Kerk & religie

Interrupties tijdens de preek

Oude schilderijen en tekeningen van kerkinterieurs laten zien dat preken heel vroeger staande werden aangehoord. Men liep wat rond in de kerkruimte en naar alle waarschijnlijkheid zullen de hoorders wel eens kreten van instemming of tegenspraak richting preekstoel hebben geslaakt.

D. Koole
17 November 2012 11:10Gewijzigd op 15 November 2020 00:19
Dienst in de Oude Kerk van Amsterdam, schilderij van Emanuel de Witte (plm. 1670). beeld Mauritshuis
Dienst in de Oude Kerk van Amsterdam, schilderij van Emanuel de Witte (plm. 1670). beeld Mauritshuis

Door de jaren heen is dat anders geworden. De liturgische invulling van de erediensten staat interrumperen tijdens de preek niet meer toe. Dat wil niet zeggen dat het nooit gebeurt. Bij een vragenderwijs geponeerde stelling kan het gebeuren dat een kerkganger reageert, soms instemmend, soms ontkennend. In eerdere afleveringen van deze rubriek zijn gevallen genoemd waarbij kerkgangers op indringende vragen rond het persoonlijke geloofsleven geëmotioneerd reageerden. Ben ik goed ingelicht dan zijn er vandaag in sommige kerkgemeenschappen zelfs predikanten die de gemeente tijdens de preek gelegenheid bieden toelichting te vragen als iets in de verkondiging verduidelijking behoeft.

Een tijd geleden overkwam een voorganger in de samenkomst in Westhof, een psychogeriatrisch verpleeghuis in Rijswijk, het volgende. In de verkondiging ging het over de voorbede van Abraham voor Sodom zoals die beschreven staat in Genesis 18. De Heere God nam Abraham in vertrouwen over Zijn voornemen Sodom en Gomorra op gevoelige wijze te straffen voor het uitermate zondige leefpatroon van de inwoners van deze steden. Op boeiende wijze vertelde de voorganger zijn hoorders hoe Abraham, bewogen met het lot van de bewoners en mogelijk godvrezende burgers in Sodom, met gepaste eerbied en gepaste afstandelijkheid herziening van Gods plan bepleitte. Het was voor Abraham een onverdraaglijke gedachte dat de in Sodom wonende rechtvaardigen hetzelfde lot zou treffen als de goddelozen. De bij de Heere God hoog aangeschreven aartsvader (zie vers 17) zette bij vijftig rechtvaardigen in, in behoedzame termen refererend aan het rechtsgevoel van de ”Rechter der ganse aarde”. Abraham kreeg de toezegging dat de voltrekking van het oordeel dan zou uitblijven. Daarop zette Abraham in alle nederigheid vanuit zijn bewogenheid de aftelling in. En als het er vijf minder zijn? Ook op die vraag kreeg de aartsvader een positief antwoord. En zo ging de voorganger in Westhof, in bewogen woorden de aftelling van Abraham langs, tot hij het aantal tien noemde. Op dat moment riep een vrouw onder de aanwezigen: „Hou nu maar op, ’t is nu wel genoeg.” Heel snedig reageerde de voorganger met de opmerking dat wat zij riep helemaal klopte met wat in de Bijbel stond, namelijk dat het aantal tien de uiterste grens was, waarachter Abraham moest blijven staan…

Overigens kan in een preek een vraag zó suggestief worden gesteld dat het aan kerkgangers een hoorbare reactie ontlokt.

Ik herinner mij van zo’n dertig jaar geleden een preek over Handelingen 19:2, waar Paulus in Efeze aan de discipelen vraagt: „Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt?” De predikant zette de verkondiging in met de enigszins retorisch aandoende vraag: „Is de Heilige Geest van de kerk geweken?” Vanuit een volle kerkzaal volgde een luid ”ja”, uit de mond van een broeder die de prediking in het algemeen erg oppervlakkig vond… Te voorwerpelijk en te weinig onderwerpelijk, woorden waarvan ouderen nog goed weten welke vulling deze begrippen hebben. Voor veel jongeren zijn ze abracadabra.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer