De multiculturele samenleving
Hoewel het eindrapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar het integratiebeleid nog lang niet klaar is, ligt de werkwijze van de commissie inmiddels zwaar onder vuur. Leidt de gekozen aanpak er niet toe dat het regeringsbeleid van de afgelopen jaren er veel te goed van afkomt?De SP’er Lazrak trok zich al terug uit de commissie voordat de hoorzittingen begonnen waren. Ook VVD-kamerlid Hirsi Ali schroomde niet om reeds in dit stadium met forse kritiek te komen.
Die kritiek spitst zich toe op de centrale rol van het Verwey-Jonker Instituut, dat het voorwerk voor de onderzoekscommissie heeft gedaan. Identificeert deze onderzoeksinstelling zich niet al te zeer met de multiculturele samenleving? Hirsi Ali, nooit op haar mondje gevallen, sprak van een kliek van beleidsonderzoekers.
Het was juist uit onvrede met dit beleid dat de Tweede Kamer destijds een motie aannam die tot dit parlementaire onderzoek leidde. Daarin werd zelfs uitdrukkelijk gesproken over een onvoldoende geslaagde integratie.
Jarenlang was het onder opinieleiders gangbaar om de toestroom van allochtonen naar ons land van de positieve kant te bekijken. De multiculturele samenleving die daardoor ontstond, was toch eigenlijk iets moois. En voorzover ze dat nog niet was, zou ze daar zeker op uitlopen.
In de kring van de PvdA, D66 en GroenLinks liep men over van begrip voor de leefgewoonten van allochtonen. Hun moest daarvoor alle ruimte geboden worden. Voor eventuele ontsporingen van allochtone jongeren toonde men veel begrip.
Inmiddels is het klimaat in Den Haag ook op dit punt omgeslagen. De aanslagen van 11 september 2001 en Pim Fortuyn hebben daartoe bijgedragen. De kiezers dwongen politici om de problemen van de multiculturele samenleving, met name in de grote steden, onder ogen te zien.
Opvallend is daarbij dat sommige allochtonen eveneens forse kritiek leverden op het overheidsbeleid, dat veel te lief was ten aanzien van de nieuwkomers. Ook nu zijn het allochtonen (Lazrak en Hirsi Ali) die aan de bel trekken.
Het overheidsbeleid is al aardig bijgedraaid. Allochtonen dienen in snel tempo Nederlands te leren en zich aan te passen aan onze maatschappij. Van verschillende kanten klinken pleidooien om allochtone jongeren die zich misdragen, hard aan te pakken, in plaats dat men vooral begrip toont voor hun ontsporingen.
In de ogen van het Verwey-Jonker Instituut is er echter geen sprake van grote problemen. Dat blijkt wel uit het rapport dat vandaag verschenen is. Er zou sprake zijn van een relatief succesvolle integratie. De negatieve sentimenten die de laatste tijd naar boven gekomen zijn, zouden vooral worden ingegeven doordat succesvolle allochtonen een deel van de autochtone Nederlanders op de maatschappelijke ladder voorbijstreven.
De maatschappelijke onvrede over het allochtonenbeleid wordt echter niet gevoed door de relatief kleine groep van succesvolle allochtonen, maar door de grote groep probleemgevallen. Die moeten aangepakt worden en daar moet de parlementaire onderzoekscommissie de nadruk op leggen. Wellicht dat dat bruikbare beleidsaanbevelingen oplevert.