Fanaten nemen binnenbocht naar jongste dag
Fanaten doen hun best de geschiedenis een duwtje geven. Hoe meer vuur, hoe beter. Na de bloedige strijd van Armageddon lonkt immers het paradijs. Pas dan zal er een eind komen aan de vernedering. Kom op, binnendoor naar de eindtijd.
De Openbaring van Johannes is de moeder van alle heilsstaatverhalen, stelt prof. Bob de Graaff, hoogleraar veiligheidsstudies, in zijn werkkamer op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. In zijn boek ”Op weg naar Armageddon” laat hij zien welke effecten het laatste Bijbelboek heeft gehad. „Het is een boek van tegenstellingen: Wij tegen zij, de eersten tegen de laatsten, de zuiveren tegen de onzuiveren. Dit kom je in elke utopische mythe nadien tegen.”
De Graaff had het boek Openbaring in zijn rooms-katholieke opvoeding niet meegekregen. „Ik ben maar zo onbevangen mogelijk gaan lezen, in verschillende Nederlandse vertalingen. Ik vond het fascinerend. Niet alleen het kosmische karakter, maar ook de visuele beelden. Je ziet het eigenlijk gewoon gebeuren.”
De boodschap van „Johannes van Patmos”, zoals De Graaff de apostel noemt, is niet alleen een godsdienstige, meent de onderzoeker. „Het boek zit vol maatschappijkritiek. De vorsten moeten buigen, en de vernederden worden verhoogd. Daarmee overtroeft de auteur de machthebbers die hem hadden verbannen. Heel slim. Maar ook gevaarlijk. Elke heerser zal dit soort verhalen wantrouwen.”
Johannes zelf zegt dat hij de boodschap van een engel heeft gekregen.
„Dat kan. Zo’n element van openbaring zie je bij heel veel auteurs. Hun waarheid er is een van buitenaf, en daarom de waarheid.
Ik ga niet strijden over het ontstaan van Openbaring, maar ik kijk naar de historische gang van dit boek, waarop Johannes zelf geen invloed heeft kunnen hebben. Sommigen lezen het allegorisch, maar de wederdopers hebben het gebruikt als een politieke leidraad.”
Jezus zegt: Zalig zijn de zachtmoedigen, zíj zullen de aarde beërven. Valt dat te verzoenen met een fanatische uitleg van Openbaring?
„Dat lijkt mij niet. Fanaten zijn niet zachtmoedig. Hoewel: ook zij spreken over liefde. Che Guevara zegt: Ik moet haten om lief te hebben. En zo is het ook gegaan met gewelddadige sektes. Die streefden niet naar een paradijs voor iedereen, maar alleen voor henzelf.”
Wat zijn fanaten eigenlijk?
„Fanaten worden gedreven door een sterke verwachting van de eindtijd met een blijvende heilstoestand daarna. Zij zien een wezenlijke rol voor de mens in de apocalyps. Fanaten willen de komst van de heilstaat bespoedigen door geweld. Zeg maar: als steun in de rug van God.
Fanatisme is de extreme reactie op de toekomstverwachting. Rond alle utopieën zie je vier houdingen. De eerste is die van berustend afwachten. Een stapje verder gaan de contemplatieve daden –zoals meditatie en gebed– om het beloofde dichterbij te brengen. Een andere houding is het stichten van een kleine kolonie, als een voorlopig verblijf. En de laatste is de gewelddadige variant, waarin de geschiedenis wordt versneld. Dat is fanatisme.”
Is dat wat wij kennen als terrorisme?
„Nee. Terrorisme is een kunstje, weliswaar een vervelend kunstje. Maar als Corsica zich wil afscheiden van Frankrijk en daarvoor bommen gebruikt, is dat terrorisme en geen fanatisme.
