Herfst op landgoed Den Treek-Henschoten
Een Randstedeling hoeft voor prachtige herfstbossen heus niet naar de Veluwe. De Utrechtse Heuvelrug heeft er ook genoeg. Op landgoed Den Treek-Henschoten bijvoorbeeld.
Als Albert de Vries uit Woudenberg tijdens zijn hardlooprondje over het landgoed tussen Leusden en Maarn even wil uitrusten, doet hij dat graag op een bankje met uitzicht op het Treekermeertje. „Het mooiste plekje van het hele landgoed”, vindt hij. „Ik zie er vaak reeën omdat het gebied rond het meer niet vrij toegankelijk is. Pas zag ik een marterachtige onder de verhoging door lopen. Ook heb ik in de buurt een keer een vos gezien.”
De Vries verbaast zich over het feit dat er langs dit ”plekje dat niemand wist” geen wandelroute leidt. Boswachter Henk Ketelaar (54) van het landgoed Den Treek-Henschoten heeft daar wel een verklaring voor. „Bij het Treekermeertje staat de Schaapskooi, een vakantiehuis voor de eigenaren van het landgoed. Om de natuur en de familie met rust te laten, is een gedeelte van het gebied verboden terrein.” Toch is Ketelaar best bereid om een rondje om het afgezette gebied te lopen. „Het is inderdaad een schitterend stukje natuur.”
De route begint bij een parkeerplaats aan de Trekerweg aan de linkerkant van de Doornseweg (N227) van Leusden naar Maarn. Snel is de wandelaar omsloten door een gemengd bos. „Den Treek-Henschoten is aantrekkelijk door de grote diversiteit van het gebied. Bos, heide, natte natuur en landbouw wisselen elkaar af. Maar ook het bos kent een grote diversiteit. Moet je kijken, op dit kleine stukje staan wel vier verschillende soorten naaldbomen vlak bij elkaar: douglas, lariks, fijnspar en een tsuga, ook wel hemlockspar genoemd. Die diversiteit trekt veel flora en fauna aan.”
Dat het nog volop herfst is, bewijzen de vele paddenstoelen langs de route. De bekendste, de rode vliegenzwam met zijn witte stippen, staat graag onder berkenbomen. „Weet je hoe de vliegenzwam aan zijn witte stippen komt?” vraagt Ketelaar. „Als de zwam uit zijn vlies schiet, blijven er stukjes van dat vlies op plakken. Bij vochtig weer spoelen ze er gelijk van af, maar bij droog weer blijven ze er op plakken.”
De Trekerweg eindigt bij een open stuk bos. „Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers hier een schijnvliegveld aangelegd”, vertelt Ketelaar. „Er stonden houten vliegtuigen, die de aandacht moesten afleiden van Vliegveld Soesterberg.” Het schijnvliegveld werd in 1942 binnen één week twee keer gebombardeerd.
Andere sporen van de oorlog op het landgoed zijn de loopgraven die even verderop aan weerszijden van het pad zichtbaar zijn. Navraag bij Johan de Kruijff van Stichting Oud Woudenberg leert dat er nooit echt gevochten is op het landgoed. Wel hadden de Duitsers er kanonnen geplaatst die granaten over de Grebbelinie richting Barneveld schoten. „Maar ze kregen de volle lading terug”, vertelt De Kruijff. „Daarom liggen er her en der nog wel de nodige bom- en granaatscherven.”
Dan komt het Treekermeertje in zicht. Vlak ervoor een verhoging met een bankje erop. Een eenvoudig hekje moet voorkomen dat kinderen van de heuvel de braamstruiken inrollen.
De Vries heeft niet overdreven met zijn bewering dat dit wel eens het mooiste plekje van het landgoed kon zijn. Het meertje ligt stil te dromen in een flauw herfstzonnetje. Blauwe waterpartijen, onderbroken door gele pollen gras en omringd door groene naaldbomen en bruinrode loofbomen, leveren een prachtige kleurenschakering op. Een eenzame, vrijwel kale grove den weet zich nog net overeind te houden in de kletsnatte oever van het meertje. „Die houdt het niet lang meer vol”, weet Ketelaar. „Maar waar hij ook neervalt, we laten hem liggen. De natuur mag hier haar gang gaan.”
Dat er in dit stukje van het landgoed veel reeën voorkomen, is te zien aan de sporen in de modder. Ook dassen hebben hier in de buurt een burcht, vertelt Ketelaar. De beide zoogdieren zorgen af en toe voor schade aan de maisvelden, die hier grenzen aan de natuur. Voorbij de Schaapskooi ligt een net omgeploegd akkertje te glimmen in de zon. Aan drie kanten is het omringd door bos.
„Kra, kra!” Een hard, raspend geluid doorbreekt de relatieve stilte in het bos. „Een raaf”, weet Ketelaar direct. De grote, zwarte vogel vliegt over de boomtoppen weg. „Er broedt hier een paartje.”
Als de boswachter wordt gevraagd welke vogels er nog meer op het landgoed voorkomen, volgt een lange lijst. Van roofvogels zoals havik, boomvalk en bosuil tot kleine zangvogeltjes zoals het winterkoninkje.
De route gaat langs een afgesloten parkeerplaats de heide op. Vroeger bestond vrijwel het gehele 2000 hectare grote landgoed uit hei, maar de eigenaren hebben in rap tempo bossen aangeplant (zie kader). Op de hei ligt een mooi uitkijkpunt, de Treekerpunt. Dicht bij de parkeerplaats liggen nog twee grafheuvels uit de bronstijd. De heuvels zijn opgebouwd uit heideplaggen, waar geen gebrek aan was in dit gebied.
Na de 4,5 kilometer lange wandeling lokt het pannenkoekenhuis aan de overkant van de Doornseweg (N227). De pannenkoek van de maand is misschien wat veel van het goede, maar een cappuccino gaat er best in.
Dit is het twaalfde artikel in een serie over natuurgebieden waar van alles te beleven is. De artikelen staan afwisselend in het Reformatorisch Dagblad en Terdege.
Feiten over Den Treek-Henschoten
Landgoed Den Treek-Henschoten meet bijna 2000 hectare en is in particulier bezit. In 1807 kocht Willem Hendrik de Beaufort (1775-1829) buitenplaats Den Treek van Jan Andries du Bois. Hij knapte het bijbehorende landhuis op, legde vijverpartijen aan en begon met de ontginning van heidevelden.
Omdat Arnoud Jan de Beaufort met de eigenares van landgoed Henschoten trouwde, kwam dit gebied ook in bezit van de adellijke familie. In 1919 besloten de familie de landgoederen samen te trekken tot Den Treek-Henschoten.
Inkomsten verkrijgen de eigenaren door landbouwgronden te verpachten, erfpachten, verhuur van woningen en de verkoop van hout. Omdat het grootste gedeelte van het landgoed is opengesteld voor het publiek ontvangen de eigenaren een openstellingssubsidie van het Rijk. Ruiters die op het landgoed willen paardrijden, moeten eerst een ruiterpenning aanschaffen.
Het landgoed bestaat uit 1400 hectare bos, 400 hectare landbouwgronden, 100 hectare heide en 100 hectare natte natuur.
Heeft u de wandeling gelopen en klopte er iets niet? Geef het als reactie onder dit artikel door. Ook andere reacties zijn welkom!