Rooms-katholieke priester Manuel Aguas wordt protestant
Dat Manuel Aguas (1830-1872) de bijnaam ”Luther van Mexico” heeft gekregen, kan niet op de verrichte hoeveelheid hervormingswerk slaan: al kort na zijn overgang tot het protestantisme overleed hij. Wel werd hij gedreven door vergelijkbare idealen als Luther.
Een Mexicaanse krant schrijft op 11 april 1871: „Ze zeggen dat pater Manuel Aguas protestant geworden is. Dan krijgen de protestanten er een formidabele prediker bij!” Aguas’ superieur, het hoofd van de orde der dominicanen, wil daar natuurlijk het zijne van weten. Hij schrijft hem onmiddellijk een brief. Vier dagen later antwoordt Aguas.
Het wordt een doorwrocht document. Dankzij een overvloed aan Schriftbewijs kan het tegelijk gebruikt worden als evangelisatiefolder. Aguas’ verweerschrift verschijnt ook in de kranten, zodat het na enkele weken zelfs te lezen valt in de verste uithoeken van het immense Mexico, dat bijna vijftig keer zo groot is als Nederland. Niet eerder was het in dit land voorgekomen dat een rooms-katholieke geestelijke schriftelijk verantwoording aflegde van zijn overgang tot het protestantisme.
Het verweerschrift bevat de weerlegging van alle waarheden die de RK-Kerk steeds had verdoezeld. En tegenover de zekerheid van de zaligheid door het geloof in de Gekruisigde, citeert Aguas uit een willekeurige dialoog tussen een biechteling en een rooms-katholieke priester. Op al zijn verontruste vragen, legt de priester hem steeds weer nieuwe verplichtingen op. En het resultaat? Martelende onzekerheid! Helaas geeft deze dialoog schrijnend de werkelijkheid weer zoals u die in dit land talloze malen kunt waarnemen, schrijft Aguas.
Aguas steekt zijn bekering niet onder stoelen of banken: „Waarom zou ik het ontkennen dat ik protestant geworden ben, dat wil zeggen: werkelijk een christen, een discipel van Jezus. Ik wens mijn Zaligmaker nooit, maar dan ook nooit te verloochenen. Integendeel, met ingang van aanstaande zondag (23 april) zal ik deze gekruisigde Heere verkondigen in de San José de Gracia.” De San José is een kerk in hartje Mexico-stad, die recent door een Amerikaanse anglicaanse zendeling was aangekocht van de regering. Deze zondag zijn er 1500 stoelen klaargezet, maar dat blijkt lang niet voldoende. Velen moeten met een staanplaats genoegen nemen.
Kernen
Het is opvallend, maar niet onverklaarbaar, dat de bekering van Aguas plaatsheeft nog voordat, vanaf 1872, Noord-Amerikaanse protestanten de eerste officiële pogingen tot zending en kerkstichting in Mexico ondernemen. In de eerste helft van de 19e eeuw zijn er in het land kleine kernen van protestantisme ontstaan. Het gaat doorgaans om immigranten en militairen uit Europa of Amerika, die met Mexicanen over hun geloofsovertuiging spreken. Ook worden er Bijbelstudies gehouden onder leiding van colporteurs van Amerikaanse en Engelse Bijbelgenootschappen. Dat alles was onder het Spaanse koloniale bewind onmogelijk geweest. Maar sinds Mexico in 1821 onafhankelijk werd van Spanje, en zeker na het aantreden van de liberale president Benito Juárez, is er, met vallen en opstaan, meer vrijheid van godsdienst gekomen en zijn aan de machtige RK-Kerk zelfs vele voorrechten ontnomen.
Met zo’n kern van protestanten in Mexico-stad was Manuel Aguas in contact gekomen. Eerder echter had hij op eigen initiatief de Bijbel grondig bestudeerd. Dat vloeide nu juist voort uit een belangrijke taak die hem als pastoor was opgedragen en die hij met overtuiging en succes had uitgevoerd: het in de kiem bestrijden van „die pest van het protestantisme, die Mexico nu meer kwaad zal berokkenen dan ooit.” Zijn ijver en welsprekendheid blijven niet onopgemerkt. Al spoedig wordt hij gepromoveerd tot biechtvader van de kanunniken van de kathedraal van Mexico-stad. Ondanks deze erkenning kan Aguas de onrust in zijn geweten niet kwijtraken. „Ik had geen rust voor mijn ziel en twijfelde aan mijn zaligheid: nooit had ik het gevoel dat ik genoeg goede werken deed om zalig te worden.” Juist in die tijd krijgt hij een protestants pamflet in handen. Dat wil hij te lijf gaan met „mijn roomse arsenaal aan wapens.” Maar… als hijzelf het nu eens bij het verkeerde eind heeft?
Merle
Koortsachtig werpt Aguas zich op het onderzoek van „alle protestantse boeken en folders die hij maar in handen kan krijgen.” Daar is ook bij het standaardwerk over de geschiedenis van de Reformatie van de 16e eeuw, door J. H. Merle d’Aubigné, de Geneefse predikant wiens prediking voor Groen van Prinsterer zo belangrijk is geweest. Aguas heeft dit werk grondig bestudeerd. Maar meer dan ieder ander boek, schrijft hij later, is het bestuderen van de Bijbel hem tot zegen geworden. „Toen begon ik het licht dat van de Heere Zelf kwam te zien.” Hij zag in hoe sterk het roomse systeem in strijd was met de Bijbelse leer. „En eindelijk vond ik de vrede voor mijn ziel, waar ik zo naar had verlangd.”
Dan is het voor Aguas ook niet langer mogelijk om rooms priester te blijven. Hij legt zijn ambt neer, maar maakt nog niet wereldkundig dat hij protestant geworden is. Om voorlopig in zijn onderhoud te voorzien opent hij een medische (homeopathische) praktijk, waartoe hij bevoegd is dankzij een vroegere studie. Hij gaat nu kerken bij wat hij zelf noemt de ”Protestantse Kerk in oprichting”, een groep die wordt geleid door de anglicaanse zendeling Henry C. Riley. Dat Riley durfde evangeliseren „midden in een baaierd van de grofste afgoderij en omringd door vijanden”, is voor Aguas een grote stimulans geweest om ook openlijk voor „het geloof in Jezus” uit te komen, waarvan zijn verweerschrift van april 1871 overduidelijk getuigenis aflegt.
Excommunicatie
Binnen enkele weken volgt er van rooms-katholieke zijde een reactie op het vrijmoedig getuigenis van Aguas en zijn preken in een protestantse kerk. Op 21 juni 1871 verklaart het Kerkelijk Tribunaal van Mexico-stad hem schuldig aan „geloofsafval, het schenden van zijn priesterschap en kloostergeloften, en het verwekken van een groot schandaal door het in woord en geschrift propageren van zijn ketterijen.” De uitspraak noemt hem „afvallig, ketters, het spoor bijster, schismatiek, opstandig, halsstarrig, misleid, misdadig, beledigend, immoreel, een geestelijk wrak, afbrekend, respectloos, ongehoorzaam, laf, verderfelijk, rebels en ondankbaar aan de katholieke kerk.” Met verwijzing naar onder meer het concilie van Trente, wordt de banvloek over hem uitgesproken en wordt hij geëxcommuniceerd. Het gerechtshof hoopt dat hij nog „berouw krijgt en terugkeert in de schoot van de Heilige Moederkerk en de vaderlijke armen van God, Die vol barmhartigheid op hem wacht.”
Opnieuw verweert Aguas zich. Anders dan in zijn eerste verweerschrift, gericht aan het hoofd van zijn orde, benadrukt hij in dit epistel aan de aartsbisschop dat hij en de protestanten goede en trouwe Mexicanen zijn, wat van de rooms-katholieken, met hun beroep op Rome, „en hun heulen met onze koloniale onderdrukkers, de Spanjaarden”, niet gezegd kan worden.
Na zijn excommunicatie wordt Aguas door de vooraanstaande katholieke theoloog Javier Aguilar Bustamante uitgedaagd voor een openbaar debat op 2 juli 1871. De kerk, opnieuw de San José de Gracia, is afgeladen. Dr. Aguilar komt echter niet opdagen. De kranten hadden er al op gezinspeeld dat de aartsbisschop het hem verbieden zou. Aguas en zijn protestantse collega-predikant houden gewoon toch een dienst. „Vanwaar dit vernederend schuwen van het debat?” vraagt Aguas zijn publiek. „Ongetwijfeld omdat men wist dat ik dit Boek in handen zou hebben, deze Heilige Schrift, het tweesnijdend scherp zwaard, dat Rome dodelijk treft altijd wanneer het zich daarmee wil meten.” In het vervolg van zijn toespraak staat Aguas stil bij het optreden van Zwingli en uitgebreid bij Luther op de rijksdag in Worms, in wiens zielsworsteling en optreden hij zich ten volle herkent. Niet voor niets is Aguas door een kerkhistoricus de ”Luther van Mexico” genoemd.
Ook deze magistrale toespraak wordt in druk uitgegeven. En met onverminderde ijver werkt Aguas verder aan de stichting en toerusting van groepen protestanten op diverse plaatsen. Weldra wordt hij gekozen tot bisschop in zijn kleine episcopaalse kerkverband. Voordat hij gewijd wordt, overlijdt hij echter, op 18 oktober 1872, nog maar 42 jaar oud. Ook in Mexico zijn de velden nog steeds wit om te oogsten. Maar de cijfers (zie kader) laten zien dat Aguas en zijn geestverwanten niet tevergeefs hebben gewerkt en gehoopt.
Carlos Martínez García van het Centrum voor bestudering van het Mexicaans protestantisme (Cenpromex) heeft recent veel over Aguas gepubliceerd en bereidt een boek over hem voor.
reformiert-online.net cenpromex.org.mx
Duizend keer zalig
„Het enige wat mijn milde Bevrijder van mij vraagt, is dat ik van harte in Hém geloof. En nu ik dat doe, ben ik vrij. Dankzij de waarde van het dierbare bloed van Jezus zijn mijn zonden weggenomen, hoe enorm groot die ook waren. Omdat de verlossing die mijn Zaligmaker heeft aangebracht meer dan voldoende is, weet ik dat ik nu vrij ben van alle schuld, van alle straf, en dat ik met mijn God helemaal in het reine ben. Dat geloof ik en ik wil het wel duizend keer herhalen: ik heb vergeving, ik ben gered, ik ben gelukkig en zalig!”
(Manuel Aguas, verweerschrift, april 1871.)
Protestants Mexico
Bijna 150 jaar na de opvallende preek van Manuel Aguas is van de circa 112 miljoen Mexicanen ongeveer 88 procent katholiek en een snel groeiende minderheid van 6 à 8 procent protestant, een veel hoger percentage dan bijvoorbeeld in Frankrijk en Spanje. Van deze protestanten behoort circa 10 procent tot de historische kerken (presbyterianen, baptisten, methodisten, doopsgezinden/mennonieten, nazareners); circa 22 procent tot de pinkster- of neopinksterkerken; de aanzienlijke rest hoofdzakelijk tot onafhankelijke pinkster- of charismatische groepen. De Mexicaanse staat is aconfessioneel en er is vrijheid van godsdienst; wel wordt er geregeld geklaagd over discriminatie van protestanten in vooral de zuidelijke staten, met name Chiapas, waar het meermalen tot ernstige en zelfs gewapende conflicten komt.