Buitenland

Rohingya-moslims zitten vast aan de grens

Tientallen Rohingya-vluchtelingen die het etnisch geweld in Birma proberen te ontvluchten, zitten vast in geïmproviseerde kampen aan de grens met Bangladesh. Wie het buurland wel binnenkomt en betrapt wordt, moet onverbiddelijk terug.

Naimul Haq

30 November 2012 20:47Gewijzigd op 15 November 2020 00:34

Berichten over slacht­partijen onder Rohingya-moslims hebben de houding van de regering in Bangladesh niet veranderd. De Bengalese grenswachten kregen het strikte bevel om elke „indringer” uit Birma de toegang tot Bangladesh te ontzeggen, of ze nu met de boot of te voet komen. Daardoor zitten tientallen Rohingya vast in geïmproviseerde kampen langs de 270 kilometer landgrens.

De vluchtelingen hebben er vaak een lange, gevaarlijke tocht op zitten. „We reisden ’s nachts om niet opgemerkt te worden”, zegt Ejaz Ahmed, die erin geslaagd is zijn familie de grens over te brengen. „Er leek geen eind aan te komen, de kinderen konden niet meer verder. Soms hadden we geen eten of water, soms wisten we helemaal niet waar we waren.”

Aanvallen

De Rohingya, een staatloze moslim­minderheid in de westelijke Birmese provincie Rakhine, worden al jaren gemarginaliseerd. De afgelopen maanden waren ze het doelwit van aanvallen door de boeddhistische meerderheid.

Het geweld ontstond toen eind mei het bericht circuleerde dat drie Rohingyamannen een boeddhistische vrouw hadden verkracht. Duizenden Rohingya­gezinnen moesten hun huizen verlaten, zonder dat ze ergens heen konden. De vluchtelingen hadden geen toegang tot water, voedsel en medische voorzieningen.

Na een maand hadden al 83.000 van de 800.000 Rohingya hun huis in Rakhine verlaten. Tegen juni waren er 95 mensen vermoord.

Doodgeslagen

De Birmese overheid zegt het etnische geweld in te dammen, maar blijft aanvallen op de Rohingya-moslims aanwakkeren, aldus de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). Vluchtelingen die in kampen in Bangladesh verblijven, zeggen dat ze niet anders konden dan vluchten. „Ik zag hoe mijn buren uit hun huis gesleurd werden en dood werden geslagen”, zegt Rehana Begum. „Als we niet gevlucht waren, hadden ze ons ook gedood.”

„In een donkere nacht viel een tiental mannen onze plaatselijke markt aan”, zegt Mujibor Rahman, een groenteverkoper uit het dorp Kyauktaw. „Ze haalden jonge moslimmannen op en staken hen neer met een degen. Velen stierven meteen, anderen bleven kreunend liggen.”

Teruggestuurd

Luitenant-kolonel Mohammad Khalequzzaman, commandant van de grenswacht in het Bengalese district Cox’s Bazar, zegt dat er sinds augustus meer dan 1300 Rohingya zijn teruggestuurd via de grensovergangen Tumbru en Ghundum. Sinds de eerste golf vluchtelingen arriveerde, ongeveer 4 maanden geleden, zijn 2600 Rohingya teruggestuurd.

Het Bengalese ministerie van Binnenlandse Zaken schat dat er tegen begin volgend jaar bijna 10.000 vluchtelingen zullen zijn teruggestuurd.

De Bengalese kustwacht heeft zijn patrouilles op de rivier de Naf opgevoerd. Met speedboten gaan ze op zoek naar vluchtelingen. De Naf vormt een van de grenzen tussen beide landen.

Gammele bootjes

De enorme Golf van Bengalen, ten zuiden van Bangladesh en ten zuidwesten van Birma, biedt mogelijkheden voor de vluchtelingen. In gammele bootjes steken ze daar de grens over, meestal ’s nachts.

„Het is zeer gevaarlijk om zo’n kustroute te nemen. De kustwacht van beide landen schiet vaak op ons”, zegt Mohammad Kalam Hossain, die recent met een groep van 26 mannen, vrouwen en kinderen in de Bengalese grensstad Teknaf is gearriveerd. Ze waren vertrokken uit het vissersdorp Ponnagyun.

Wie erin slaagt Bangladesh binnen te komen, is voortdurend bang om verklikt te worden. Aangezien ze het lokale dialect spreken en sterk op Bengalezen lijken, slagen veel vluchtelingen erin zich ongemerkt onder de plaatselijke bevolking te mengen. Maar als ze betrapt worden, kennen de autoriteiten geen genade, zeggen ze.

„De autoriteiten dwingen je te vertellen waar de anderen zich bevinden, en dan wordt iedereen terug­gestuurd”, zegt Julekha Banu, die in september naar Bangladesh kon vluchten. „Daarom proberen we ons overdag zo weinig mogelijk te laten zien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer