„Beweeg als kerk bij ramp mee met media”
RIJSOORD – Het is belangrijk om als kerk mee te bewegen met de media zonder dat je jezelf te grabbel gooit, aldus Hans Berrevoets. De communicatieadviseur sprak donderdagavond in Rijsoord voor ambtsdragers van de classis Dordrecht van de Protestantse Kerk.
Berrevoets was betrokken bij de Dordtse wijkgemeente Sterrenburg, die in maart 2010 de deuren openstelde toen het twaalfjarige meisje Milly Boele vermist werd en naderhand bleek te zijn vermoord. De predikanten ds. mevr. M. E. Boogaard en ds. C. A. Streefkerk waren en zijn aan de wijkgemeente verbonden.
Ds. Boogaard vertelde als eerste van de ervaringen die zijn opgedaan. Verwijzend naar de woorden ”De rol van de kerk bij rampen”, waarmee haar verhaal was aangekondigd, vroeg zij aan de aanwezigen: „Wanneer spreek je over een ramp?” Hierop werd geantwoord: „Als het ontwrichtend is voor de normale structuren van het leven.” Dit antwoord lokte een nieuwe vraag uit: „Een moord, is dat ook een ramp?” Waarop ds. Boogaard vervolgde: „Dat hebben wij ook moeten leren: Let op je taalgebruik. Anders geef je dingen een verkeerde dramatiek.”
Toen Milly Boele vermist was, werd meteen intuïtief besloten dat de kerk open moest. „Maar met dat bekend was: Milly is vermoord, staat de pers bij je voor de deur. Of eigenlijk staat die al binnen.” Op dat moment nam collega ds. Streefkerk contact op met voormalig journalist en communicatieadviseur Hans Berrevoets, die goed bekend is met de Dordtse instanties en met het kerkelijk leven.
Acht cameraploegen
Vervolgens kreeg Berrevoets het woord. „Ik had de persconferentie over Milly Boele meegemaakt, dus ik was precies op de hoogte. Er stonden acht cameraploegen voor de deur. Het is belangrijk om als kerk op een bepaalde manier mee te bewegen, de media te bedienen zonder dat je jezelf te grabbel gooit.” Hij gaf aan dat de kerk „opschaalde”, wat inhield dat hij en ds. Streefkerk bij de kerk betrokken bleven zolang als dat nodig was. Milly werd vanuit de kerk begraven. Onder andere de burgerlijke gemeente had wensen. Berrevoets zei dat de kerk „partner van de familie” wilde zijn bij de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. „Je moet kijken welk gebied je kunt delen met de media. In ruil daarvoor krijg je privacy. Het bleek mogelijk dat je als kerk zodanig het nieuws kunt sturen, dat voorkomen wordt dat problemen ontstaan met de media. Er is geen cameraploeg in de kerk geweest.”
Berrevoets en ds. Streefkerk waren het aanspreekpunt. De communicatieadviseur noemde het essentieel dat er duidelijke afspraken zijn over wie het aanspreekpunt is voor de media. „Dan kun je het nieuws sturen. In de zondagmorgendienst is ook aan de gemeente uitgelegd hoe om wordt gegaan met de pers.” Hij benadrukte verder: „Zorg dat wat je zegt feitelijk klopt. Journalisten zijn wantrouwend, daar worden ze voor betaald. Als je informatie geeft die niet duidelijk is, roept dat allerlei vragen op en krijg je speculaties.”
Koninginnedag
Voor kerkenraden had Berrevoets de volgende boodschap: „Media overkomen je. Een jongere kan twitteren tijdens de dienst: De dominee is geweldig, of juist helemaal niet. Wat doe je dan? Het is goed om als kerkenraad daarover te praten met elkaar.”
In reactie op het gezegde zei een van de aanwezigen: „De familie Boele was kerkelijk. Maar hoe moet het als dat niet het geval is?” Hierop antwoordde Berrevoets dat elke kerk daar op een eigen manier mee moet omgaan. „Het wordt gewaardeerd als kerken de deuren openstellen als er calamiteiten zijn. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Apeldoorn toen met Koninginnedag iemand op de koninklijke familie in wilde rijden.”
Ook werd de vraag gesteld of communicatie niet vanuit de kerk georganiseerd moet worden, bijvoorbeeld vanuit de classis. Hierop zei Berrevoets dat de Protestantse Kerk communicatieadviseurs heeft. „Die kunnen de methodiek vertellen. Maar belangrijk is ook dat iemand plaatselijk bekend is met de verschillende instanties.”