Apologetische methode kan per situatie verschillen
Zijn de verschillende stromingen in de apologetiek met elkaar te combineren?
Dat het christelijk geloof verdediging verdient en ook te verdedigen is, daarover zijn vrijwel alle christenen het wel eens. Maar hoe je dat precies moet doen, daarover lopen de meningen uiteen. In eerdere afleveringen van deze rubriek heb ik verschillende stromingen in de apologetiek besproken. Orthopraxe apologetiek onderstreept dat het christelijk geloof gericht is op de praktijk van de gelijkvormigheid aan Christus. De klassieke apologetiek zal benadrukken dat het geloof een redelijke structuur heeft. Het evidentialisme laat zien dat het geloof past in een redelijke levensbeschouwing en dat er vanuit wetenschappelijk perspectief voldoende argumenten voor gegeven kunnen worden. De openbaringsapologetiek vindt dat de Schrift het uitgangspunt moet zijn bij de verdediging van het geloof. De fideïst benadrukt de persoonlijke relatie met Jezus.
Deze verschillen hangen samen met verschillende theologische visies. Het is niet verwonderlijk dat de klassieke apologetiek in brede christelijke kring wordt gebruikt en bijvoorbeeld door roomse apologeten wordt gehanteerd. Openbaringsapologeten zullen vaak gereformeerd zijn. Het fideïsme wordt nogal eens door protestanten gebruikt die zich willen distantiëren van het liberalisme, maar geen argumenten hebben om het ter discussie te stellen.
Als het bijvoorbeeld gaat om de prangende vraag naar het kwaad in de geschiedenis, zal de openbaringsapologeet Gods soevereiniteit benadrukken, De evidentialist zal zich afvragen of de hoeveelheid kwaad te rijmen valt met Gods goedheid. De klassieke apologeet argumenteert dat God redenen heeft om het kwaad in Zijn goede schepping toe te laten, terwijl de fideïst en de orthopraxe apologeet ondanks het kwaad getuigen van hun hoop op God en in Zijn weg blijven gaan.
Ondanks de verschillende opvattingen zijn de vertegenwoordigers van de diverse stromingen het erover eens dat apologetiek niet zonder persoonlijk geloof en persoonlijke overtuiging kan worden beoefend. Elke apologeet maakt op een bepaalde manier onderscheid tussen ”showing” en ”knowing”. Men bedoelt hiermee dat het aantonen van de waarheid van het christelijk geloof (showing) altijd opkomt uit een persoonlijke geestelijke kennis ervan (knowing).
Geloof meer dan de rede
De nadruk op het persoonlijk geloof in het fideïsme is derhalve niet exclusief voor deze stroming. Ook klassieke apologeten en evidentialisten erkennen dat –ondanks de ”common ground” van de rede– de ongelovige op een andere golflengte zit dan de gelovige. Er is een verschil in de vraag hoe men zich tot de ongelovige moet richten, maar er is geen verschil over de vraag of we door de Geest in een andere dimensie participeren dan de ongelovige. Zowel de fideïst als de klassieke apologeet is ervan doordrongen dat de natuurlijke mens niet de dingen van de Geest van God verstaat (1 Kor. 2:14).
Vervolgens valt het op dat vertegenwoordigers van diverse apologetische stromingen het erover eens zijn dat de kern van het geloof boven de rede uitgaat. Klassieke apologeten die het meeste nadruk leggen op de mogelijkheid van redelijke argumenten, bedoelen daarmee niet om geheimen als triniteit, incarnatie en verzoening te doorgronden. Het gebruik van de rede in de klassieke apologetiek blijft beperkt tot de notie van het bestaan van God, maar de rede wordt niet gehanteerd om God Zelf voor ons begrijpelijk te maken. Zo kunnen apologeten van verschillende stromingen het erover eens zijn dat we nooit via de rede tot de kennis van God komen. Tegelijk zal geen enkele apologeet beweren dat we onze rede in het geloof moeten uitschakelen.
De raakvlakken tussen de verschillende methoden maken duidelijk dat de verschillende benaderingen niet van elkaar zijn te isoleren. Het is goed voorstelbaar dat apologeten in verschillende situaties gebruikmaken van verschillende methoden. Als je buren een dochter hebben verloren door een ongeluk, is het niet gepast om een intellectueel debat aan te gaan. Een persoonlijk getuigenis kan hier echter veel betekenen. In een apologetisch geding met Dawkins is het daarentegen voorstelbaar om met hem door te spreken over zijn vooronderstellingen, maar het is ook voorstelbaar dat hij wordt benaderd vanuit de kosmologische godsbewijzen in de klassieke apologetiek als hij zo gemakkelijk spreekt over een veelheid van kosmossen en uitgaat van eindeloze herhaling van evolutionaire processen.
Je kunt het ook andersom zeggen. We komen in subjectivisme terecht als we het existentiële perspectief van het fideïsme verabsoluteren. We komen in het empirisme terecht als we de wetenschappelijke waarneming van het evidentialisme verabsoluteren. Evenzo kan de logica in de klassieke apologetiek niet verabsoluteerd worden als we niet in het rationalisme willen verzanden.
Integratie
De verschillende methoden sluiten elkaar niet uit, maar versterken elkaar zoals verschillende touwen een groot schip in de haven vastleggen. In een rechtbank worden argumenten en bewijzen aangevoerd om de beschuldigingen in een ander daglicht te plaatsen en de onschuld van iemand te bepleiten. Het is voorstelbaar dat één bepaald argument onvoldoende is voor vrijspraak. Maar een cumulatie van argumenten maakt het voor de rechter steeds waarschijnlijker dat de aangeklaagde inderdaad onschuldig is. Vandaag wordt het christelijk geloof weggezet als onredelijk, arrogant, onderdrukkend, slecht voor de mensheid, bron van geweld en niet-wetenschappelijk. Christenen mogen en moeten een keur aan argumenten gebruiken om deze veelheid van beschuldigingen te weerspreken en te weerleggen.
Vanuit de voorgaande verkenning tekenen zich enkele houtskoollijnen af voor een integratie van apologetische methoden. Belangrijk is dat de christen deelneemt aan het apologetisch gesprek vanuit een persoonlijk geloof en gebed om de Heilige Geest. Hij kan daarbij insteken met het binnenperspectief van het persoonlijk getuigenis of de bredere verbanden van het Bijbels getuigenis. Het is echter ook mogelijk om het buitenperspectief aan de orde te stellen, zoals de vooronderstellingen van de ander, de wereldvisie of de verschillende verschijnselen die het christelijk geloof bevestigen.
Dr. W. van Vlastuin, docent dogmatiek en apologetiek aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl Verder lezen over dit onderwerp
Doornenbal, R.J.A., ‘Vier scholen van apologetiek’, in: Verantwoorde hoop. Apologetische thema’s, red. J. Hoek, 54-81. Heerenveen: Groen, 2011.
Barth, K., Anselm: Fides Quaerens Intellectum. London: SCM Press, 1960.
Craig, W.L., ‘Classical apologetics.’ In: Five Views on Apologetics, red. S.B. Cowan, 25-55. Grand Rapids: Zondervan, 2000.
Boa, K.D. en Bowman, R.M., Faith Has Its Reasons. Integrative Approaches to Defending the Christian Faith. Milton Keynes: Paternoster, 2006.
Frame, J.M., Apologetics to the Glory of God. Phillipsburg: Presbyterian & Reformed Publishing, 1994.
Plantinga, A. en Wolterstorff, N., (red.), Faith and Rationality: Reason and Belief in God. Notre Dame: University of Notre Dame Press, 1983.