Dat heeft D. Witteveen, voorzitter van de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) woensdag gezegd op een pensioencongres in Ermelo. De fondsen hebben samen verplichtingen van 400 miljard euro. Het aantal fondsen dat onvoldoende middelen heeft om op termijn de verplichtingen na te komen, is evenwel licht gestegen.

De toezichthouder hamerde opnieuw op het belang van een kostendekkende premie. Daar moet een opslag voor voorzienbare risico’s in zitten. „Daarmee zijn niet alle risico’s volledig afgedekt: 100 procent zekerheid bestaat nu eenmaal niet.” Een van de risico’s die fondsen lopen, is een koersdaling op de effectenbeurzen.

De pensioenpremie lag in 2002 nog een kwart onder de werkelijke kostprijs, zo haalde Witteveen een overzicht van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) aan. Dit jaar ligt de premie nog 15 procent onder het kostendekkende niveau. Volgend jaar zal dat duidelijk beter zijn.

De grootste twee pensioenfondsen van Nederland, ABP (overheid) en PGGM (zorg), hebben eerder dit jaar al aangegeven de premie flink te verhogen naar de kostprijs. Dat treft ruim 2 miljoen werknemers in de betrokken sectoren.

Momenteel is de toezichthouder bezig een formule te bedenken om de kostendekkende premie uit te rekenen. Verschillende risico’s moeten in de premie worden meegenomen. Witteveen wijst op de gevaren die kleven aan een pensioenpremie die diverse elementen buiten beschouwing laat.

Dat zou neerkomen op het vooruitschuiven van risico’s, meent de PVK-baas. Afwachten tot betere economische tijden aanbreken, bestempelt Witteveen als speculatief. Verder leidt het vooruitschuiven van risico’s tot een in zijn ogen nog veel groter gevaar: „De onbetaalbaarheid van de vergrijzing.”