Fanatisme kenmerkt zich door een lonkend perspectief. Er moet een ideaal op de horizon staan. En dat ideaal is doorgaans het volstrekte tegendeel van wat de mensen nu beleven. Armoede wordt rijkdom, onderdrukking wordt vrijheid. Daar zit een sterk emotioneel appel in. Vanuit die spanning is het mogelijk mensen te motiveren om met fakkels en hooivorken de straat op te gaan. Dat hebben we gezien bij de diverse revoluties, in Frankrijk en Rusland. Maar ook bij de wederdopers die in de zestiende eeuw het godsrijk in Münster wilden vestigen.”
Hoe krijg je met een utopie mensen in beweging?
„Door te zeggen: Jullie geloven wel iets, maar jullie zijn te slap. Te berustend. Johannes van Patmos verwijt de mensen van Laodicea dat ze te lauw zijn. Dit komt in vrijwel alle fanatische geschriften terug. De mensen moeten niet lauw zijn, maar in vuur en vlam staan. Lauwen zijn erger dan de echte vijanden. Ze moeten geen compromissen sluiten, maar de enige echte waarheid onder ogen zien. Zich niet langer laten vernederen, maar in actie komen.”
Dat lijkt niet iets waar je in een welvaartsstaat bang voor hoeft te zijn.
„Tenzij iemand een ander perspectief kiest. Zo is er een groep geweest die bij de huidige bevolkingsomvang een vreselijke milieuramp voorspelde, die alleen kon worden afgewend als 80 procent werd afgeslacht. Dat is de zogenaamde ecologische apocalyps.
Meestal is het bij fanatici zo: hoe dichter bij de ondergang, hoe nader de redding. Dat is natuurlijk heel apart. Kleine veranderingen wijst men vaak af als onhaalbaar, maar de grote omwenteling ligt ineens zomaar in het verschiet.
Als je grote fanatische boeken terugleest, begrijp je vaak niet dat die zo’n impact hebben gehad. Hitlers ”Mein Kampf” is vrij onsamenhangend gereutel. Maar in zijn tijd was hij de best verkochte auteur. Ook Rousseau had een miljoenenpubliek. Blijkbaar raakten ze in hun tijd toch een snaar bij de ellendige massa.”
Welke plaats heeft religie in het fanatisme?
„Veel fanaten noemen zich niet religieus, maar verraden wel een godsdienstige achtergrond. Hun woordgebruik is typisch apocalyptisch. Niet vreemd, want het oerverhaal vinden we in de Openbaring.
Bij Johannes van Patmos vinden we de weeklacht: Hoe lang moeten we nog wachten? Maar ook de maatschappijkritiek: tegen de rijken en voor de armen. In alle twintig eeuwen daarna zijn dit steeds de wezenskenmerken gebleven.”
De Graaff slaat zijn boek open bij een tekening van de Russische Revolutie. Een smid en een boer staan aan weerszijden van een poort. Daardoorheen zien we een nieuwe wereld gloren, van landerijen en fabrieken, met een stralende zon op de achtergrond. Daaronder de spreuk van Lenin: „Wij gaan alles vernietigen en op de ruïnes zullen wij onze tempel bouwen.” De Graaff: „Iemand zei: In dit plaatje zit eigenlijk alles. Dat klopt. Je ziet hier ook dat de revolutie dus iets religieus heeft.”
Het nieuwe Jeruzalem in Openbaring is eeuwenlang als metafoor gezien. Maar sinds 1948 is er weer een staat Israël, met het echte Jeruzalem als hoofdstad. Heeft dat een impuls gegeven aan de christelijke verwachting?
„Ja, vooral bij de christelijke zionistische beweging in Amerika. Daar ziet men 1948 en 1967 als stappen naar de eindtijd. De Joden vestigen zich in Palestina, maar daar zullen uiteindelijk slechts 144.000 tot het christendom bekeerde Joden van overblijven. Sommigen zien Hitler zelfs als helpende hand. Duidelijk is dat er nog nieuwe catastrofes nodig zijn. Velen verwachten een atoomoorlog.
In de zestiende eeuw lag het echte Jeruzalem nog te ver weg, en daarom kozen de doperse radicalen Münster maar. Maar in onze kleine wereld van vandaag is dat niet meer nodig.
