Haken en ogen aan Obamacare
NEW YORK – De omstreden ziektekostenverzekering vormt een belangrijk thema in de Amerikaanse verkiezingscampagne. Terwijl de kandidaten elkaar de loef afsteken over ”Obamacare”, proberen bedrijven op alle mogelijke manieren onder hun verplichtingen uit te komen.
Diverse presidenten beten er hun tanden op stuk. Dat de Amerikaanse gezondheidszorg dringend aan hervorming toe was, zag iedereen wel in. Maar over de vraag welke rol de overheid daarin moet spelen, zijn de meningen tot op de dag van vandaag verdeeld.
Te beginnen met de ziektekostenverzekering. Miljoenen Amerikanen waren decennialang onverzekerd, met alle gevolgen van dien. Pogingen om een sluitend centraal stelsel op te zetten, strandden steevast op de diepgewortelde Amerikaanse opvatting dat de overheid zich zo weinig mogelijk met de private zaken van burgers moet bemoeien.
President Obama zette echter door, conform de belofte die hij tijdens zijn vorige verkiezingscampagne deed. Obamacare kwam na veel politiek gesteggel van de grond en zou in theorie alle Amerikanen tegen ziektekosten moeten indekken.
In theorie, want in de praktijk blijkt het systeem nogal wat gaten te bevatten. De Affordable Care Act, zoals het plan officieel heet, verplicht bedrijven met meer dan vijftig fulltimewerknemers een ziektekostenverzekering voor hun personeel af te sluiten. Anderzijds hoeven ondernemingen geen verzekering te nemen voor parttimers, gedefinieerd als mensen die minder dan dertig uur per week werken.
En daar zit precies de ontsnappingsmogelijkheid waarvan steeds meer bedrijven gebruikmaken. Neem Stevens & Boulder, een instelling voor financiële dienstverlening in Lower Manhattan. De onderneming heeft zo’n honderd werknemers in dienst. Inmiddels is bijna driekwart van het personeel op een contract van minder dan dertig uur gezet.
„Dat bespaart ons 75 keer 5000 dollar, ofwel 375.000 dollar in totaal per jaar”, zegt mede-eigenaar Pete Stevens. „Het kan voor ons net het verschil zijn tussen zwarte en rode cijfers.”
Stevens & Boulder is slechts een van de voorbeelden van middelgrote bedrijven. In grotere ondernemingen zijn de belangen navenant omvangrijker. Zo heeft restaurant- keten Darden Restaurants in totaal 185.000 werknemers in dienst. Het bedrijf heeft eveneens driekwart van het personeel onder de dertigurennorm weten te krijgen. Besparing: een kleine 700 miljoen dollar op jaarbasis. En ze zijn bepaald niet de enige die met succes de mazen van de wet opzoeken.
Daarmee komt ook de morele motivatie van Obamacare onder druk te staan. De wetgeving was vooral bedoeld als sociaal vangnet voor de zwakken in de samenleving. De Amerikaanse maatschappij stond traditioneel bekend om haar hardheid. Als je economisch succesvol bent, kun je het ver schoppen. Maar als je het niet redt, ben je vrijwel volledig aan jezelf overgeleverd. Obamacare moest daar verandering in brengen. Maar als het bedrijfsleven, dat een belangrijk deel van de kosten van het plan moet opbrengen, massaal onder zijn verplichting probeert uit te komen, wordt het ideaal al snel door de werkelijkheid ingehaald.
En dan is er nog de groep Amerikanen die überhaupt buiten de boot valt. Onder de imposante Brooklyn Bridge bivakkeert Jon Rogers. Zijn bezittingen sjouwt hij in een boodschappenkarretje mee. Lang haar, ongeschoren, een dikke bontmuts op.
Ziektekostenverzekering? Rogers kan zijn lachen niet inhouden. „Voor mij?” zegt hij met rauwe stem. „Ik weet dat er een speciale voorziening in Obamacare is voor mensen die het niet breed hebben. Dan kun je geloof ik voor 50 dollar per maand een polis afsluiten. Maar ik verdien nog geen 50 dollar per jaar. Ik zal moeten wachten tot ik 65 ben, dan kom ik misschien in aanmerking voor Medicare (een voorziening die ziektekostenverzekering voor onder anderen bejaarden en jongeren met een handicap biedt, RD). Maar tegen die tijd ben ik er denk ik allang niet meer.”
Een hard systeem? Rogers: „Misschien wel. Maar ik moet ook eerlijk zijn. Ik heb het aan mezelf te wijten dat ik op straat leef. Ik had een baan en een gezin. Als ik maar niet aan de coke was geraakt. Dan had ik nu gewoon een ziektekostenverzekering kunnen betalen.”
Uit een groezelige plunjezak haalt hij een vergeelde foto te voorschijn. „Kijk dat zijn mijn vrouw en kinderen”, wijst hij peinzend. „Al jaren niet meer gezien. Ik zou hen niet eens meer herkennen, denk ik.” In zijn ogen blinkt een traan. „Nou ja, ik hoop dat ze het goed genoeg hebben om een ziektekostenverzekering te kunnen betalen.