Impuls voor onderzoek naar piëtisme
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft een subsidie toegekend voor onderzoek naar piëtisme en opwekking in Europa en Noord-Amerika van circa 1650 tot 1850.
Drie instellingen uit Amerika, Nederland en Zweden werken samen in het project: het Huizinga Instituut voor Cultuurgeschiedenis, de Emory University in Atlanta en de universiteit van Umeå in Zweden.
Doel van het project is de ontwikkeling van een cultuurhistorische aanpak van het onderzoek naar vroomheidsbewegingen in de achttiende en de negentiende eeuw. Internationale vergelijking is daarbij onmisbaar, zegt initiatiefnemer dr. F. A. van Lieburg van het Centrum voor Nederlandse religiegeschiedenis (VU). „Juist ook omdat er binnen het piëtisme en de opwekkingsbewegingen zelf vele internationale contacten bestonden.”
Het project bevordert de reeds toenemende integratie van het Angelsaksische puritanisme- en methodismeonderzoek met het klassieke piëtismeonderzoek van het Europese continent. Deze laatste traditie is echter sterk door Duitsland gedomineerd, zodat het nieuwe project mede voorziet in de versterking van de rol van kleinere landen (zoals Nederland en de Scandinavische landen) in het onderzoek van de brede protestantse vroomheidsbeweging.
De totale financiële omvang is zo’n 35.000 euro, waarvan 70 procent wordt bijgedragen door het NWO.