„Vaker gifstoffen in granen en schelpen”
WAGENINGEN – Door klimaatverandering komen natuurlijke gifstoffen vaker voor in voedsel. Dat maakten wetenschappers van het Wageningse onderzoeksinstituut Rikilt dinsdag bekend.
De onderzoekers keken specifiek naar de aanwezigheid van mycotoxinen in granen en biotoxines in schaal- en schelpdieren. De aanwezigheid van deze twee soorten toxinen wordt beïnvloed door verandering in het klimaat.
Door de klimaatverandering wordt Noordwest-Europa warmer en ontstaat er meer variatie in regenval: in sommige regio’s gaat het meer regenen; in andere wordt het juist droger. Door deze veranderingen kan er meer tarwe en maïs verbouwd worden, zo bleek uit modelstudies. Tarwe zal echter vaker het mycotoxine deoxynivalenol bevatten.
Verder verwachten de onderzoekers een stijging van de concentraties van algen in de Noordzee. Ook zal algenbloei –een explosieve groei van giftige blauwwieren– er vaker voorkomen. Het is volgens hen echter niet zeker of hiermee ook de besmetting van schelpdieren met biotoxines toeneemt.
Door de klimaatverandering neemt het risico op voedselvergiftiging toe, concluderen de onderzoekers. Ze adviseren de gehalten van mycotoxines en biotoxines in voedsel in de toekomst nauwlettend in de gaten te houden.