Aantal christenen in Nepal sterk gegroeid
HELVOIRT – Het christendom is in het voormalige hindoekoninkrijk Nepal explosief gegroeid. Naar schatting zijn er momenteel 2 tot 2,5 miljoen christenen in Nepal, aldus dr. Deependra Gautam, kenner van de Nepalese kerk.
Tijdens de Europese Nepal Conferentie van vrijdag tot en met zondag in het Brabantse Helvoirt plaatsheeft, werd vrijdag duidelijk waarom die sterke aanwezigheid van christenen tot in de hoogste kringen zo’n opmerkelijk feit is.
De Nepalees dr. Deependra Gautam uit Pokhara, een door toeristen veel bezochte stad in Centraal-Nepal, legde uit waarom de aanwezigheid van de christelijke kerk in het voorheen zo gesloten Nepal als een wonder kan worden beschouwd.
Gesloten land
Het land Nepal, dat sinds eeuwen door een hindoeïstisch vorstenhuis werd geregeerd, was tot 1952 een gesloten land waar geen enkele andere godsdienst werd getolereerd.
In 1952 werd de eerste kerk door de vader van dr. Gautam gesticht. Ter gelegenheid van dit zestigjarig jubileum christelijke kerk in Nepal organiseerden de twee koepelorganisaties International Nepal Fellowship (INF) en de United Mission to Nepal (UMN) dit weekend in Helvoirt de Europese Nepal Conferentie 2012 met als thema ”Het Verhaal van Gods Koninkrijk” (God’s Kingdom Story). Daarbij zijn ongeveer 200 mensen aanwezig van over de hele wereld. Tijdens de conferentie is de vernieuwde versie van het boek ”Light Dawn in Nepal” van de Amerikaan Tom Hale gepresenteerd, dat een overzicht biedt van de zestigjarige geschiedenis van de kerk in Nepal.
Verwevenheid
Dr. Gautam, die directeur is van International Nepal Fellowship (INF), die christenen in het land ondersteunt, vertelde tijdens een van de lezingen gisteren over de verwevenheid van de geschiedenis van zijn familie met die van de Nepalese kerk. De Gataums zijn ”brahman” en behoren daarom tot de hogere kaste. Zijn vader, Sagar Gautam, was tevens een ”buddhi”, een hindoeïstische wijsheidsleraar.
Buddhi Sagar Gautam trouwde enkele malen en verloor ook weer enkele malen zijn vrouw en al zijn kinderen. Hij dacht dat de hindoegoden het op zijn ondergang hadden gemunt.
Na de dood van zijn derde vrouw was hij in Ceylon en kreeg van zendelingen traktaatjes. Sagar Gauta accepteerde deze, maar dacht dat die op hem als hindoeleraar geen indruk zouden maken. Het tegenovergestelde gebeurde echter. Buddhi Sagar Gautam kwam tot bekering en juist hij mocht de christelijke kerk in Nepal planten.
Tot 1950 was in Nepal elke vorm van zending of openlijke evangelisatie verboden. Vanaf 1952 kwam er enige openheid en mochten buitenlanders het land in. Christelijke Nepalezen die net over de grens met India woonden, stonden te popelen het Evangelie bij hun landgenoten te brengen.
Deze pioniers, gesteund door buitenlandse zendingsorganisaties, richten de Nepali Evangelistic Band (NEB), de voorloper van INF, op. Sagar Gautam stelde zijn land en bezittingen ter beschikking voor zendingsdoeleinden.
Uitvalsbasis
In 1952 werd in Pokhara de eerste christelijke kerk, de Ram Ghatkerk, gesticht. Vanuit deze uitvalsbasis werden overal in het land klinieken gebouwd en scholen gestart.
Omdat openlijke evangelisatie in Nepal verboden was, moesten de uitgezonden krachten van vele buitenlandse zendingsorganisaties onder het mom van ontwikkelingswerk met de Nepalezen samenwerken. Het zijn vooral de United Mission Nepal (UMN) en de International Nepal Fellowship (INF), beide koepelorganisaties, die in Nepal actief zijn. Vanuit Nederland zijn middels de GZB en Interserve zendingswerkers naar Nepal uitgezonden.
UMN en INF doen veel aan medische zorg en opleidingen voor Nepalezen. Volgens dr. Gautam voert de overheid een bewuste politiek om het kastenstelsel te doorbreken. Hij noemde het opmerkelijk dat in Nepal in tegenstelling tot het naburige India ook onder de hogere kringen en regeringsaristocratie relatief veel christenen zijn.