijn op afroep beschikbaar. Pascal Gevart en Pieter Perneel zijn specialisten in touwtechnieken. „Wij behoren tot de weinigen die dit werk aankunnen.” De twee blijven in Geertruidenberg zolang hun hulp nodig is. En dat zou wel eens lang kunnen zijn. „Wanneer de slachtoffers uit de puinhoop zijn gehaald, moet de steiger met touwen worden verwijderd. Dat is een klus die minstens twee weken duurt.”
De Amercentrale, genoemd naar het riviertje in de buurt, domineert Geertruidenberg, naar eigen zeggen het oudste Hollandse vestingstadje. Vanuit bijna alle straten zijn de enorme schoorstenen te zien. Jack Berkelmans laat zijn hond uit. Hij woont op steenworpafstand van de centrale. In de nacht van zaterdag op zondag heeft hij niets van de commotie gemerkt. Geen sirenes gehoord, geen zwaailichten gezien. „Het is een stille ramp geweest.”
Familieleden van de slachtoffers verzamelden zich zondag al snel bij de centrale. Onder hen vooral veel familie van de vier Turkse mannen. Voor hen is opvang en slaapgelegenheid geregeld in een sporthal in Geertruidenberg. „Zij uiten hun gevoelens meer dan wij Nederlanders dat zouden doen”, zegt iemand van Essent. „Ze zitten in grote spanning en worden door ons zo goed mogelijk op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen.”
Bij de poort van de Amercentrale staat een Turk. Hij heet Ali, zegt hij. Ali heeft enkele jaren in de centrale gewerkt. Hij voerde ook klussen uit als gritstralen, net als waarmee de acht mannen bezig waren. Volgens hem namen ze het niet zo nauw met de veiligheidsregels.