Opinie

Toetsing van ieder sterfgeval uiterst zinvol

Tijdens de viering van het dertigjarig bestaan van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (18-9) werden ideeën geopperd die dr. R. Seldenrijk

23 September 2003 14:16Gewijzigd op 14 November 2020 00:35
...Paradox...
...Paradox...

zeer verontrusten. Hij zet uiteen waarom. Het jachtseizoen is geopend: de dood aan wie voor het leven is! Natuurlijk, we moeten eerlijk omgaan met patiënten. Daarop hebben zij recht. En zij mogen ten aanzien van hun levensvisie weten wat zij kunnen verwachten van hun arts. Maar ook die arts heeft recht op zíjn levensvisie. Binnen onze cultuur dreigen we ons te laten leiden door drogredenen, en daarmee staat het voortbestaan van onze cultuur op het spel. Laten we alstublieft open en eerlijk en gedreven door intermenselijk respect met elkaar in gesprek blijven.

Laat ik de beeldspraak rond het jachtseizoen nog even vasthouden. De jachtvelden zijn de leef- en werkomgeving van zorgverleners en patiënten die respect hebben voor de mens en zijn leven. Die zijn hun positie en hun leven steeds minder zeker, omdat het jachtgeweld toeneemt. Daarom lijkt het tijd te worden dat die levenrespecterende wezens worden gerekend tot de ’beschermde diersoorten’! De jagers (lees: levenrelativerende politici en werkers in de zorgverlening) willen dat het jachtrecht wordt verruimd door een liberale(re) jachtwet (lees: euthanasiewet), die zo ruim mogelijk wordt geïnterpreteerd. Zij willen die levenrespecterende zorgverleners kooien en patiënten gevraagd of ongevraagd op weg helpen naar ’de eeuwige jachtvelden’ (dat is: het hiernamaals). En opdat hun zo min mogelijk prooi ontgaat, willen zij beschikken over drijvers en jachthonden: verpleegkundigen moeten artsen en collega’s voor het tuchtgerecht slepen.

Zo ongeveer kan een columnist schrijven naar aanleiding van gezaghebbende bijdragen tijdens de viering van het dertigjarig bestaan van de NVVE, de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie, op 18 september.

Cultuur
Daar waar het zicht op de werkelijkheid verdwijnt, vervalt ieder objectief houvast. Dan staat de weg open voor alles wat in strijd is met het gezonde verstand. Voor wie op zijn kop loopt, is het logisch dat alle dingen op hun kop moeten staan. Dit geldt in de theologie, maar ook in de ethiek van de gezondheidszorg, en overal. Dan worden wezenlijke waarden voor geloof en leven met voeten getreden. En dat is gevaarlijk voor het voortbestaan van kerken, organisaties en de samenleving als geheel. Het is dus voor onze cultuur van levensbelang om aandacht te vragen voor dit waardeverval. We moeten kerk- en maatschappijbreed pleiten voor morele fijngevoeligheid.

Het medicijn tegen deze dodelijke ziekte is dat we onze cultuur weer eigentijds voeden vanuit de oorspronkelijke bronnen van geloof en culturele waarden. Een cruciale voorwaarde daarbij is dat we inzicht hebben in de historische ontwikkeling van kerk, gezondheidszorg en samenleving. Zonder historische reflectie zinken de fundamenten onder onze beschaving weg, zo stelde de Amsterdamse hoogleraar dr. R. Boon (geb. 1920) onlangs in het blad Wapenveld van de reünistenvereniging van de CSFR. Dan staan we gedesoriënteerd in het heden en missen we een juiste blik op de toekomst. Een terugblik in het verleden is dan ook onontbeerlijk, willen wij onze weg kunnen vinden in de verwarde en verwarrende situatie van de wereld om ons heen.

De Joods-christelijke geloofstraditie is de grondslag en het erfgoed van onze beschaving. Daarin staat het dubbele liefdegebod (Matth. 22:37-49; Mark. 12:29-31; Joh. 13:34) centraal. Vanuit dit gebod wordt het mensenleven gespaard én wordt al datgene gedaan wat dit mensenleven goed maakt. We krijgen dan zorg en aandacht voor mensen in nood. Want het mensenleven is een onwaardeerbaar geschenk van God, waarop wij uiterst zuinig moeten zijn.

Verstaan we het appèl dat uitgaat van het leven van de medemens? Want de humanistische Poolse cultuurfilosoof prof. dr. Leszek Kolakowski (geb. 1927) komt tot dezelfde conclusie als prof. Boon. Hij zegt: „Het loslaten van het principe van de absolute en onvervangbare waarde van elk mensenleven is culturele zelfmoord.” Hij schrijft dit in een artikel over ”Het doden van gehandicapte kinderen als het fundamentele probleem van de filosofie”. Daarom zeggen we met woorden uit de Joods-christelijke traditie: „Kiest dan het leven!” (Deut. 30:19).

Paradox
Als het aan de voorzitter van de NVVE, mr. J. Kohnstamm, ligt, kan de wetgeving rond euthanasie en hulp bij zelfdoding niet liberaal en ruim genoeg worden geïnterpreteerd. Het gevolg kan niet anders zijn dan dat het mensenleven in de gezondheidszorg vogelvrij is. Dit werkt demoraliserend. Waarom is vergrijp aan het mensenleven buiten de gezondheidszorg -zeker als dat onder voorgewende nobele bedoelingen is uitgevoerd- dan nog strafbaar? Als het mensenleven niet meer de hoogste waarde vertegenwoordigt, wat blijft er dan nog over van een beschaafde en leefbare samenleving?

Een van de andere sprekers tijdens genoemd congres was de verpleegkundige en ethicus Hans van Dam. Hij pleit voor een debat over het criterium ”ondraaglijk en uitzichtloos lijden”, zoals dat is opgenomen in de euthanasiewet.

In de praktijk weet niemand waar we het precies over hebben. Bovendien zou het gaan om een ”merkwaardige paradox”. Om voor euthanasie in aanmerking te komen, moet je ondraaglijk lijden. Maar ondraaglijk lijden is nu juist iets wat iemand die om euthanasie vraagt niet wil. Je moet voldoen aan wat je wilt vermijden. Deze paradox vraagt volgens Van Dam om debat. Dat debat moet ertoe leiden dat ”ondraaglijk lijden” wordt losgemaakt van classificeerbare ziekten.

Ons woord ”paradox” komt van het Griekse ”paradoxos”. Dat betekent: tegen de verwachting ingaand, een uitspraak die niet overeenstemt met de gangbare mening, een schijnbare tegenstrijdigheid, iets dat schijnbaar onzinnig is doch bij nader onderzoek waar blijkt te zijn: „Niets hebbend en alles bezittend” (2 Kor. 6:10). In de moderne logica en wiskunde verstaan we onder een paradox: een stelling waarvan zowel de bevestiging als de ontkenning tot een tegenspraak leidt.

De stelling van Van Dam heeft kenmerken van een drogreden: die lijken echt en komen goed over. Bij nadere beschouwing zijn ze op de een of andere manier toch niet correct. Het zijn zelfs bedrieglijke redenen, valse redeneringen, die ons op het verkeerde been zetten. Drogredenen ontstaan als emoties een te grote rol spelen, als feiten en meningen worden vermengd of als in het speculatief denken de feiten worden vervangen door vooronderstellingen die vervolgens als feiten worden gepresenteerd.

Welnu, de paradox van Van Dam is een verraderlijke en past binnen de suggestieve methoden. Paradoxen hebben vaak een funeste invloed op ons kritisch denken. „Om voor euthanasie in aanmerking te komen, moet je ondraaglijk lijden, maar ondraaglijk lijden is hetgeen de verzoeker om euthanasie nu juist wil voorkomen.” Van Dam suggereert verzoening tussen beide standpunten en wekt de indruk bóven beide standpunten te staan. Welluidende paradoxen moeten we vertalen door de strekking in huis-, tuin- en keukentaal om te zetten: De euthanasiewet moet worden aangepast of afgeschaft, want die belemmert de vrije levensbeëindiging.

Maar dat is nu juist het argument waarom die wet is ingevoerd. Om zijn doel te bereiken wil hij ”ondraaglijk lijden” losgemaakt krijgen van classificeerbare ziekten. Daarmee laat hij terecht zien dat euthanasie niet thuishoort in de geneeskunde. En dat klopt, want er wordt niets gedaan aan het lijden van de patiënt: de mens en zijn nood worden geëlimineerd. Kortom, een verraderlijke paradox.

Wil handelen geneeskundig handelen zijn, dan is daarvoor een indicatie (Latijn: ”indicatio” = aangewezen) vereist. Een indicatie is een aanwijzing omtrent de oorzaak van een ziekte én een aanwijzing dat een bepaalde behandeling of ingreep nodig is (geïndiceerd, aangewezen). Voor euthanasie bestaat geen indicatie - en die komt er nooit omdat we de juistheid van het effect niet (dubbelblind) kunnen onderzoeken en we zelfs de patiënt nadien niet kunnen bevragen over het resultaat.

Arts en patiënt
In de kern van de zaak zijn de stellingnamen van Kohnstamm en Van Dam dodelijk voor het op peil houden en ontwikkelen van geneeskunde én basale zorgverlening. Het wordt daarom tijd dat we het levensbeëindigend handelen en de hulp bij zelfdoding uit het medisch domein halen en -als dat al moet- onderbrengen bij een apart soort gilde. Geneeskunde en basale zorgverlening hebben een praktijksituatie nodig om vaardigheden te behouden en de praktijk voor toekomstige situaties te kunnen verbeteren. Als daar niet alle energie in wordt gestoken, ziet het er voor de patiënt steeds somberder uit.

De beste en ultieme remedie om ieder lijden te voorkomen is: niet te leven. Daarmee gaat de lamp voor de mensheid uit.

Daar euthanasie geen vorm van medisch handelen is, is een door de NVVE gesuggereerde verwijsplicht voor artsen niet aan de orde. Een proefproces zou overigens verhelderend kunnen werken. Iets anders is dat in het eerste contact tussen arts en patiënt natuurlijk volstrekt helder moet worden aangegeven dat álles voor de patiënt wordt gedaan. Als bijvoorbeeld ernstige benauwdheid of pijn op geen enkele manier meer anders is te behandelen -hetgeen gelukkig zelden het geval is- kan het bewustzijn van de patiënt in de allerlaatste levensfase worden gedempt (sedatie in de laatste levensfase). Dan sterft de patiënt een natuurlijke dood.

Deze vorm van sedatie is dus géén euthanasie en mag ook niet als zodanig worden misbruikt. Mijn weerzin op dit punt deel ik met drs. R. Jonquière (directeur NVVE). Ik wil dit in het eerstvolgende contact met hem bespreken.

Vanuit deze grondgedachte kunnen we ook het gesprek met Hans van Dam over ”ondraaglijk en uitzichtloos lijden” aan. Laten we eens ophouden met het benadrukken van de noodzaak van euthanasie door het etaleren van de puinhopen van de zorg. Alle energie moet worden gestoken in goede basale zorg voor alle Nederlanders.

Als dat is geregeld, kunnen we gaan werken aan uitbouw van specialistische en zelfs hightechgeneeskunde. Daarmee is ook de zorg gebaat en daarom is de basale zorg het jaarthema van de NPV. In deze denklijn past ook de NPV-Levenswensverklaring. Want ieder mens heeft recht op leven en basale zorgverlening.

Meldpunt
Nee, maar laten we de euthanasiewet oprekken, aldus de voorzitter van de NVVE. Zijn toon is gevaarlijk agressief: Degene die het in zijn bolle hoofd haalt niet te verwijzen, kan rekenen op de tuchtrechter. Verpleegkundigen zijn de beste inquisiteurs om de dokter aan te geven. En wat die verpleegkundigen betreft, naar de tuchtrechter met de lui die niet willen meewerken bij de verhoging van de morfinedosis, aldus dr. E. Kompagne (medisch ethicus).

Wat een oorlogstaal! Bij morfine gaat het om de juiste indicatie en om een dosis die daarbij past voor de individuele patiënt (proportioneel). Dát is professionaliteit! Wie moet er naar de tuchtrechter?

Artsen en verpleegkundigen en alle Nederlandse staatsburgers moeten vanuit een levenbeschermend uitgangspunt willen kijken naar hun leven en hun beroepsuitoefening. De diepst menselijke motivatie wordt dan die van zorg en aandacht. Dan krijgt ook het object van zorg waarde en betekenis. Door betrokken aandacht, empathie en zorgzaamheid te tonen, verdampten in bijvoorbeeld de humanistische Rotterdamse zorginstelling Humanitas de gangbare euthanasieverzoeken en euthanasiegevallen als sneeuw voor de zon.

Tijdens het congres van de NVVE kwam weer het vermoeden op tafel dat euthanasie vaak niet wordt gemeld. Dit breed levende vermoeden komt uit onverdachte hoek: uit de mond van een medewerker van de toetsingscommissie euthanasie. Sinds de toetsingscommissies zijn ingesteld (1998), is het meldingspercentage inmiddels gedaald met 27 procent, terwijl het geschatte aantal euthanasiegevallen is toegenomen. Ronduit schokkend.

Daarom blijft de NPV ervoor pleiten ieder sterfgeval te toetsen. Dat maakt de medische beslissingen rond het levenseinde inzichtelijk, zal de kwaliteit ervan doen verbeteren en haalt toetsing uit de verdachte sfeer. Er is onder de huidige wetgeving namelijk geen andere mogelijkheid om ons te beschermen tegen deze misdaad tegen het leven! Kunnen we daaraan met de NVVE iets doen?

Zo kunnen we het jachtseizoen afsluiten, van de jachtvelden een reservaat maken en overgaan tot de orde van het intermenselijk respect. Ik ben nimmer uit op oorlog, maar op één been kun je niet lopen… Welnu, als de NVVE dan al overgaat tot ”testcases” voor proefprocessen die zij tegen artsen die niet doorverwijzen (wat we ook van zo’n verhaal moeten denken) wil opzetten, dan moet ook bijvoorbeeld de NPV publiek in actie komen. Wat te denken van een meldpunt voor de genoemde vermoedens dat euthanasie niet wordt gemeld? Ik verwijs naar onze homepage: www.npvzorg.nl.

De auteur is directeur van de Nederlandse Patiëntenvereniging.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer