Gezonde wandel
2 Korinthe 5:7
„Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.”
Het levend geloof is een planting van de hand van de Heere. Het behelst dat u Christus kent als uw Zaligmaker, uw Borg, uw Bruidegom, de Liefste van uw ziel, dat u Hem zó aanneemt en omhelst en daardoor macht ontvangt, om een kind van God en erfgenaam van het eeuwige leven te zijn, om uit de grond van uw hart te zeggen: „Mijn liefste is mijn en ik ben Zijn” (Hooglied 2:16), zodat u door dat geloof op Christus steunt, zodat Hij in u leeft (Galaten 2:20).
Maar wat is nu wandelen door geloof? Het is niet alleen de bekwaamheid hebben om Christus te kunnen aannemen en op God te steunen als op een verzoende en genadige Vader, maar het is ook die bekwaamheid te tonen, door de werking des geloofs. Wandelen betekent niet alleen goede, gezonde en sterke voeten hebben, maar ook opstaan en heengaan. Het gestorven dochtertje van Jaïrus kon op haar voeten niet gaan. Maar toen ze opgewekt was, stond zij op en wandelde (Markus 5:42). Zo is ook een mens die opgewekt is met Christus uit de dood der zonden: hij staat op en wandelt.
Jacobus Borstius, predikant te Rotterdam,
(”De vermakelijke wandeling naar de hemel”, 1734)