beeld ANP

De slager of de visboer werpt een vluchtige blik op de weegschaal. „Mag het ietsje meer zijn?” En ‘ietsje meer’ lijkt dan voor de meeste klanten helemaal geen probleem. Maar de optie ”ietsje minder” overwegen is in het kader van duurzaamheid ook de moeite waard, zeker als het gaat om het eten van vlees en vis.

De Gezondheidsraad geeft aan dat het weliswaar gezond is om twee keer per week vis te eten, maar dat dit niet bepaald duurzaam is: het zou ten koste gaan van de biodiversiteit –rijkdom van vissoorten– in zeeën en oceanen. Wat dat betreft zou het dus goed zijn om minder vis te eten.

Is het eten van vlees –afkomstig van runderen, varkens en schapen– dan een milieuvriendelijk alternatief? Daar lijkt het niet op. Ook het eten van minder vlees en het gebruik van minder zuivel is beter voor het milieu. Daarmee zou de uitstoot van broeikasgassen teruglopen en het gebruik van landbouwgrond verminderen. Bij de productie van vlees is niet alleen veel grond nodig waarop de dieren leven, maar ook veel water en mais – het laatste om de beesten te voeden.

Toch betekent dit niet direct dat alle vis en vlees voortaan vermeden moeten worden. Diverse vissoorten zijn niet overbevist en worden daar ook niet door bedreigd. Die kunnen dus prima gegeten worden. Ook biologisch vlees –dat niet afkomstig is van de intensieve veehouderij– is qua duurzaamheid een goede keuze. Maar wie kritisch naar zijn vis- en vleesconsumptie kijkt, zou er ook voor kunnen kiezen om elke dag ietsje minder te nemen, of elke week één dag helemaal geen vis of vlees te eten.

www.goedevis.nl