ICP Nederland geeft cijfers voor missionaire activiteiten
ROTTERDAM – Bij de zeventien kerkplantingen van de Nederlandse afdeling van International Church Plants (ICP) zijn in het seizoen 2011-2012 31 personen gedoopt. Van hen hebben er twintig een islamitische achtergrond, meldde Theo Visser, directeur van ICP in Nederland, donderdag.
Op het moment dat het seizoen 2011-2012 begon, had ICP zeventien bij haar aangesloten gemeenten, door hen zelf kerkplantingen genoemd. Inmiddels zijn dat er overigens twintig. „Ze zitten met name in de Randstad”, aldus Visser. „Maar ook in een brede ring daaromheen, bijvoorbeeld in Apeldoorn en in Enschede.”
In vijf van de zeventien kerkplantingen werden in het afgelopen jaar mensen gedoopt, in totaal 31. Het jaar daarvoor waren dat er 29, dus er is sprake van een stijgend aantal dopelingen. „Het aantal herintreders, mensen die ooit al iets hadden met het christelijk geloof, was dit jaar 63. Dat waren er het jaar daarvoor 36.” In het ICP-netwerk, dat van 2005 tot 2012 uitgegroeid is tot de zeventien deelnemende kerken, zijn tot nu toe 247 mensen gedoopt als nieuwe intreders en er zijn 332 herintreders bij de gemeenten gekomen.
Bij het naar buiten brengen van deze aantallen is voorzichtigheid geboden, stelt Visser. „Wij kunnen deze cijfers wel meten, maar je kunt natuurlijk nooit meten wie tot bekering is gekomen. Dat is niet in cijfers uit te drukken, maar een zaak van het hart.”
Eén kerkplanting springt eruit. Daar is 40 procent van alle dopelingen van het jaar 2011-2012 gedoopt. Om welke gemeente dit gaat, wil Visser niet zeggen. „Daarmee werk je een vreemd soort competitie in de hand, alsof deze gemeente model zou moeten staan voor de andere kerkplantingen. We doen sowieso naar buiten toe nooit uitspraken over afzonderlijke kerkplantingen, dat is ons beleid.”
De kerkplantingen waar veel mensen gedoopt zijn, hebben allemaal „een sterke evangelist” aan boord. „Maar je kunt niet zeggen dat waar een sterke evangelist is, ook altijd veel dopelingen zijn.”
Wat is een „sterke evangelist”?
„Dat is iemand die de gave heeft anderen tot geloof in de Heere Jezus te leiden. Iemand die let op wat er gebeurt in het leven van mensen. Een sterke evangelist kan anderen onrustig maken en aansporen om tot Jezus te gaan.”
Zo’n evangelist werkt nooit zelfstandig, voegt Visser eraan toe. „We werken in alle kerkplantingen in teams, waarbij we de verschillende gaven van mensen zo goed mogelijk proberen te benutten.”
De medewerkers van ICP hebben het in september verschenen onderzoek van Alrik Vos, missionair werker in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), met veel belangstelling gelezen, vertelt Visser. De conclusie van dit onderzoek is dat nieuw geplante kerken meer niet-kerkelijke mensen bereiken dan oudere, gevestigde kerken.
Wat betekent deze conclusie voor ICP?
„Het betekent voor ons dat ons werk, kerkplanting, ertoe doet. Het maakt een verschil. Tegelijk betekent het dat bestaande kerken vaak weinig aandacht hebben voor hun oorspronkelijke doel, het Evangelie van Jezus Christus verkondigen, Die verlorenen zoekt. Je hoort vanuit bestaande kerken vaak: „Het Evangelie is niet naar de mens.” Dat is waar, maar er is ook sprake van een culturele kloof tussen kerken en de mensen daarbuiten. Die kloof is een onnodig obstakel voor de verspreiding van het Evangelie.”
Dit jaar bracht ICP voor het eerst in kaart hoe groot de vaste kern –meestal zijn dit de leden– van de zeventien gemeenten is. „Dat zijn er in totaal ongeveer 1500. Het totale bereik is echter ruim 3500. We hebben dus een ring van ruim 2000 mensen die wel bereikt worden, maar zich nog niet volledig hebben toegewijd aan de gemeenten. Ook in die ring is gelukkig een gestage groei te zien.”