Opinie

Een poging tot revisie

In de gereformeerde gezindte is de Statenbijbel sinds jaar en dag een begrip. Niet alleen vanwege de historische betekenis van deze vertaling, maar ook omdat zij in kerk en gezin nog steeds wordt gebruikt. Tal van generaties zijn er bij opgegroeid, zijn er uit onderwezen en hebben daardoor de enige troost in leven en sterven leren kennen.

29 September 2003 11:54Gewijzigd op 14 November 2020 00:36

Dat neemt niet weg dat de taal van de statenvertalers steeds verder van ons af is komen te staan. Er zijn inmiddels bijna vier eeuwen verlopen sinds deze bijbelvertaling verscheen. Woorden zijn verouderd of hebben een andere betekenis gekregen. Zinsconstructies zijn in onbruik geraakt.

Het is niet moeilijk om daarvan een hele reeks voorbeelden te geven. Wanneer Christus in de Hebreeënbrief ”onnozel” genoemd wordt, is dat een taalgebruik dat in onze tijd volstrekt ongepast is. Dat is erger dan het wijf uit de Tien Geboden, dat inmiddels vrijwel in alle kerken en in alle bijbeledities in vrouw veranderd is.

Dat probleem van verouderde woorden en zinsconstructies is niet iets dat zich vanzelf oplost. Integendeel, naarmate de tijd voortschrijdt zal dat probleem steeds groter worden. De jongere generatie loopt daar ook eerder tegenaan dan de ouderen.

Thans is het zo dat niemand of vrijwel niemand meer gebruikt maakt van de originele Statenbijbel. Alle andere versies van de Statenvertaling die in omloop zijn, bevatten kleine of verdergaande aanpassingen. De Gereformeerde Bijbelstichting is daar zeer terughoudend in, de zogenaamde Tukkerbijbel gaat een stuk verder.

Inmiddels is een Stichting Herziening Statenvertaling bezig met een ingrijpende herziening van de bijbeltekst. De eerste proeven daarvan zijn thans gepubliceerd en hebben zeer uiteenlopende reacties opgeroepen. Dat was te verwachten.

Een bijbelvertaling raakt het kerkelijk leven diep. Bijbelteksten kunnen mensen, in de goede zin van het woord, dierbaar geworden zijn. Van emigrantenkerken is bekend dat de overstap naar een andere bijbelvertaling en een andere taal in de kerkdiensten, een ingrijpende zaak is. Soms leidde dat zelfs tot hooglopende conflicten.

Daarbij komt dat taal geen wiskunde is. De keuze voor een bepaald woord is niet altijd ten volle te bewijzen. Er zijn soms meerdere vertaalmogelijkheden te verdedigen. Dat alles speelt des te meer wanneer het, zoals bij de Bijbel, gaat om een vertaling die een grote afstand in tijd en cultuur moet overbruggen.

Bovendien zijn er ook grote verschillen in stijl mogelijk. De laatste jaren zijn er allerlei populaire bijbelvertalingen op de markt gekomen die duidelijk tekort doen aan de heiligheid van Gods Woord. Het vrije karakter van deze vertalingen maakt bovendien ook de eigen positie van de vertalers duidelijk. En dat is veelal geen positie waarin we vanuit de gereformeerde belijdenis vertrouwen kunnen hebben.

Ook het oecumenische project van de Nieuwe Bijbelvertaling staat ver van ons af. Het is daarom van grote betekenis dat de Statenvertaling in de toekomst voor kerk en gezin bruikbaar blijft. Dat is ook de bedoeling van de Stichting Herziening Statenvertaling, die vooral gesteund wordt vanuit de Gereformeerde Bond en de Christelijke Gereformeerde Kerken.

Uit de thans gepubliceerde bijbelgedeelten blijkt dat niet alleen de taalkundige herziening behoorlijk ingrijpend is, maar dat men hier en daar onmiskenbaar verder gaat dan een taalkundige herziening. De vraag is of dat in alle gevallen noodzakelijk en verstandig is. Gemakkelijk roept dat allerlei discussies op. Het draagvlak voor deze gereviseerde Statenvertaling wordt daarmee niet vergroot.

Destijds kregen de statenvertalers als advies mee om niet meer af te wijken van de toen in omloop zijnde bijbelvertalingen dan nodig was. Dat zou ook nu het uitgangspunt moeten zijn.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer