Vanuit de gedachte van de soevereiniteit in eigen kring dachten christen-democraten dat het met de integratie vanzelf wel goed zou komen als allochtonen zich in eigen verbanden en eigen woonwijken zouden ontwikkelen, aldus Klink. „Het kwam niet goed.” Maar ook liberalen en sociaal-democraten namen de zaak te gemakkelijk op. „Liberalen dachten dat de markt het wel zou regelen; sociaal-democraten dat de bouw van goede woningen en een sterke verzorgingsstaat de allochtoon een binding zouden geven met onze cultuur. Het is allemaal niet waar gebleken.”

Volgens Klink komt het er nu op aan dat de overheid meer investeert in allochtonen, maar tevens strengere eisen aan hen stelt. „Kinderen van eerstegeneratie-allochtonen hebben een grote taalachterstand. Daarin moet je als overheid investeren. Tegelijk mag je eisen stellen. Te vaak hebben we ons er bij neergelegd dat een allochtone vrouw met een bijstandsuitkering vanwege haar gebrekkige taalbeheersing niet kon solliciteren.”

Klink deed zijn uitspraken op een bijeenkomst over integratie, belegd door de Guido de Brès-Stichting, het studiecentrum van de SGP. Een van de vragen die op de bijeenkomst centraal stonden, was of het niet onrechtvaardig is dat de SGP in onze staat rechten claimt die zij aan anderen, moslims, ontzegt, bijvoorbeeld ten aanzien van de onderwijsvrijheid. Kamerlid Van der Staaij vindt van niet. „Wij maken geen discriminerend onderscheid om onze eigen groep te bevoordelen, maar op grond van onze visie op de overheid. Wij perken de rechten van mensen soms in ten behoeve van hogere waarden.”