Anekdotes over de preekstoel
Boeken kunnen op verschillende manieren ontstaan. Je kunt ze zelf schrijven of door een ghostwriter laten vervaardigen. Je kunt ook iets wat je eerder ergens geschreven hebt, bundelen en zo tot een boek(je) maken.
Van dat laatste procedé is ”De houten broek” een aardig voorbeeld. Het bevat anekdotes over de preekstoel van de hand van ds. M. van Kooten, hervormd predikant in Elspeet. De bijdragen verschenen eerder in een regionaal kerkblad.
Het boekje voert de lezer mee in een stoelendans door kerkelijk Nederland, en zo nu en dan zelfs door andere delen van de wereld. Met die stoelen zijn hier preekstoelen bedoeld. In de volksmond heetten ze vroeger ”houten broek”. Ds. Van Kooten refereert echter aan een eerdere betekenis, waarbij de houten broek stond voor een beperking van de welsprekendheid. De Leidse hoogleraar E. A. Borger vond de hem toegemeten vierkante centimeters onder het klankbord een hindernis bij de verkondiging. Maar de meeste predikanten stelden prijs op een zekere bescherming en verberging van hun gestalte; de broek van hout, niet al te ruim bemeten meestal, leverde die.
Een bont tafereel trekt voorbij. Van preekstoelen, jawel, maar wat is in de kerk een houten broek zonder prediker? Vandaar dat ook de eerwaarden in ruime variant en van allerlei slag en snit de revue passeren. Soms een glimlach ontlokkend, dan weer in alle ernst en soms ook ontroerend. Anekdotes hebben toch vooral een lichte, humoristische toets. Ik denk dat de schrijver zich hier op een bepaalde manier en in een bepaald opzicht laat kennen. Dat kan geen kwaad; humor in het kerkelijk bedrijf is als olie in de machinerieën.
Wat en wie komen we allemaal tegen? Ik pluk maar wat bloemen uit dit boeket. In Rockanje hadden lieverdjes de kanseldeur vanbinnen dichtgetimmerd. Hun dominee, de bekende en beruchte ds. J. H. Zelle, was niet voor een kleintje vervaard en klauterde ’s zondagsmorgens zonder hulp eroverheen. Je ziet het voor je. Of neem ds. J. H. Koster, die in Montfoort de dienst meer dan twee keer zo lang aanhield omdat de zondagse (!) kermis pas mocht beginnen als de kerk uit was… Totdat de veldwachter op de achterdeur van de kansel klopte en vroeg wanneer zijne eerwaarde eindelijk klaar dacht te zijn. Waarop ds. Koster snedig antwoordde dat dit alleen in de hemel bekend was.
Er zijn ook stukjes met een andere toon. Er stierven ook dominees op de kansel. Een van hen was de vader van de bekende Utrechtse ds. E. van Meer; zijn vader, dr. B. van Meer, stond in Spannum (Fr.) en stierf aan een plotselinge beroerte toen hij de kanseltrap afliep om het avondmaal te bedienen. Dat ráákt je, net als het veel bekender sterven van ds. Van Herwaarden door een blikseminslag in de kerk van Opheusden.
De schrijver geeft een doorkijkje in de ontstaansgeschiedenis van de preekstoel. Daarbij speelt ook de taal een rol: hoe wij aan het woord kansel zijn gekomen. Merkwaardig genoeg siert een foto van de stenen kansel in de Bovenkerk van Kampen dit boekje over een broek van hout…
Ds. Van Kooten heeft een mooi geschriftje bij elkaar gesprokkeld. Ik vroeg me af of hij dat allemaal in zijn hoofd heeft opgeslagen; ik vermoed echter dat er heel veel schoenendozen aan te pas zijn gekomen. Misschien wil hij ook nog eens wat schrijven over de deklassering van de houten broek met klankbord tot zielloze kisten aan de wand of glazen gevallen waarbij je denkt, als je erop leunt, dat ze spontaan zullen afbreken en die een open uitzicht bieden op de gestaltelijkheid van de predikheer.
Een boekje als dit moet je niet in één keer uitlezen. Dan krijgt het iets vermoeiends. Neem het met mate tot u. Drinkt u koffie of thee, laat dan de koek weg en neem een vankootentje.
Boekgegevens
”De houten broek”, ds. M. van Kooten; uitg. De Banier Apeldoorn, 2012; ISBN 978 90 336 31948; 103 blz.; € 9,95.