Vrijdag maakte de bewindsman de uitwerking bekend van zijn plannen om de spoedeisende hulp op het platteland te verbeteren. Hoogervorst introduceert daarvoor de zogenaamde beschikbaarheidstoeslag. Daarmee kunnen de ziekenhuizen de spoedeisende hulp in stand houden. Tien kleine ziekenhuizen komen voor zo’n toeslag in aanmerking. Het zijn Delfzicht in Delfzijl, Van Weel Bethesda in Dirksland, Talma Sionsberg in Dokkum, IJsselmeerziekenhuizen in Emmeloord, Streekziekenhuis Coevorden-Hardenberg in Hardenberg, Bethesda in Hoogeveen, Medisch Centrum Twente in Oldenzaal, Refaja in Stadskanaal, St. Lucas in Winschoten en Alysis Zorggroep in Zevenaar.

Voor deze tien ziekenhuizen is gemiddeld 1,5 miljoen euro per jaar extra beschikbaar. In de praktijk zullen de toeslagen variëren van enkele tonnen tot 3,5 miljoen euro. De bewindsman wilde niet zeggen hoeveel geld elk ziekenhuis extra krijgt. Hij moet nog onderhandelen met de verzekeraars over precieze uitwerking en invulling van de toeslag.

Verder maakt de bewindsman een eind aan de lagere vergoeding per bed en per specialisteneenheid in kleinere ziekenhuizen. Kleine ziekenhuizen krijgen nu per erkend bed 2300 euro. Dat wordt 3500 euro, evenveel als een middelgroot ziekenhuis. Per specialisteneenheid geeft de overheid nu 26.000 euro, in 2004 38.000 euro. Van deze regeling, die ruim 15 miljoen euro kost, kunnen veertig kleine ziekenhuizen profiteren.

Hoogervorst vindt dat kleine ziekenhuizen zich nog meer moeten gaan specialiseren op de basiszorg en dat ze patiënten met complexe problemen vaker moeten doorverwijzen naar een groter ziekenhuis. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal daarop meer gaan controleren. De inspectie zal er ook op toezien dat de specialisten hun vaardigheden en kennis op peil houden.

De ziekenhuizen moeten zorgen dat er voldoende medisch specialisten per discipline beschikbaar zijn (minimaal 2,5 fte’s).

Hoogervorst kondigde aan dat kleine ziekenhuizen mogelijkheden krijgen om zogeheten assistent-geneeskundigen in opleiding (agio’s) aan te stellen. Agio’s zijn de toekomstige specialisten. Tot nu toe konden zij alleen in grote ziekenhuizen aan de slag.

Uitgangspunt voor de bereikbaarheid van spoedeisende hulp is dat een patiënt binnen 45 minuten in het ziekenhuis moet zijn. Dat is, uitgezonderd de Waddeneilanden, overal het geval. Bijna 80 procent van de Nederlanders kan in geval van nood binnen 30 minuten door een ambulance naar het ziekenhuis zijn gebracht.

In de provincies Groningen en Zeeland staat de bereikbaarheid onder druk. Daarom komt de bewindsman binnen enkele maanden ook met een plan om het ambulancevervoer te verbeteren. Hij heeft daar in principe 20 miljoen voor beschikbaar.