Opinie

Tijd

Er zijn veel bedrijven die op dit moment moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Het economische klimaat wordt er niet gunstiger op en het aantal faillissementen groeit. In mijn zakelijke contacten is ”dankbaarheid” dan ook geen regelmatig gespreksonderwerp. Er wordt veel meer gesproken over omzet, marge en resultaat. En als die drie onder druk staan, hoe dan de kosten verlaagd kunnen worden. Of welke pogingen er toch nog ondernomen kunnen worden om groei te realiseren of in ieder geval krimp te voorkomen.

Gert Wiggelinkhuijsen
15 November 2012 16:15Gewijzigd op 15 November 2020 00:17

Onwillekeurig of niet, maar wat je moet missen of kunt verliezen bezet je veel meer dan wat je nog wel hebt. Op dankdag las ik nog eens mijn notities door van reizen uit de tijd dat ik voor mijn werk in Afrika en Azië kwam. Daar ontmoette ik juist vaker mensen met dankbaarheid voor wat er nog (overgebleven) was. Ik kopieer onderstaand wat fragmenten uit mijn notities en neem u in gedachten even mee naar het zuiden.

Ethiopië 2006: „Ik ben voorganger in een christelijke gemeente en heb op twintigjarige leeftijd de Heere Jezus leren kennen maar ben daarna verdrukt en verstoten door mijn familie. Er was een schrijven uitgevaardigd dat ik gedood moest worden en dat het binnen enkele dagen zou gebeuren. Ik was zelf bereid te sterven, maar mijn vrienden vroegen me te vluchten. Ik werd van achteren neergestoken omdat ik eerlijk antwoord gaf op de vraag of ik christen ben. Maar God heeft steeds grote wonderen gedaan en me bewaard. Ik kan niet anders dan Hem dankbaar volgen. In een dorp is laatst een vrouw bekeerd tot God net als de Samaritaanse vrouw uit de Bijbel. In dat dorp komen daardoor nu zeventig mensen zondags als gemeente bij elkaar.”

Bij het afscheid voegde hij me toe: „Zul je altijd dankbaar zijn voor wat je in Nederland hebt ontvangen en niet vergeten met je vrouw en kinderen te bidden om niet in de verzoeking van onverschilligheid en ondankbaarheid te vallen?”

India 2006: „De conciërge van het gasthuis waar ik slaap, vraagt of ik zondagmiddag op visite kom in zijn huis. Het huis staat vlakbij. Een korte indruk: dak van golfplaat, gestapelde stenen, een toilet, een keuken van 2 bij 1,5 meter en een ruimte van 2,5 bij 4 meter die fungeert als woonkamer en slaapkamer tegelijk. Het tweepersoonsbed is voor de drie kinderen. Mijn gastheer slaapt zelf met zijn vrouw op de grond. Tijdelijk logeert er een familielid bij hen. Er is elektrisch licht en er zijn twee pakjes sap gekocht, zodat de visite wat te drinken heeft. Ontroerd verteld hij me hoe dankbaar hij is voor de kans die hij heeft gekregen als conciërge, voor zijn kinderen die naar school kunnen. En voor zijn huis met elektrisch licht.”

Kenia 2009: „We lopen in Kibera, een grote sloppenwijk aan de rand van Nairobi. We stampen de blubber van onze schoenen en bukken om een van de in rijen aaneengesloten hutjes binnen te gaan. De man die ons heeft binnen geroepen, is uitgelaten van vreugde door het bezoek. Hij nodigt ons uit op de ruimtevullende achterbank van een auto die dienstdoet als bankstel. Hij vertelt hoe gelukkig hij is met zijn kinderen en kleinkinderen. Hij is ziek maar vraagt geen hulp, hij heeft geen geld, helemaal niets. Hij is slechts blij met de bijzondere ontmoeting en sluit af met een dankgebed”

Ook al vragen bedrijf en werk veel tijd en aandacht, toch was er ook dit jaar weer genoeg reden tot dankbaarheid. Al was het maar omdat ook zelfs die tijd je gegeven wordt.

De auteur is ondernemer. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer