Een kerk bouwen is niet moeilijker, maar wel complexer dan vroeger, aldus Schippers. „Het gaat nu veel meer om draagvlak. Van omwonenden, het lokale bestuur en de kerkelijke gemeente. Daar is goede communicatie en een open opstelling voor nodig, ook tegenover niet-kerkmensen die niet zozeer tegen kerken zijn, maar tegen een groot gebouw en verkeersoverlast in hun achtertuin.”

Schippers vroeg een kwart van de SGP-wethouders naar hun ervaringen met kerkbouw in hun gemeente. Dat leverde nuttige adviezen op. „Bewandel altijd de koninklijke weg. Nieuwbouw of verbouwplannen behoeven de goedkeuring van de gemeentelijke overheid. Er zijn echter kerkenraden die denken dat via de achterdeur te kunnen regelen, via een kerkenraadslid dat in de gemeenteraad zit of als ambtenaar op het gemeentehuis werkt. De schijn van belangenverstrengeling is heel snel gewekt.”

Schippers stelt dat een kerkenraad met bouwplannen rekening moet houden met ongeveer 5000 euro per zitplaats. „Let ook op duurzaamheid. In de toekomst zal de overheid eisen dat nieuwe gebouwen geen energie verbruiken, maar energie opleveren. Denk aan zonnepanelen en het benutten van aardwarmte. Een windmolen op de kerktoren zie ik echter niet zo snel gebeuren.”

Kerkraden doen er goed aan om een commissie in te stellen. „Houd u als kerkenraden met de grote lijnen bezig. Allereerst bent u er voor het geestelijk leidinggeven van de gemeente.”

Het draagvlak voor bouwplannen moet groot zijn, vindt Schippers. „Wees bereid om aanpassingen te doen wanneer die het draagvlak bij omwonenden vergroten. Een goede buur is immers beter dan een verre vriendenschaar.”