Nu zie je dat apocalyptici uit drie godsdiensten zich op het echte Jeruzalem richten: joden, christenen en moslims. Heel vreemd is dat hun verhalen soms in elkaar overvloeien. Het woord Armageddon bijvoorbeeld komt in de Koran niet voor, maar in islamitische geschriften zie je het terug. Zo reageert men op elkaar.”
Het valt op hoeveel messiasachtige figuren in uw boek rondwandelen. Horen die bij het fanatisme?
„Niet per se, maar je ziet ze veel terug. Hitler is een goed voorbeeld. Zelf dacht hij nog dat hij een Johannes de Doper was, maar het publiek overtuigde hem ervan dat hij echt de verlosser was.
Goebbels schreef in de jaren twintig in zijn dagboek over zijn bekering tot het nationaalsocialisme. Daarin zie je hoe sterk zijn heilsverwachting van Hitler was. Daarin zien we opnieuw het contrast: vandaag de ellende, maar aan de horizon gloort het eerherstel voor het grote Duitse volk.
Essentieel is dat iemand ”het verhaal” vertelt. Zo iemand moet het licht hebben gezien. Het liefst ook in een dramatische gebeurtenis, zoals Rousseau onder de boom of Hitler toen hij blind was door een gifgasaanval. Alleen wie het licht heeft gezien, kan de massa leiden. En dan maar hopen dat de massa inderdaad in beweging komt.”
Ook in Nederland zijn de laatste tijd nogal eens messiassen opgedoken. Fortuyn voelde zich bijvoorbeeld geroepen Nederland te redden, en hij beloofde Rotterdam af te breken en weer op te bouwen.
„Daar heb ik tijdens het schrijven natuurlijk ook wel eens aan gedacht. Maar toch zou ik het Nederlandse populisme geen fanatisme willen noemen.
Kenmerkend voor mensen als Fortuyn en Wilders is dat ze op het verleden gericht zijn. Ze willen terug naar de tijd voor de massa-immigratie. Naar Nederland van de jaren 50. Populisten mopperen wel, maar vertolken geen mythe. Ze hebben geen verlokking voor 2020. De fanaticus is echter allesbehalve nostalgisch, maar wil met de katapult naar de toekomst.”
Wat heeft dit boek met uzelf gedaan?
„Dit is mijn dertigste boek of zo, maar geen ervan is zo onder mijn huid gekropen als dit. Ik heb er ook jaren aan gewerkt.
Tijdens het schrijven luisterde ik vaak naar het lied ”Dambala” van Nina Simone. Dat gaat over het ach en wee van de slaven in Amerika. Zo’n lied zegt: Hoe lang nog? Ik heb daar sympathie voor, maar ik huiver als ik aan de wraak denk.
Ik ben zelf humanist, maar ik wilde de discussie over religie aangaan. Er zijn wetenschappers die handenwrijvend vaststellen dat alle voorspellingen niet zijn uitgekomen. Ik houd daar niet van. Ook na 11 september 2001 konden veel deskundigen niet geloven dat een oprechte religieuze overtuiging tot geweld zou leiden. Ze dachten dat het een sausje was voor iets anders, iets materieels.
Dat is een typisch westerse seculiere visie, waarbij wordt vergeten dat het secularisme wereldwijd niet vanzelfsprekend is.
Van dit boek heb ik geleerd dat de verwachting van gerechtigheid in de eindfase een algemeen menselijk gegeven is. Fanatisme zal er dus altijd blijven. Het gaat door! Dat is best wel schrikken, als je weet dat er steeds meer mogelijkheden voor geweld zijn. En daarmee is mijn boek zelf bijna een apocalyptisch boek geworden.”
Boekgegevens
”Op weg naar Armageddon. De evolutie van het fanatisme”, Bob de Graaff; uitg. Boom, Amsterdam, 2012; ISBN 978 946 105 46 30; 755 blz.; € 29,90.