Analyse: Anglicanen wacht moeilijke periode
LONDEN – Elkaar vasthouden in liefde en vertrouwen. Dat is de opdracht voor de Church of England na het wegstemmen van het voorstel om vrouwen te kunnen benoemen tot bisschop.
Of deze woorden van de aartsbisschop van Canterbury, dr. Rowan Williams, realiteit worden zal de komende maanden blijken. Vertegenwoordigers van kerkelijke overlegorganen en belangengroeperingen moeten opnieuw in gesprek over de mogelijkheid om vrouwen te kunnen benoemen tot bisschop in de Anglicaanse Kerk.
Dat de kerk haast moet maken met dat overleg, heeft zowel met druk van binnenuit als van buitenaf te maken. Van binnenuit omdat de meeste kerkleden geen bezwaar hebben tegen vrouwen in het ambt. En van buitenaf omdat de Engelse publieke opinie zich massaal tegen de kerk keert, die in de ogen van velen vrouwen als minderwaardig behandelt.
Toch is het twijfelachtig of het kerkelijke gesprek over het onderwerp van een leien dakje verloopt. Het discussieklimaat rond het thema is inmiddels danig verziekt, concludeerden diverse sprekers rond de stemming over vrouwelijke bisschoppen op de generale synode. Bovendien werpt de polarisatie in de Engelse samenleving op het gebied van religie haar schaduw vooruit. Illustratief zijn de uitlatingen van premier Cameron. Die gaf daags na het bekend worden van de stemmingsuitslag op de synode de kerk nog enig respijt, hoewel hij voorafgaand aan de stemming aankondigde wettelijke maatregelen tegen de kerk niet uit te sluiten, mocht er een nee klinken tegen vrouwelijke bisschoppen.
Los van de vraag of de Engelse overheid mogelijkheden heeft om in te grijpen bij de kerk –die zijn er wel, maar tasten de handelingsvrijheid van de kerk als instituut ernstig aan– is de oorzaak van het geduld van Cameron vooral gelegen in de taxatie door de regering van de machtsverhoudingen in de kerk. Dat het voorstel voor vrouwelijke bisschoppen het niet haalde bij de synode vond namelijk niet alleen een oorzaak in de bezwaren van een conservatieve minderheid. Ook stemde een aanzienlijk aantal afgevaardigden tegen uit vrees voor een scheuring in de kerk, mocht het voorstel aangenomen worden. Wanneer een oplossing voor dat probleem in zicht is, is de komst van vrouwelijke bisschoppen in de Church of England een kwestie van tijd.
In de kerkelijke gesprekken die wachten, hebben zowel voor- als tegenstanders van vrouwelijke bisschoppen een dubbele agenda. De felste voorstanders willen eigenlijk niet meer praten. Ze eisen koste wat het kost een volledige gelijkstelling van man en vrouw in de kerk en zijn niet bereid tot compromissen. Willen ze echter dat het onderwerp op de synodeagenda terugkeert, iets wat op zijn vroegst in 2015 het geval kan zijn, dan moeten ze knarsetandend water bij de wijn doen.
De tegenstanders zouden het liefst helemaal geen vrouwen in het bisschopsambt zien. Maar als dat onvermijdelijk is –en die indruk hebben velen– dan moet de positie van de conservatieve minderheid in de kerk goed geregeld worden.
Niet zoals in het weggestemde voorstel in de vorm van een soort gedoog- of uitstelconstructie, waarmee bezwaarden met hun standpunten nog een tijdje geduld worden. Behoudende evangelicalen en anglo-katholieken zien meer in wat in de Protestantse Kerk in Nederland bekendstaat als een bijzondere wijkgemeente of bij de lutherse kerk als een alternatief bisdom.
De kans dat die optie weer ter tafel komt is niet denkbeeldig. Voor de Engelse kerk is dat echter een bittere pil. Enkele jaren geleden stemde de generale synode de mogelijkheid voor het vormen van bijzondere gemeenten af, omdat het de eenheid van de kerk zou aantasten. Door het ‘vrouwenbesluit’ keert deze mogelijkheid nu als een boemerang terug op de kerkelijke onderhandelingstafels.
De grote middengroep in de Engelse kerk staat onder sterke druk van de publieke opinie om zo weinig mogelijk toe te geven aan de wensen van conservatieve groepen. Elke stap in die richting wordt in de media onder het vergrootglas gelegd. Het zijn dan ook niet alleen de eventuele vorderingen aan de onderhandelingstafels die de afloop van het proces bepalen. Ook het lobbycircuit buiten de vergaderzalen en de Engelse media beïnvloeden het proces.
Wat een nog onduidelijke invloed kan hebben op de toekomstige synodale stemmingen, is de samenstelling van House of Laity, het vertegenwoordigende orgaan van de gewone leden van de Church of England. De lekenvertegenwoordigers worden gekozen vanuit de ”deanery synod”, een regionale kerkvergadering. De leden daarvan zijn afkomstig uit de parochies, die op basis van het ledental meer of minder vertegenwoordigers mogen sturen.
Veel leden van de ”deanery synod” zijn volgens ingewijden betrokken kerkleden die zich bovengemiddeld interesseren in de gang van zaken in de Church of England. Dat opent de weg voor zowel voor- als tegenstanders om door het naar voren schuiven van kandidaten uit hun stal met de voeten te stemmen.
Toekomstige stemmingsuitslagen geven daarmee niet bij voorbaat een reëel beeld van de werkelijke verhoudingen in de kerk. Maar, om een lid van het House of Laity te citeren die in de wandelgangen van de synode de beroemde regeringsleider Winston Churchill aanhaalde: „Zo werkt het wel vaker in een democratie. Het is het minst slechte systeem en ik weet geen beter.”