Heruitgave Leidse synopsis krijgt vorm
KAMPEN – Een monument van gereformeerde orthodoxie. Zo is de Leidse dogmatiek ”Synopsis Purioris Theologiae” (1625) te typeren. Zo’n vijftien wetenschappers werken hard aan een wetenschappelijke, driedelige uitgave. Woensdag vindt in Kampen een eerste –internationaal– symposium over de Synopsis plaats, georganiseerd door het werkgezelschap Oude Gereformeerde Theologie.
Het gezelschap werd in 1982 in Utrecht opgericht om de vroegmoderne scholastieke theologie te bestuderen. Dat gebeurde in een tijd dat de klassieke godgeleerdheid in de domstad nog glorieerde. Inmiddels zijn de drijvende krachten, prof. Willem van Asselt en prof. Antoon Vos, naar de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven vertrokken en daar actief aan het Instituut voor Post-Reformatorische Studies. Het werkgezelschap heeft verder een breder draagvlak gekregen door samenwerking met de theologische universiteiten in Apeldoorn en Kampen.
Woensdag wordt een speciaal nummer van het tijdschrift ”Church History and Religious Culture” (CHRC) (over de Synopsis gepresenteerd. De bijdragen daarin zijn het resultaat van een conferentie van de Sixteenth Century Studies Society vorig jaar in Forth Worth (Texas, VS).
Prof. Henk van den Belt (Groningen) beschrijft in het nummer samen met prof. Donald Sinnema (Trinity Christian College, VS) de oorsprong van de Synopsis in de traditie van academische disputaties zoals die werden gehouden aan de Leidse universiteit in de periode van 1620 tot 1624, maar die teruggaan op een lange traditie vanaf 1596. De Synopsis was volgens de auteurs bedoeld om Leidse theologiestudenten te oefenen in het debatteren over dogmatische thema’s.
De Synopsis is een bundeling van 52 disputaties, samengevat in –meestal– positief geformuleerde stellingen of theses die nagenoeg het geheel van de theologie bestrijken. Brill geeft ze uit in een geannoteerde Latijns-Engelse editie in drie banden met in totaal 1500 bladzijden. Eind volgend jaar zal het eerste deel verschijnen, onder redactie van de vrijgemaakte theoloog dr. Dolf te Velde.
De Synopsis wilde de gereformeerde orthodoxie verwoorden zoals die na de Dordtse Synode (1618-1619) in hernieuwde vorm gestalte kreeg. De term ”zuiverder” (purioris) doelt op de zuivering van dwalingen, met name die van het remonstrantisme. Toen de Dordtse Synode de remonstranten de kerk uitstuurde, werd een commissie in het leven geroepen om ook het theologisch onderwijs te zuiveren. De Leidse remonstrant Episcopius moest het veld ruimen, twee nieuwe hoogleraren werden benoemd: Antonius Walaeus (Middelburg) en Antonius Thysius (Harderwijk). Beiden inaugureerden in 1619 en zijn samen met Johannes Polyander (opvolger van Gomarus in 1611) en Andreas Rivetus (in 1620 uit Frankrijk overgekomen) de schrijvers van de Synopsis.
Dr. Van den Belt beschrijft in de CHRC de invloed van de arminiaanse controverse op het debat over de goddelijke roeping tot de zaligheid. Hij vergelijkt de Leidse disputaties van voor de Dordtse Synode met die van erna. De innerlijke roeping wordt na de synode niet langer vereenzelvigd met de zaligmakende roeping. Ook Arminius gebruikte immers de term inwendige roeping, maar hij zag deze als een roeping die de mens kan weerstaan. De gereformeerde theologen voelden daarom de behoefte om het innerlijke werk van de Geest meer te differentiëren en specifieker na te gaan wanneer en hoe de inwendige roeping effect heeft. Zij leerden dat het samengaan van uitwendige en inwendige roeping niet altijd zaligmakend was, zoals blijkt in het leven van de hypocriet, die het Woord met vreugde kan ontvangen maar slechts voor een tijd gelovige is.
De Synopsis was in de zeventiende eeuw het bekendste dogmatische handboek in Nederland, goed voor vier herdrukken. In de negentiende eeuw herleefde de belangstelling binnen het neocalvinisme, toen H. Bavinck in 1881 een zesde editie publiceerde. De laatste uitgave van de Synopsis was een Nederlandstalige, in 1964, in een vertaling van Dirk van Dijk (in 1975 nog eens herdrukt).
Prof. Van Asselt, voorzitter van het werkgezelschap en een van de drie uitgevers, typeert de Synopsis als een in brede kringen gewaardeerd handboek van gereformeerde theologie dat in gesprek gaat met de theologie van de kerk der eeuwen, de kerkvaders, maar ook de middeleeuwse theologen. „De vormgeving is typisch zeventiende-eeuws in de presentatie van theses, maar niet zo technisch en polemisch als bij Voetius. De waarde van de Synopsis is dat we de klassieke gereformeerde theologie verstaan die ook onze eigen traditie uitdaagt en kritiseert wat zich ten onrechte als gereformeerd presenteert.”