Bewarend teken
Ezechiël 9:4
„En de Heere zei tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over alle gruwelen, die in het midden van dezelve gedaan worden.”
De Heere toont zes mannen aan Ezechiël de profeet. Elk heeft een wapen in zijn hand, om de wraak Gods over Jeruzalem uit te voeren. „Gaat door, door de stad, achter hem en slaat; Uw oog verschone niet. Doodt ouden, en jongelingen en maagden, en kinderen, en vrouwen tot verdervens toe.”
Toch wordt aan de profeet ook een Man getoond in het midden van die zes mannen. Hij is bekleed met linnen en heeft een inktkoker van een schrijver aan Zijn lendenen. Deze krijgt een bevel om te tekenen allen die over Jeruzalem zuchten, opdat die zes mannen niet komen zouden aan iemand op wie het teken gevonden werd.
Wij zien Gods voorzienigheid onder algemene oordelen en de bewaring van degenen die zuchten over Jeruzalems gruwelen in de dagen van de profeet: „Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem en teken een teken op de voorhoofden van hen, die zuchten over al die gruwelen, die in het midden ervan gedaan worden.”
Deze woorden kunnen vandaag dienen tot waarschuwing van Gods kinderen. Heb dan geen gemeenschap met de algemene volksgruwelen.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (Uit een preek over Ezechiël 9:4, 1746)