Op de website vuurwerkcrew.nl staat een filmpje over de nieuwe Cobra 7, gezegend met 50 gram flashkruit. Ergens in de bergen wordt deze nieuwe knaller op een rotsblok afgestoken. De ontploffing echoot flink na en er blijft een grote rookwolk hangen. Maar er is nog zwaarder vuurwerk op de illegale markt. Vooral uit Italië, Polen en Rusland wordt veel via internet aangeboden, zoals nitraatbommen en zogeheten Big Boys. Dat gebeurt door criminele organisaties, zegt Cees Meijer van de taskforce Opsporing Vuurwerk Bommenmakers. „Dit vuurwerk wordt echt voor de illegale handel geproduceerd. Het knalt zo hard dat je trommelvliezen eraan gaan. Professionals gebruiken het niet eens.”

Het zijn deze soorten die het draagvlak voor vuurwerk in Nederland verkleinen. In april was er in de Tweede Kamer een hoorzitting over vuurwerkoverlast. Daarbij kwamen tegenstanders nadrukkelijk aan het woord, zoals het comité Staakt het Vuren.

Veel liefhebbers balen dan ook van het illegale vuurwerk dat ons land binnenkomt. Zoals oprichter Toon Gemmink van Freakpyromaniacs.com, naar eigen zeggen ’s werelds grootste vuurwerk community. „Als je in de straat een Cobra afsteekt, moet je uitkijken dat je ramen er niet uitvliegen. Dat is de reden dat steeds meer mensen tegen vuurwerk zijn. Jammer, want eigenlijk is de kwaliteit van het legale vuurwerk de afgelopen tien jaar enorm verbeterd. De variatie en de effecten zijn supergoed. Dat komt vooral doordat het aantal importeurs flink is gegroeid. Zij brengen dingen op de markt die er eerder nog niet waren.”

Gemmink heeft het dan vooral over siervuurwerk. De illegale handel daarin is dan ook beperkt, zegt Meijer. „Tot twee jaar geleden werd er nog veel in België gekocht. Maar om daar vuurwerk aan te schaffen, moet je tegenwoordig aantonen dat het voor professionele doeleinden is. Er is bijna geen land dat een vuurwerktraditie heeft zoals wij, waarbij iedereen met oud en nieuw zelf mag afsteken. Die traditie willen we graag behouden, maar daar passen wel regels bij.”

Dat is de belangrijkste reden dat de regelgeving in Nederland behoorlijk afwijkt van de Europese richtlijnen. „Deze geven per vuurwerksoort het plafond aan”, zegt woordvoerder Sjirk Kuijper van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. „Daarbij wordt er echter van uitgegaan dat professionals het vuurwerk afsteken. Daarom hanteren we in Nederland een lagere grens voor consumentenvuurwerk.”

Maar het is lastig om het probleem in de landen van herkomst op de kaart te krijgen, zegt Meijer. „Juist gezien onze vuurwerktraditie, wordt het zware knalvuurwerk specifiek voor onze markt geproduceerd. In Polen zelf hebben ze er bijvoorbeeld geen last van. De overheid ziet het daardoor als een Nederlands probleem, zodat er geen enkele reden is om een fijnmazig controlenetwerk op te zetten. Voor bestrijding zijn we op onszelf aangewezen.”