De Heilige Schrift voor iedere generatie
RIJNSBURG - „Een vertaling van de Heilige Schrift is niet een historisch document waaraan je niet mag tornen”, vindt ds. W. N. Middelkoop. „De Bijbel is het levende Woord, dat voor elke generatie weer levend is en als zodanig vertaald moet zijn. Niet een vertaling, maar de Schrift zelf is geïnspireerd.” De christelijke gereformeerde predikant uit Rijnsburg is zeer gehecht aan de Statenvertaling en vindt een herziening alleen dan geslaagd als ze als de ’oude’ vertaling herkenbaar blijft. „Mijn verwachting is uitgekomen.”
Ds. Middelkoop signaleerde drie jaar geleden op de opiniepagina van deze krant dat zijn catechisanten bij het lezen van de Statenvertaling tegen een taalbarrière aanlopen. In zijn artikel pleitte hij ervoor deze hindernis zo veel mogelijk weg te nemen zonder het karakter van de Statenvertaling geweld aan te doen. Met zijn opiniebijdrage reageerde hij op de plannen om te komen tot een revisie van de Statenvertaling. „Ik ervoer in de omgang met catechisanten dat jongeren vaak helemaal niet beseffen wat ze lezen. Daarom bepleitte ik een positief meedenken met hen die de revisie overwogen.”Eén ding was voor hem ook duidelijk: aan de Statenvertaling (SV) moest worden vastgehouden. Daarom voerde hij een pleidooi voor een hertaling die het theologisch eigene van de SV zou moeten handhaven.
Na lezing van de nu gepubliceerde proeven is hij ervan overtuigd dat de revisie zo dicht mogelijk bij de SV is gebleven en dat de rijke inhoud ervan gehandhaafd is.
Uit de hertaling van Psalm 1 blijkt volgens ds. Middelkoop dat de vertaling heel dicht bij de mensen staat. „Ik kan niet anders zeggen dan dat de taalbarrière is overbrugd. Maar ook de theologische diepgang is volledig in stand gebleven. Woorden zoals ”de rechtvaardige” en ”welgelukzalig” zijn gehandhaafd. De bijbelse kernbegrippen, die onvervangbaar zijn, zijn ongewijzigd gebleven, maar tegelijkertijd is de taal toegankelijk gemaakt voor de jongeren. Mijn vrees was aanvankelijk dat er te veel zou worden veranderd in de opbouw van de tekst. Maar dat is niet gebeurd.”
Ook de verandering van ”gij” in ”u”, zoals die naar voren komt in de proeven van Markus 1, kan beslist zijn goedkeuring wegdragen. „Natuurlijk moet er in de bijbeltaal iets doorklinken van eerbied voor de heilige en verheven God, die toch de gans Andere is. Maar deze God is in Christus zeer nabij gekomen. Vergeet ook niet dat het woord ”gij” in de zeventiende eeuw de gewone aanspreektitel was tussen mensen in een gezagsverhouding en niet de gevoelslading van nu had.”
Ds. Middelkoop stelt dat de grootste kloof in het verstaan van de Bijbel van geestelijke aard is en in ons hart zit. „Van nature kunnen wij God niet begrijpen. Deze kloof is met een hertaling niet te dichten. De Heilige Geest moet ons brengen tot het werkelijke verstaan van de Heilige Schrift. Maar dat neemt niet weg dat God middellijk werkt en dat je onnodige barrières moet proberen weg te nemen. De revisie van Tukker viel tegen, omdat deze bleef hangen in het veranderen van naamvallen. Wij zijn nu zo veel jaren verder. Waarom is er zo weinig discussie over de vraag of je oudvaders mag hertalen om ze nog toegankelijker te maken, en wel bij de Bijbel? Als je ervan overtuigd bent dat de Statenvertaling van een enorme geestelijke inhoud is, moet je er ook voor zorgen dat de vertaling zo dicht mogelijk bij de mensen komt.”
De gebruikte taal moet iets weergeven van de heiligheid van God, vindt ds. Middelkoop. „De taal van Het Boek en de Groot Nieuws Bijbel is zo populair dat dit alles verdwijnt. Maar moet je de heiligheid verwoorden in de taal van de zeventiende eeuw? Als je over de geestelijke dingen spreekt in oude taalvormen wek je bij jongeren op zijn minst de indruk dat het geloof niet iets van deze tijd is. Het gaat er juist om dat je gewone taal gebruikt in het benoemen van geestelijke zaken.”
De Statenvertaling is niet gelijk aan een historisch document, zo benadrukt ds. Middelkoop. „Aan een historisch document mag je niet tornen. Denk aan de Nachtwacht van Rembrandt. Die kun je niet veranderen omdat de tijden veranderd zijn. Maar de Schrift is van een heel andere orde. De vertaling ervan blijft altijd een gebrekkige weergave die nooit het hoogste gezag kan hebben. Daarom zeg ik: De Schrift is het levende Woord en niet slechts een historisch document. Ook de statenvertalers wilden zich dicht mogelijk bij de mensen aansluiten.”
De Stichting Herziening Statenvertaling is erin geslaagd een weg te bewandelen tussen enerzijds hen die de revisie niet ver genoeg vinden gaan en anderzijds hen voor wie die te ver was. Ds. Middelkoop betreurt het dat de herziening vermoedelijk polariserend zal werken. „Het zal dan een verkramping geven die niet gerechtvaardigd is. Ik heb er wel begrip voor dat men wil vasthouden aan een ongewijzigde Statenvertaling, maar ik vind het jammer dat de kerken in onze gezindte hun verantwoordelijkheid niet hebben durven nemen. Alles wat nieuw en anders is, wekt argwaan. Maar de Schrift waarschuwt ons dat we niet moeten zeggen dat vroegere tijden beter waren. Het is heel gemakkelijk om nu die kans te laten gaan. Ik denk echter dat het een kwestie van tijd is: Als de revisie van de SV niet meer de geur van nieuwheid heeft, zal ze snel inburgeren.”
In de catechisatieruimte probeert de predikant te ontdekken wat de Heere Zelf zegt in Zijn Woord. „We proberen jongeren te leren zelf het Woord te lezen, zelf door de Heilige Geest te ontdekken wat de Schrift zegt.” Hij erkent dat herziening niet voor iedereen nodig is. „Er zijn ook jongeren die intellectueel genoeg onderlegd zijn om de tekst te kunnen begrijpen. Maar dan blijft nog overeind staan dat voor het gros een dergelijke revisie wel nodig is.”
De Rijnsburgse predikant pleit ervoor dat mensen binnen de gereformeerde gezindte elkaar de ruimte zullen laten om een keuze te maken. „We zullen te allen tijde moeten beseffen dat een bijbelvertaling ook emotionele waarde heeft. Als de Heere met Zijn Woord in je leven is gaan spreken, geeft dat een geestelijke en emotionele verbondenheid aan de vertaling. Als iemand er moeite mee heeft, geef hem of haar dan de ruimte; maar ook omgekeerd. Veronderstel niet dat de één een geestelijker keuze maakt dan de ander. Ik vind dat het van moed getuigt om een revisie te ondernemen. Het is ook een zaak van gebed om dit werk te volbrengen. Ik hoop vooral dat mensen die afscheid hebben genomen van de Statenvertaling door deze revisie weer ervoor worden ingewonnen.”
Dit is het derde artikel in een vierdelige serie over de Herziene Statenvertaling. Morgen volgen reacties uit verschillende kerken binnen de gereformeerde gezindte.