Kerk & religie

Zoon Gods

Ezechiël 9:4

6 December 2012 08:12Gewijzigd op 15 November 2020 00:39

„En de Heere zei tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over alle gruwelen, die in het midden van dezelve gedaan worden.”

Het komt ons het meest passend voor dat men onder ”Jehova” de bevelgevende Heere verstaat. De tweede Persoon, de Zoon van God, de Heerlijkheid van de God van Israël. Onder deze Naam komt Hij in het Oude Testament meermalen voor.

Zijn heerlijkheid hief Zich op van tussen de vleugels van de cherubim, boven de verbondsark in het heilige der heiligen, waar de Zoon Gods woonde in de schechina, de wolk der heerlijkheid.

Van de cherub kwam deze heerlijkheid tot de dorpel van het huis. Daar riep Hij en gaf bevel aan de Man, met linnen bekleed, Die een inktkoker aan Zijn lendenen had.

Onder die Man verstaan wij dan vooral God de Heilige Geest. Het is het bijzondere werk van de Geest om Gods kinderen op te schrijven, te merken en te tekenen, hen te bewaren en te verzegelen tot de dag van de verlossing. Die hier dan last geeft, is de Zoon Gods. Die ze ontvangt, is de Heilige Geest.

Beiden komen ons voor als wakers over Hun eigendom, over Hun uitverkorenen, die zuchten over de gruwelen van Jeruzalem. Ja, Zij ontfermen Zich over hen. Immers, kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten? „Ik heb u in beide Mijn handpalmen gegraveerd, en uw muren zijn steeds voor Mij” (Jesaja 49:15, 16).

Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (Uit een preek over Ezechiël 9:4, 1746)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer