Rector TU Kampen: samenwerken theologieopleidingen noodzaak
KAMPEN – Voor theologieopleidingen in Nederland is samenwerken de komende jaren noodzakelijk. „Het aantal studenten in het HBO en wetenschappelijk onderwijs bedraagt in totaal maar enkele duizenden.”
Prof. M. te Velde, rector van de Theologische Universiteit Kampen (TUK), sprak deze verwachting gisteren uit tijdens de herdenking van de geboortedag van de Kamper instelling, de zogeheten diesviering. Diverse factoren dwingen theologieopleidingen tot samenwerking, aldus prof. Te Velde. Hij verwees onder meer naar overheidsregels en de prestatieafspraken, die het ministerie van Onderwijs met de Nederlandse universiteiten maakt.
Het is dit jaar in Kampen voor het eerst dat de diesviering alleen bij de TUK aan de Broederweg plaatsheeft. Deze zomer vertrok de andere Kamper theologieopleiding, een van de locaties van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), naar Amsterdam en Groningen. Deze instelling organiseerde gisteren in de hoofdstad een diesviering. Prof. Te Velde memoreerde echter de opening van de Hanzelijn gisteren „die Kampen met Amsterdam en Groningen verbindt. We zullen zien wat dat ons brengt.”
De TUK werkt ook de komende jaren op het gebied van onderzoek nauw samen met de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken. In het onderzoek naar de toekomstige vestigingsplaats van de TUK is „een eerste boeiende stap gezet” tijdens „praatsessies”, aldus de rector.
De komende jaren blijft de TUK de ‘leverancier’ van predikanten binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Uit prognoses blijkt dat de komende jaren te weinig studenten afstuderen om de verwachte vacatures voor predikanten te vervullen.
In de traditionele diesrede ging prof. dr. B. Kamphuis in op het thema ”Het Goddelijk lijden”. Over het lijden van God in Christus kan worden gesproken omdat één uit de heilige Drie-eenheid heeft geleden in het vlees, aldus de hoogleraar dogmatiek aan de TUK. „Het lijden van God is een vrijwillig aanvaard lijden uit heilige liefde van God, Vader, Zoon en Heilige Geest.”
Als het gaat over Goddelijk lijden wordt volgens de Kamper hoogleraar vaak onderscheid gemaakt tussen enerzijds de leer dat God of de goddelijke natuur kan lijden en anderzijds het lijden van Jezus Christus. Toch levert dit verschil verwarring op, aldus prof. Kamphuis. Het eerste kan zo voorzichtig worden omschreven dat het onduidelijk is. Het tweede kan daarentegen weer verabsoluteerd worden. „Ik denk dan bijvoorbeeld aan Luther, die er zelfs niet voor terug schrikt om de dood van Christus op God te betrekken.”
Prof. Kamphuis pleit er daarom voor om te spreken over theologisch en christologisch spreken over het Goddelijk lijden. Hij illustreerde aan de hand van Jesaja 63:9 dat de Bijbeltaal gebruikt wordt om emoties aan God toe te schrijven. „In een terugblik op de geschiedenis van Israël wordt God getekend als deelgenoot in de nood van zijn volk. Juist omdat hij daarin deelt, treedt Hij reddend op.”
In het Nieuwe Testament staat het lijden van Jezus Christus centraal, aldus prof. Kamphuis. „Hij is de eniggeboren Zoon van God, die Zelf God is. Maar hoewel Hij Gods Zoon was, heeft Hij moeten lijden en zo gehoorzaamheid geleerd, zegt Hebreën 5:8. In het spreken over Christus worden God en het lijden dus heel dicht bij elkaar gebracht.” Net als in het Oude Testament worden ook in het Nieuwe Testament emoties aan God toegeschreven: barmhartigheid, liefde, toorn. „Een echo van Jesaja 63:10 is te horen in Efeze 4:30: „Maak Gods heilige Geest niet bedroefd.” (NBV)
Volgens prof. Kamphuis is het niet zo dat de emotionele God van de Bijbel staat tegenover de onbewogen God van de Griekse filosofie. „De Bijbel geeft ons aanleiding om na te denken over Goddelijke emoties en Goddelijk lijden. Zijn die toch niet heel anders dan creatuurlijke emoties en creatuurlijk lijden? Als God geen berouw kent als een mens, zoals in 1 Samuel 15: 29 staat, in welke zin kan dan in hetzelfde hoofdstuk (vers 11) worden gesproken over zijn berouw?”
Prof. Kamphuis verwees hierbij naar de zogeheten accomodatieleer, die stelt dat God Zich aanpast aan ons begrip „De taal van Gods emoties en van Gods lijden zou dan oneigenlijke taal zijn. Eigenlijk is God onberouwelijk en onveranderlijk.” K. Schilder sprak in dat verband over ”wetenschappelijk taalgebruik”, aldus de hoogleraar. „Dat is de taal van de onberouwelijkheid en de onveranderlijkheid. Daarnaast is er het niet-wetenschappelijke spreken over emoties en lijden.”
Toch is God is altijd groter, aldus prof. Kamphuis. „Zowel als het gaat over zijn onveranderlijkheid als over zijn lijden. Dat staat niet tegenover elkaar als wetenschappelijk tegenover niet-wetenschappelijk, maar beide zijn zuivere, maar niet-adequate beschrijvingen van wie God is. Het is toch altijd weer anders, groter, onbegrijpelijker dan wij bevatten kunnen. Juist het feit dat beide gezegd moeten worden, leert ons iets over de heerlijkheid en grootheid van onze God.”
In de 16e eeuw ontstond een debat tussen de Lutherse en de gereformeerde theologie over de communicatie van eigenschappen tussen Christus’ Goddelijke en menselijke natuur. „Wat betekent het als de Schrift zegt dat het Woord, dat God is, vlees is geworden of dat de Heer der heerlijkheid is gekruisigd?” Zwingli en Luther verschilden op dat punt van mening. Calvijn koos voor de leer van de godheid die ook buiten de aangenomen mensheid van de Zoon is. „De eenheid van de beide naturen is, zoals de Heidelbergse Catechismus zegt, ongedeeld en ongescheiden. Dat staat ook in de Dordtse Leerregels, hoofdstuk II, paragraaf 4. Dat is zoveel als de gereformeerde versie van het aangevulde trishagion,”
Christus zocht sterfelijke mensen vol liefde op, aldus prof. Kamphuis. „In de nieuwere theologie wordt hierin vaak een tegenstelling gezien met de klassieke verzoeningsleer, waarin Christus gekomen is om de schuld voor onze zonden te betalen. Gods meelijden met ons in Christus is dan een alternatief voor verzoening door voldoening.” Onterecht, zo oordeelt de hoogleraar. „Verzoening door voldoening is niet de enige wijze waarop wij het karakter van de verzoening door het kruis van Jezus kunnen begrijpen. Inderdaad, de Zoon van God deelt in ons ellendige menselijke bestaan. Hij toont zijn solidariteit met ons. Dat geeft troost en moed om vol te houden. Maar juist zo heeft Hij zich ook onder het oordeel van God gesteld.”
Desalniettemin is er ook ruimte voor een theologisch spreken over goddelijk lijden, aldus prof. Kamphuis. Hij stelde daarbij drie voorwaarden. „Het is onopgeefbaar dat de Zoon een ander is dan de Vader. Daarom is Zijn lijden ook een ander dan dat van de Vader”, aldus de hoogleraar. „Als we spreken over Goddelijk lijden moeten we daarnaast strikt vasthouden aan lijden als de keerzijde van liefde. God lijdt niet uit machteloosheid, of door schuld, maar omdat Zijn liefde zo groot is. Alleen in een gevallen wereld is lijden de keerzijde van liefde.”
De derde voorwaarde is dat mensen bij het spreken over Gods lijden recht doen aan Zijn onveranderlijkheid en heerlijkheid, aldus prof. Kamphuis. „God is nooit slachtoffer van de omstandigheden. Zijn liefde voor mens en wereld is geen noodlot, overvalt Hem niet, maar is vrijwillige liefde, uitverkiezing: het gaat van Hem uit.”
Zie ook:
Met een rugzak vol kennis de wereld in, reportage in het RD (oktober 2012) over de Theologische Universiteit Kampen, in het kader van een serie artikelen over universitaire theologische opleidingen in Nederland.