Opinie

„Biologische landbouw antwoord op wereldvoedselprobleem”

Niet de intensieve landbouw, maar juist de bio­logische landbouw is het antwoord op het voedselprobleem, reageert Bertus Buizer.

Bertus Buizer
8 November 2012 21:04Gewijzigd op 15 November 2020 00:10
Foto Sjaak Verboom
Foto Sjaak Verboom

Professor Louise O. Fresco zet mensen op het verkeerde been. Fresco, hoogleraar duurzame ontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam, heeft met recente oraties en haar nieuwe boek ”Hamburgers in het paradijs” de gevestigde orde nog eens een hart onder de riem gestoken. Zij verdedigt de intensieve veehouderij en schrijft dat we desnoods ook wel zonder bijen en fruit kunnen.

Prof. Fresco heeft een respectabele staat van dienst. Zij zet met haar recente uitlatingen mensen echter op het verkeerde been. Vanuit verschillende richtingen, zoals vanuit de milieubeweging, ontwikkelingssamenwerking, gezondheidsinstellingen en de biologische sector, krijgt zij veel kritiek. Ook van mij.

Een van de stellingen van mevrouw Fresco is dat biologische landbouw de wereld niet kan voeden. Hoe kan zij dat beweren als heel veel landbouwgrond in de afgelopen decennia door oneigenlijk gebruik volgens conventionele productiemethoden –te zware machines, eenzijdige bemesting met kunstmest et cetera– is geërodeerd en alleen met hoge inputkosten (kunstmest, chemie, beregening et cetera.) productief kan worden gehouden?

Tegelijk wordt ten behoeve van de moderne intensieve veehouderij tapioca ingevoerd, waardoor ook in Afrika gronden uitgeput worden. We hebben het dan over het gewas cassave, waarop mevrouw Louise Fresco destijds gepromoveerd is. Dit gewas, een soort heester, levert tapioca op dat onder meer in Nederland veel wordt gebruikt als goedkoop energierijk varkensvoer.

Cassave wordt in Afrika ook wel het gewas van de armen genoemd. Het doet het goed op wat armere en droogtegevoelige grond en wordt veelal aan het einde van de rotatie geteeld als de vruchtbaarheid van de grond op het laagste niveau is. Het gewas blijft daar dan een paar jaar, zodat het met zijn diepe wortels de nutriënten uit de diepere grondlagen kan benutten.

Maar hoe krijg je de bodemvruchtbaarheid na dit gewas weer op peil? Het gewas kan de grond immers behoorlijk leegtrekken. Onze massale invoer van tapioca via de Rotterdamse haven is mede debet aan de uitputting van landbouwgrond in Afrika.

In een Duitse uitzending van 16 oktober praatten Ibrahim Coulibaly, een boerenleider uit Mali, een Duitse biologische boer, een Duitse vertegenwoordiger van boerenbelangen in Brussel, een Franse tropischelandbouwingenieur en de Franse journaliste Marie-Monique Robin over de stelling: „Bio kan negen miljard mensen in de wereld voeden.”

De belangrijkste conclusie in de uitzending was: ja, de biologische landbouw kan 9 miljard mensen voeden. Stel de ‘kleine’ boer in Afrika weer centraal en laat hem of haar voor de eigen regio telen. En stop met de (gesubsidieerde) export van overschotten uit Europa en de Verenigde Staten.

Zelf heb ik zeven jaar in de Afrikaanse landbouw gewerkt en ik ben het eens met de stelling dat biologische landbouw 9 miljard mensen in de wereld kan voeden. Door biologische landbouw wordt de bodem weer levend en gezond en krijgt ook de biodiversiteit meer kans.

Daarmee wil ik niet beweren, dat andere vormen van duurzame landbouw of integratie daarvan niet goed zouden kunnen zijn. Er zijn meerdere wegen naar Rome. Maar de theorie die mevrouw Fresco de laatste tijd verkondigt en waaruit zij kennelijk haar optimisme put, klopt in meerdere opzichten gewoon niet.

Als hooggeplaatste wetenschapper creëert zij door haar uitspraken nieuwe problemen, zoals berusting en behoud van de huidige krachtsverhoudingen, het miskennen van de belangen van ‘kleine’ boeren in zuidelijke landen en ontkenning van het belang van biodiversiteit.

Kleinschalige landbouw ligt in zuidelijke landen veel meer voor de hand. Dat zal ook niet zomaar veranderen. Al was het alleen al omdat financiering in de landbouw daar vaak heel moeilijk is. En als die al mogelijk is, dan met een rente van soms meer dan 20 procent. Dat brengt geen boer op. Recente rapporten van de Wereldbank en de Rabobank onderstrepen dit.

Overigens herontdekken we in het Westen ook de kleinschalige land- en tuinbouw in de vorm van bijvoorbeeld stadslandbouw of daktuinbouw. De groeiende belangstelling hiervoor zou benut kunnen worden als opmaat voor het bevorderen van meer kleinschalige landbouw. Door ervoor te zorgen dat land- en tuinbouw voor meer mensen een aantrekkelijke ”way of life” wordt, kan daarmee misschien ook de steeds verdere vervreemding van de voedselproductie een halt worden toegeroepen en zou het kaalslag van de biodiversiteit, schaarste van schoon zoet water en de uitputting van fosfaat en andere grondstoffen kunnen voorkomen.

De auteur is directeur van Buizer Advies, een onafhankelijk adviesbedrijf op het gebied van duurzame landbouw en energie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer