Leven als moderne monnik in Arnhem (met video)
ARNHEM – Het daglicht valt op de schrijftafel bij het raam. Door het appartement klinken gewijde koorklanken. De middeleeuwse melodieën inspireren Gerard Stegeman tijdens het kalligraferen van Bijbelteksten.
Hij voer als kok bij de marine over vele zeeën, speelde als stuntman in verschillende films, is lid van een Franse ridderorde en schreef in ruim vijf jaar tijd de vier evangeliën over. Een „moderne monnik” noemt Gerard Stegeman (62) zichzelf.
Elke dag van zes tot tien uur zit hij te kalligraferen, en later op de dag ook nog een paar uur. „Ik werk veel met dak- en thuislozen hier in de stad. Om tien uur doe ik mijn schrijftafeltje in mijn fietstas en ga ik op weg om koffie met hen te drinken. Als er even niemand is, ga ik weer kalligraferen.”
Stegeman weet uit eigen ervaring wat verslaafden doormaken. Zelf kon hij jarenlang niet zonder de alcohol. Het overschrijven van de evangeliën heeft hem geholpen van de drank af te blijven. „Het gaf me een doel in mijn leven. Dat is waarom mensen verslaafd blijven. Ze hebben vaak niets meer om voor te leven.”
Het schrijven betekent voor Stegeman ook herstel. „Als je nuchter bent, wil dat nog niet zeggen dat je ook weer nuchter kunt denken. Dat heeft nog wel een paar jaar nodig. Door te schrijven kreeg ik langzaamaan mijn concentratie, mijn taalgeheugen en mijn fijne motoriek weer terug.”
De belangrijkste reden om de evangeliën te gaan kalligraferen was echter dat Stegeman antwoorden zocht op levensvragen. Het leven werd hem bijna te veel toen zijn partner zeven jaar geleden op sterven lag. „Ik vroeg me af waarom mijn geliefde zo jong moest sterven. Elke dag ging ik naar de kapel van de hospice waar ze lag. Een non met wie ik veel gesprekken voerde, zei tegen me dat ik de evangeliën maar eens moest lezen. Ik zei: God, hoe moet ik dat doen? Ik weet niet eens of U bestaat. Toen was het alsof een engel tegen me zei: Schrijf ze maar over.”
En dat deed hij, letter voor letter, zin voor zin, vel na vel. De citaten cursief, de woorden van Jezus in bordeauxrode inkt en de hoofdletters met een ganzenveer. Inmiddels heeft hij de vellen laten inbinden. Behalve de Bijbelteksten zijn er ook uitgebreide introducties op de Bijbelboeken, persoonlijke gebeden, tekeningen en gedichten in het boekwerk opgenomen.
Dat de evangeliën klaar zijn, betekent niet dat Stegeman stilzit. „Vervelen komt niet in mijn dagboek voor”, zegt hij. Hij haalt een aantal mappen tevoorschijn. „Kijk, Galaten en Efeze heb ik ook al gedaan. Ik wil eigenlijk het hele Nieuwe Testament wel overschrijven.” In de mappen zitten ook veel bladen met gebeden, psalmen en zelfgemaakte liederen waarin hij uitspraken van Jezus heeft verwerkt.
Hij pakt een van zijn gitaren erbij en begint spontaan een van zijn liederen te zingen. „Oordeel niet, maar besef dat Jezus ook dakloos was. Hij wees ons op het scheiden van het koren en het kaf. Door het oog van de naald, vanuit het duister naar het licht kom je in jouw nieuwe leven met je ware gezicht.”
„Dat heb ik van Jezus geleerd”, zegt Stegeman. „Niet oordelen. Hij sprak met de hoeren en tollenaars, was Zelf ook een dakloze. Wat Jezus mij aanreikt, probeer ik uit te dragen. Ik ga om met mensen voor wie iedereen de neus optrekt. Maar het zijn schatten van mensen.” Bij Stegeman kunnen ze hun verhaal kwijt. „Veel daklozen hebben daar steun aan. Een van hen is nu net als ik begonnen met kalligraferen.”