Muziek

Paul Wols wint compositieprijsvraag RD

Paul Wols heeft de compositieprijsvraag van het Reformatorisch Dagblad gewonnen. De juryleden waarderen de fraaie en evenwichtige stijl van zijn „goed bruikbare” bewerkingen over Psalm 50. Ook de mooie en logische stemvoering viel op. De componist beheerst volgens hen het idioom.

3 November 2012 09:56Gewijzigd op 15 November 2020 00:04
Paul Wols. Foto RD, Anton Dommerholt.
Paul Wols. Foto RD, Anton Dommerholt.

De jury, Chiel Jan van Hofwegen, Dick Sanderman en Marco den Toom, beoordeelde de inzendingen anoniem op muzikaliteit/creativiteit, compositietechniek, eenheid van stijl en geschiktheid voor de eredienst binnen de gereformeerde gezindte. In totaal waren zestig punten te verdienen. Wols kreeg er 48, Van den Berg 46, Kleermaker 45,5 en Schellingerhout 45. Vier deelnemers zitten met 44, 43 en 42,5 punten de winnaars dicht op de hielen. Er is een brede middenlaag en daarnaast zijn er een paar composities die qua score niet boven de 25 punten uitkwamen.

De compositieprijsvraag voor amateurs en conservatorium­studenten werd uitgeschreven op verzoek van de Stuurgroep Heidelbergse Catechismus, die fungeert als onderdeel van Refo500. Deze organisatie vraagt volgend jaar aandacht voor de Heidelbergse Catechismus, want het is dan 450 jaar geleden dat dit leerboek werd uitgegeven.

De juryleden gaven tijdens het beraad van vorige week aan hun werk met plezier gedaan te hebben, al was het niet allemaal goud wat er blonk. Sanderman: „We hebben veel van de deelnemers gevraagd door hen een compositie van vijf minuten te laten schrijven.” Van Hofwegen: „Ik heb tijdens het doorspelen van de werken soms echt zitten genieten.”

„Hoe romantischer een stuk gedacht was, des te minder kwaliteit het meestal bevatte”, aldus Den Toom. Hofwegen: „Ja, helaas. Ik had gehoopt dat er iets moois in de stijl van Jan Zwart tussen zou zitten. Misschien komt het omdat het componeren van een romantisch stuk veel moeilijker is dan het maken van een barokke variant. Romantiek vergt meer kennis van de harmonieleer.” „Mensen die hun gevoel erg laten spreken, bekommeren zich vaak minder om het ambacht”, merkt Sanderman op.

De juryleden hebben waardering voor de winnaars. Over Margriet van den Bergs Psalm 116: „Een waardige koraalfuga in een mooie stijl. Ik hoor er Bach en Krebs in terug”, aldus Van Hofwegen. „Een leuke vondst zo’n fugato per regel met de melodie breed opgezet in het pedaal”, aldus Den Toom. Sanderman: „Ambachtelijk goed geschreven.”

Datzelfde noteerde Sanderman over Psalm 86 van Klaas Kleermaker. En: „Waardering dat de componist niet boven zijn macht grijpt.” „Mooi opgezet”, aldus Den Toom. Van Hofwegen: „Het is prima te spelen. Ik lees moeilijk van blad en had dit werk snel onder de knie. De schrijver maakt gebruik van complementaire ritmiek, waardoor het geheel mooi doorloopt.”

De eervolle vermelding, Psalm 32 van Joost Schellingerhout, mag er ook zijn, vindt de jury. De compositie is muzikaal in de ogen van Van Hofwegen, terwijl Sanderman haar als „sfeervol, en knap” beoordeelt. Den Toom deelt een compliment uit voor het openingsdeel, waarin hij iets van de Asmastijl beluistert.

Net als bij de andere inzenders hebben de juryleden ook bij de winnaars verbeterpunten ge­noteerd. Elke deelnemer ontvangt de komende maanden een jury­rapport, dat het totale aantal punten van de verschillende onderdelen en de gebundelde opmerkingen van de jury bevat.

De drie winnende bewerkingen klinken op 19 januari in de St.-Jan in Gouda tijdens de openingsavond van het herdenkingsjaar 450 jaar Heidelbergse Catechismus. De organisatie van deze bijeenkomst ligt bij de Vereniging Protestants Nederland, in samenwerking met de Stuurgroep Heidel­bergse Catechismus (onderdeel van Refo500) en het Reformatorisch Dagblad.

Tekstuitbeelding

„De eerste prijs? Erg leuk.” Het winnen van de compositieprijsvraag komt voor de man die talrijke psalmbewerkingen schreef als een verrassing. Paul Wols (1934) uit Hendrik-Ido-Ambacht koos voor Psalm 50 vanwege de tekst en de fraaie melodie. „In mijn koraalboek met korte voorspelen moest ik mij beperken tot het maken van melodiebewerkingen. Voor de prijsvraag heb ik geprobeerd de tekst uit te beelden in de compositie. Zo werk ik in de variatie over vers 6 naar een groter akkoord toe als verlossing ter sprake komt. In de bewerking over het eerste vers gebruik ik een opgaande lijn om de rijzende zon te typeren. Ik hoop dat luisteraars door mijn compositie gaan nadenken over de psalmtekst.”

Wols studeerde bij Dirk Jansz. Zwart en Herman Lammers. Hij was decennialang organist van de gereformeerde gemeente in Rotterdam-IJsselmonde en vervulde verschillende functies binnen het bestuur van de Vereniging Organisten Gereformeerde Gemeenten. Wols was in 1982 een van de winnaars van een RD-prijsvraag en deed in 2003 mee aan de compositieprijsvraag van het RD en De Orgelvriend.

Hij besteedde zo’n veertig uur aan de winnende compositie, een werk dat volgens hem een laat-19e-eeuwse stijl kent. „Ik grasduin graag in die periode. Als ik iets mooi vind, wil ik dat analyseren. Niet om het te kopiëren, maar om mij erdoor te laten inspireren.” Zijn eerste gepubliceerde muziek, een trio over de Lofzang van Maria, ontstond in 1965. De stroom is nog niet opgedroogd: „Ik heb altijd wel een kladje op het orgel staan.”

Gevoelens uiten

Margriet van den Berg-Korevaar (1958) uit Capelle aan den IJssel valt even stil als ze hoort dat ze de tweede prijs heeft gewonnen. „Ik nam ook deel aan de prijsvraag van het RD en De Orgelvriend in 2003 en kreeg toen de nodige kritiek. Ik was benieuwd naar de mening van de huidige jury. Deze prijs stimuleert om met componeren door te gaan. Ik kan veel van mijzelf in de muziek kwijt.”

Van den Berg is organiste van de Ontmoetingskerk in haar woonplaats. Ze ontving de eerste orgellessen van haar vader, Arie Korevaar. Sinds 2001 lest ze bij Gerard van der Zijden, waarbij improviseren en harmoniseren centraal staan. Ze schreef haar eerste werk, een liedje, in de tweede klas van de lagere school. Inmiddels heeft ze bij Cantique vijf bundels en bij Annie Bank één bundel met koraalbewerkingen uitgegeven. Ze hanteert een barokke stijl. „De muziek van Bach spreekt mij bijzonder aan. Ik hoorde mijn vader deze muziek vaak spelen. Barokmuziek is niet statisch en strak, zoals sommigen denken. Er zit veel gevoel in.”

„Mijn kinderen vonden dat ik aan de prijsvraag mee moest doen. Voor de bewerking over Psalm 116 heb ik mij door Krebs, een leerling van Bach, laten inspireren. Het werk is in een fugavorm gegoten. Ik ben er één maand mee bezig geweest en werkte er dagelijks ongeveer een uur aan.”

Ingetogenheid

Zijn eerste kladje maakte Klaas Kleermaker (1969) in 1987 toen hij organist in Hierden was. „Als ik geen bladmuziek van een psalm had, schreef ik zelf iets.” Inmiddels woont Kleermaker in Veenendaal en is hij er organist van de hervormde kerk De Hoeksteen. Hij componeert nog altijd. „Het is mooi iets van mijzelf in een eigen bewerking te leggen én ik kan een stuk zo moeilijk of makkelijk maken als ik wil. Het valt namelijk niet altijd mee lastige bladmuziek binnen een paar uur goed in de vingers te krijgen.”

Kleermaker kreeg orgelles van onder anderen Jan J. van den Berg en gaat sinds 1997 regelmatig bij Gerrit ’t Hart langs. Hij ontvangt de derde prijs voor zijn compositie over Psalm 86. Het is het eerste werk van Kleermaker dat wordt gepubliceerd. Het is voor hem „een droom die uitkomt. De waardering van jury werkt motiverend.” Hij besteedde zo’n dertig uur aan de compositie. Het betreft volgens hem „een rustige bewerking in 18e-eeuwse stijl, die redelijk in het gehoor ligt. Een zekere ingetogenheid spreekt mij aan. Ik houd niet van dat bombastische.”

Barokke componisten als Pachelbel, Walther en Zachow vormen Kleermakers inspiratiebronnen. „Ik gebruik hun technieken, zoals voorimitaties, doorgangsnoten en het noteren van wat zestiende noten om het geheel smeuïger te maken.”

Vleugels uitslaan

Joost Schellingerhout (1981) uit Rhenen sleepte de eervolle vermelding in de wacht. „Het is voor mijzelf een bevestiging dat ik op de goede weg ben.” De organist van de hersteld hervormde gemeente in Kesteren ontving orgellessen van John Propitius en Peter Eilander en bekwaamt zich nu bij Bert Kruis in muziekanalyse en compositie. Zijn eerste bewerking –over ”Rust mijn ziel, uw God is Koning”– schreef hij op zijn dertiende. Kortgeleden verscheen zijn eerste bundel met psalmbewerkingen. „Waarom ik componeer? Het gebeurt gewoon. Ik heb de drang om vernieuwend bezig te zijn. Zo bevat mijn bundel een canonische bewerking over Psalm 68 met een tweestemmige partij in de linkerhand. Iets wat volgens mij niet eerder met deze psalm is gedaan.”

Schellingerhout voelt zich thuis bij de Frans-symfonische orgelmuziek van Franck en Guilmant en de klankwereld van iemand als Marco den Toom. Hij was twee maanden bezig met zijn bewerking over Psalm 32. „De inleiding kent een Frans-romantische stijl, terwijl het trio en de koraalvariatie qua vorm sterk aan de muziek van Bach doen denken. Normaal gesproken bezig ik vooral een Frans-romantische taal, maar voor de prijsvraag heb ik bewust geprobeerd mijn vleugels verder uit te slaan. De grootste valkuil bij het componeren en improviseren is dat je steeds hetzelfde foefje gebruikt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer