Uitbreiding bevoegdheden voor RET-controleurs
ROTTERDAM (ANP) – De kans is groot dat misdragingen tegen het personeel van het Rotterdamse openbaar vervoer in de toekomst door de rechter zwaarder worden bestraft. Dat komt omdat de controleurs van de RET als buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) een sterkere rechtspositie hebben gekregen.
Alle boa’s in Nederland hebben in principe die sterkere rechtspositie gekregen. Ze mogen daar echter pas een beroep op doen als ze een extra opleiding hebben gevolgd. De RET is het eerste openbaarvervoerbedrijf dat van de extra bevoegdheden gebruikmaakt als gevolg van die sterkere rechtspositie.
Zo zijn de 200 RET-controleurs, dus geen conducteurs, vanaf heden als boa gemachtigd een proces-verbaal van een geweldsincident op te maken. „Vroeger was dat niet zo. Dan ging de controleur, als hij bijvoorbeeld was geslagen, naar het politiebureau om aangifte te doen. De verdachte deed hetzelfde en dan was het zijn woord tegen dat van de controleur”, licht een woordvoerster van de RET toe.
De bewijskracht van een proces-verbaal is veel sterker dan alleen een getuigenverklaring in de aangifte van de boa. Daardoor is de rechtspositie van een ambtenaar bij een bedreiging of belediging beter. Een buitengewoon opsporingsambtenaar in het ov controleert onder meer vervoerbewijzen. „Zo kan hij bekeuren voor de Wet identificatieplicht. En voor het opgeven van een valse naam mag hij een persoon fouilleren op zijn identiteitsbewijs en indien nodig ook iemand aanhouden”, aldus de woordvoerster.
Algemeen directeur Pedro Peters van de RET is blij met de nieuwe bevoegdheden: „Onze boa’s zijn de mannen en vrouwen die letterlijk en figuurlijk vaak de eerste klappen opvangen. Daarom hebben wij er jaren voor gepleit de positie van deze mensen tegenover de daders te versterken.”
Ook al is het aantal geweldsincidenten, de agressie en bedreigingen in het Rotterdamse openbaar vervoer sinds 2009 gehalveerd. Wel signaleert de RET een verharding van de incidenten.