Liefde als probleem voor de theologie
VEENENDAAL – Het is merkwaardig en problematisch dat de liefde tot de naaste geen zelfstandige plek in de christelijke theologie heeft gekregen, vindt Jeroen Bol, voorzitter van de George Whitefield Stichting (GWS).
De GWS hield zaterdag in Veenendaal een themadag over “De liefde maakt het verschil. De zegen van het dubbele liefdesgebod”. Bol hield ‘s morgens een lezing over de plaats van het dubbele liefdesgebod –de liefde tot God en de naaste– in de theologie. De naastenliefde heeft in de christelijke theologie niet dezelfde aandacht gekregen als in het jodendom, constateert hij. Waar het jodendom vooral gericht is op het doen, legt de christelijke theologie meer nadruk op de juiste leer en het juiste belijden.
In de registers van de veelgebruikte dogmatische werken van Johannes Calvijn, Charles Hodge en Louis Berkhof is onder “liefde” slechts één verwijzing te vinden, hield Bol de circa zestig aanwezigen voor. De nieuwe “Christelijke dogmatiek” van G. Van den Brink en C. Van der Kooi scoort met negen verwijzingen beter, maar de begrippen “naaste” en “naastenliefde” ontbreken in de index van de nieuwe dogmatiek. Bol: “Ik heb echt moeten zoeken naar iets wat lijkt op een christelijke theologie van de liefde.”
In het licht van het Nieuwe Testament, dat de liefde als de vervulling van de wet ziet, is dit gebrek aan aandacht voor naastenliefde “hoogst problematisch”, vindt de voorzitter van de GWS. “In het merendeel van de theologie ontbreekt was bij Jezus en Paulus nu net als het belangrijkste wordt gezien.”
Vooral Jezus legt op een ongekend radicale manier de nadruk op de naastenliefde. Het dubbelgebod als kern van de wet van God was geen nieuwe vinding van Jezus, legde Bol uit. Jezus sluit hierin aan bij een breed levende opvatting in het jodendom van zijn dagen die de liefde tot God en de naaste zag als de kern van de Thora.
Wel geeft Jezus een radicale interpretatie van het gebod om de naaste lief te hebben. Als illustratie van de joodse uitleg noemde Bol een uitspraak van rabbi Akiva uit de tweede eeuw na Christus. Een leerling vroeg hem: “Kunt u mij heel de Thora onderwijzen, terwijl u op één been staat?” Het antwoord van Akiva: “Wat jij verafschuwt, doe dat ook je naaste niet. Dat is de hele Thora, de rest is commentaar.”
Jezus formuleert deze “gulden regel” op een positieve manier: “Alle dingen dan, die gij wilt dat de mensen u zouden doen, doet gij hen ook alzo, want dat is de Wet en de Profeten” (Matth. 7:12). Bol: “Jezus geeft hier een revolutionaire slinger aan de toen al oude gulden regel. Het is Jezus hier in de eerste plaats te doen om een radicaal op de ander gerichte levensinstelling.”
Ook Jezus’ opvatting dat je ook je vijanden moet liefhebben, was volkomen nieuw in het jodendom van Jezus’ dagen, aldus Bol. “Zo radicaal als Jezus het formuleert, vind je het zelf nergens anders in het Nieuwe Testament terug.”
De voorzitter van de GWS ziet een verband tussen de verwaarlozing van de naastenliefde in de theologie en de “sterk anti-Joodse trekken” in de christelijke traditie.” Hij citeerde enkele uiterst negatieve uitspraken over de Joden van de kerkvader Chrysostomus en van Maarten Luther. “Hoe zijn deze uitspraken in vredesnaam ooit te rijmen met het gebod van Jezus om niet alleen je naaste maar ook je vijanden lief te hebben?”
De hemel is liefde
Ds. M. Klaassen, bestuurslid van de GWS, sprak over de plaats van het dubbele liefdesgebod bij de bekende 18e-eeuwse Amerikaanse theoloog Jonathan Edwards. Edwards hield in 1738 vijftien preken over de liefde naar aanleiding van 1 Korinthe 13, die later zijn uitgegeven als “Charity and its Fruits” (Liefde en haar vruchten). Liefde is voor Edwards het “wezen van alle ware godsdienst.”
Edwards ziet liefhebben op aarde als een oefening voor de hemel. “De hemel is een wereld van liefde”, zo luidt het opschrift boven zijn laatste preek over 1 Korinthe 13. Ds. Klaassen: “De meeste mensen kennen Edwards tegenwoordig van zijn beroemde preek over de hel, “Sinners in the Hand of an Angry God”, maar hij kon ook heel aangrijpend preken over de hemel”.
Edwards beschrijft de hemel in “gloedvolle woorden en bijna poëtisch”, aldus de hervormde predikant uit Sliedrecht. “Zoals de hemel een wereld van liefde is, zo is ook de weg naar de hemel de weg van liefde. Als u op weg wilt zijn naar die wereld van liefde, dan moet u een leven van liefde leiden.”
Liefde is lijden
‘s Middags sprak ds. A. Bloemendal, hervormd predikant te Groot-Ammers over de betekenis van het dubbele liefdesgebod voor het persoonlijk geestelijk leven en het leven in de christelijke gemeente. Hij vergeleek de liefde met een kaars, die licht en warmte verspreidt, maar zelf ook opbrandt.
De predikant wees op het voorbeeld van Christus . “Zie hoe Jezus Christus een wereld verloren in schuld liefhad en zich liet opbranden als een kaars. Wie door Zijn liefde wordt aangestoken, mag er ook aan beginnen. Wanneer wij uit liefde voor Christus het tweede gebod van de liefde in praktijk willen brengen, moeten wij ervan uitgaan dat het lijden met zich meebrengt.”
Ds. Bloemendal noemde ook vergevingsgezindheid als onderdeel van de naastenliefde. „Dat zijn moeilijke zaken, maar ze moeten wel aan de orde komen in de gemeente. Het kan, omdat Jezus ons voorgegaan is en zichzelf gegeven heeft, uit liefde.”
Lijden betekent niet alleen pijn, maar brengt ook vreugde met zich mee, aldus ds. Bloemendal. “Je moet je eigen plannetjes opgeven, je eigen wrok loslaten. Maar het geeft zo veel vreugde en blijdschap. De discipelen werden gegeseld, maar ze waren blij omwille van de naam van Jezus Christus.”
Om de naastenliefde in praktijk te brengen is een biddend leven nodig, benadrukte de predikant. In de persoonlijke omgang met God worden we gevoed door de liefde van God. “Willen we oog hebben voor onze naasten, dan moeten we veel naar God kijken.”
De naastenliefde kan ook alleen maar echt gestalte krijgen als we één zijn met Christus. Ds. Bloemendal: “Wij zullen nooit zo kunnen liefhebben als Jezus. Maar wanneer we door een nieuwe geboorte kinderen van Zijn Koninkrijk zijn, dan kan Hij daar wel eens meer van uitwerken in je leven dan je ooit had kunnen denken.”