Dr. René Süss brengt Luthers „goede kanten” voor het voetlicht
Hij is voormalig predikant, praktiserend jood en heeft een haat-liefdeverhouding met Luther. Na zijn controversiële studie over Luthers „antisemitisme” voelde de Amsterdamse auteur dr. René Süss de „verplichting” nu ook de goede kanten van de Duitse reformator te belichten. Opnieuw stelt hij daarbij echter een geliefd beeld van Luther ter discussie.
In Amsterdam werd vandaag dr. Süss’ boek ”Luther, een sympathieke potentaat” gepresenteerd. Het vormt een tweeluik met zijn dissertatie ”Luthers theologisch testament. Over de joden en hun leugens” uit 2006. Daarin trok Süss (1939), die in 1999 zijn ambt van –vrijzinnig hervormd– predikant neerlegde en sindsdien actief is in de joodse gemeenschap, onder meer lijnen van Luthers anti-joodse uitspraken naar Hitler en diens Derde Rijk. Door Lutherkenners werd dat boek kritisch ontvangen – volgens Süss echter omdat men de reformator te veel de hand boven het hoofd wilde houden.
Zijn nieuwe studie verantwoordt hij met een verwijzing naar de joodse leer van de goede en kwade neiging in de mens. „Joden erkennen anders dan christenen geen erfzondeleer van totale verdorvenheid”, zegt Süss in zijn woning in Amsterdam. „Het is niet acceptabel om welk mens dan ook samen te laten vallen met zijn slechte neiging. Dat was voor mij de basis om de deur naar Luther niet dicht te doen, maar opnieuw met hem in gesprek te gaan. Nu ik zijn antisemitische doopceel gelicht heb, ben ik vrij om ook zijn goede kanten voor het voetlicht te brengen.”
Mentsj
Luther zou daar met zijn boek over de onvrije wil, waarin hij juist de goede neiging in de mens ontkent, vast anders over denken, erkent de auteur. „Maar ik ga ook niet zozeer in op zijn theologie, dat komt misschien nog een andere keer. Nu gaat het mij vooral om Luther als mens. Als zodanig laat hij mij niet meer los.”
„Hij was a Mentsj”, heet het in het Jiddisch in de inleiding van het boek. Süss: „Luther was iemand die bij zijn succesvolle herontdekkingen en in een tijd dat het om de Waarheid met een hoofdletter ging, de menselijke maat niet uit het oog verloor. Een sympathieke potentaat. Zijn grootste tegenstanders, zoals Karlstadt, heeft hij nog compleet met zijn gezin met zorg omringd. En toen hij het systeem van goede werken ontmantelde, besefte hij dat er iets voor in de plaats moest komen, omdat de armen anders in een gat zouden vallen. Zoiets is ondenkbaar bij iemand als Thomas Müntzer. Die was alleen radicaal met woorden.”
Sterfbed
In het laatste hoofdstuk komt Süss tot een opvallende conclusie, waarmee hij volgens zijn uitgever „een mythe doorprikt.” Volgens vrijwel alle biografieën stierf Luther in het bijzijn van een aantal ontroerde geestverwanten tussen twee en drie uur ’s nachts een rustige dood, waarbij hij nog veel goede dingen wist te zeggen. Süss ging echter uit van een naar zijn weten niet eerder goed benut handschrift.
Wat stond daar precies in?
„Het is de eerste overlijdensaankondiging, die Luthers vriend Justus Jonas dezelfde nacht nog heeft geschreven. Daarin stond eerst dat het sterfuur vijf uur ’s ochtends was, maar later is dat doorgekrast en veranderd in het bekende tijdstip. Mijn stelling is dat Luther in zijn slaap is overleden en dat een huisknecht hem vroeg in de ochtend dood aantrof. Men kon zich echter niet voorstellen dat zo’n man Gods er zomaar opeens niet meer zou zijn. Dat zou algemeen als een straf van God hebben gegolden. Daarom is er vanwege de enorme betekenis van de reformator vrijwel direct een soort legendevorming en heiligenverering ontstaan, waarbij het werd voorgesteld alsof hij in het bijzijn van zijn vrienden een zeer waardige dood stierf. En daarbij paste een tijdstip vroeg in de nacht.”
U spreekt over zijn sterfplaats Eisleben zelfs als „Luthers Gethsémané.”
„Ja, het verhaal van zijn sterven werd getekend met trekken die herinneren aan het sterven van Jezus. De heilige was in de maak en aan heiligenverering wil ik niet meedoen. Van Luthers sterfbed werd een toneelstuk gemaakt, zoals de Lutherkenner H. A. Oberman ergens heeft opgemerkt. De roomsen hadden overigens ook hun bedoelingen en maakten er juist van dat hij zelfmoord had gepleegd.”
U hebt ook de lijn van uw proefschrift nog wat verder uitgewerkt. Wat hebt u gedaan met de kritiek?
„De nazi’s zijn met Luther aan de haal gegaan en dat blijf ik een belangrijke lijn vinden. Ik blijf er ook bij dat zijn antisemitisme erger was dan men waar wil hebben, hij was echt uit op fysieke liquidatie. Maar de nazi’s deden wel ten onrechte een beroep op Luther: hij was wel een patriot, maar geen nationalist. In mijn boek laat ik zien hoe iemand als de bekende en door alle theologiestudenten van mijn generatie bestudeerde kerkhistoricus Karl Heussi er met een beroep op Luther voor kon zorgen dat de hele liberale theologische faculteit van Jena volkomen ‘bruin’ werd en achter Hitler aan ging. En Martin Niemöller was een racist, een antisemiet en een overspannen nationalist. A. A. Spijkerboer wuift dat in zijn boek over Niemöller nog weg, maar zulke dingen mogen niet gerelativeerd worden.”
Hoe ziet u als jood, uiteindelijk, Luthers spreken over de rechtvaardiging door het geloof alleen?
„Ik vind het dus vooral heel belangrijk dat Luther daar ook iets tegenover stelde, onder andere in de vorm van een armenkas. Het verschil met het jodendom is dat wij Luthers christologische bovenbouw niet nodig hebben. God hoefde niet tot genade bewogen te worden, maar was altijd al uit genade met ons bewogen. Hij heeft de wereld lief als Zijn liefste kind. Toen ik op de christelijke basisschool zat kwam er eens een man met tranen in zijn ogen vertellen dat Jezus voor ons aan het kruis gestorven was en hoe dankbaar hij daarom was. Ik heb daar altijd een dubbel gevoel bij gehad, want hoe kun je nu blij zijn om de dood van een medemens?”
Boekgegevens
Luther, een sympathieke potentaat; dr. René Süss; uitg. Van Praag, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 8591 201 9; 408 blz.; € 22,95.