Kerk & religie

Egypte wil genoegdoening voor „diefstal” Israëlieten

Elke Egyptenaar heeft recht op 14 kilo goud en nog eens 14 kilo zilver die de Israëlieten 3300 jaar geleden tijdens de uittocht uit Egypte hebben gestolen. Dat vindt dr. Nabil Hilmi, decaan van de rechtenfaculteit van de universiteit van Zagazig.

Van onze correspondent
29 September 2003 09:41Gewijzigd op 14 November 2020 00:35

Hilmi wil daarvoor alle Joden ter wereld voor de rechter dagen. Hoe hij dat wil doen is niet duidelijk, maar daar gaat het ook helemaal niet om. Waar het wel om gaat is aandacht van de pers - en die heeft hij in Egypte voor zijn verhaal meer dan voldoende gekregen.

Hilmi presenteert een interessante getuige. Het boek Exodus schrijft dat de kinderen Israëls zilveren en gouden vaten van de Egyptenaren hadden geëist, alsmede klederen, en zo beroofden zij de Egyptenaren (Exodus 12:35-36).

En aangezien Exodus het Woord van God is, mag hier niet aan worden getwijfeld. Er is nog wel een klein probleem over de omvang van de gestolen goederen en over het feit dat de kwestie allang verjaard is, maar dat doet er voor deze doctor in de rechten niet toe. Hilmi wil daarom een stichting in het leven roepen ter bescherming van rechten die nooit kunnen verjaren.

De auteur Ahmed Abu al-Nur had eerder in zijn boek ”De meest gevaarlijke jaren van de aarde” berekend hoeveel de Joden de Egyptenaren verschuldigd zijn. Hilmi heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt. Het ging om 600.000 mannen die elk wat van de Egyptenaren hebben meegenomen. Neem vervolgens een rente van 10 procent per jaar met een duur van 3500 jaar (een paar honderd jaar meer of minder in de berekening doet er niet toe) en daar heb je een flinke schadeclaim. Zo hoog dat je daarmee de hele staat Israël in één keer failliet kunt verklaren.

Dr. Larry Levine, een orthodoxe Jood uit New York, ligt van deze schadeclaim niet wakker. De Talmoed gaf al in de vijfde eeuw een antwoord op deze eis. Een rabbijn antwoordde toen een Egyptenaar dat Egypte best zo’n schadeclaim mag indienen, maar er zou dan een andere claim volgen, namelijk die van de betaling voor honderden jaren slavenarbeid - met rente.

Het gaat niet alleen om deze schadeclaim, maar ook om beweringen van de schrijver Ahmed al-Nigmy dat Joden waarschijnlijk een claim voorbereiden om de steden Rameses en Pithom in bezit te nemen. Want staat er niet in Exodus 1:11 dat deze steden door de Joden gebouwd zijn? En zijn de archeologen die daar werken daarom niet druk doende deze steden te vinden? Stel je voor, een Joodse claim op het hart van de Oostelijke Delta. Daar moeten Egyptische lezers toch even van schrikken.

Veel buitenlanders in Egypte doen deze beweringen lachend van de hand. Ze vinden het te waanzinnig om daar nu veel drukte over te maken. Joden claimen toch geen deel van de delta? En is die Hilmi nu een decaan van een juridische faculteit? Zijn dit geen voorbeelden van antisemitisme in Egypte?

Wellicht kun je het uitgelokt antisemitisme noemen, want er is een voorgeschiedenis. Enkele Joodse organisaties claimen een schadevergoeding voor het verlies van Joods bezit in Arabische landen in de eerste decennia na de stichting van de staat Israël. Dat dit in Egypte vooral te maken heeft met massale nationalisaties die iedere Egyptenaar troffen -moslim, christen en Jood- wordt gemakshalve maar even weggelaten. En die eisen staan volgens Levine weer in verband met Arabische eisen voor een schadeloosstelling voor hetgeen Israël de Palestijnen heeft aangedaan. En zo is het conflict tussen Israël en de Palestijnen in een serie waanzinnige schadeclaims uitgemond die geen enkel ander doel dienen dan de eigen achterban te laten zien hoe slecht de ander wel niet is.

Zowel Egyptische als Joodse artikelen over schadeclaims proberen de indruk te wekken dat zij redelijk zijn en de ander onredelijk. Het is ook duidelijk dat claims liefst nog radicalere tegenclaims proberen uit te lokken om daarmee het grote publiek te kunnen laten zien hoe extreem Arabieren of Joden kunnen zijn. De reactie van Himi, die beslist geen moslimfanaticus is, is daarvan een voorbeeld. Bij andere claims, zoals die van Ahmed al-Nigmy, gaat het erom Egyptische lezers te laten zien hoe gevaarlijk de Joden zijn, een enorm gevaarlijke stemmingmakerij.

De wederzijdse schadeclaims en ophitsende artikelen zijn in opmars gekomen en Hilmi heeft die in de afgelopen maand nog eens een extra stimulans gegeven. In de tijd kort na de Oslo-akkoorden tussen Israël en de Palestijnen zouden zulke beweringen volslagen ondenkbaar zijn geweest. Ze zijn een even duidelijk als triest neveneffect van de Palestijnse intifada.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer