Integratiebeleid kan alsnog succes heten
De parlementaire commissie die onderzoek doet naar de integratie van minderheden, gaat er niet op voorhand van uit dat het overheidsbeleid heeft gefaald. Dat stond wel in de uitspraak van de Tweede Kamer die leidde tot instelling van de commissie.
Desgevraagd zegt commissievoorzitter Blok (VVD) dat er „een hogere vorm van uitlegkunde” voor nodig is om de gewijzigde taakstelling te kunnen volgen. De Kamer nam vorig jaar op initiatief van SP-fractievoorzitter Marijnissen een motie aan waarin werd aangedrongen op een onderzoek naar het integratiebeleid van de overheid over de laatste 30 jaar. In de motie wordt geconstateerd dat het beleid onvoldoende resultaat heeft gehad.
De commissie hanteert echter een andere taakstelling. Ze zegt onderzoek te doen naar de vraag wat het overheidsbeleid heeft uitgewerkt. Daarbij wordt er niet bij voorbaat van uitgegaan dat de overheid tekort is geschoten, zoals de motie-Marijnissen stelt. De mogelijkheid bestaat nu dat de commissie het beleid alsnog succesvol noemt. Volgens voorzitter Blok heeft de Tweede Kamer intussen wel ingestemd met de gewijzigde taakstelling.
De commissie is maandagmorgen begonnen met de openbare verhoren van (ex-)politici, bestuurders en ambtenaren. Als eerste werd oud-minister Dijkstal (VVD) van Binnenlandse Zaken aan de tand gevoeld. Daarna volgden ex-ministers Van Boxtel (D66) en d’Ancona.
Vanochtend was nog geen nieuw SP-lid in de commissie vertegenwoordigd. Vorige week stapte SP’er Lazrak op omdat hij geen vertrouwen meer had in de uitkomst van het onderzoek. Het kamerlid was tevens ondervoorzitter van de commissie. Hij was het er niet mee eens dat de invloed van het moslimfundamentalisme op de integratie van allochtonen buiten beschouwing werd gelaten. Ook had hij kritiek op het ingehuurde bureau waaraan de commissie een deel van het onderzoek had uitbesteed. Dat was volgens Lazrak in handen van adviseurs die de overheid hielpen bij het opzetten van het integratiebeleid.