Vraag een Amerikaans schoolhoofd bescheiden of je een paar jongeren kunt spreken over de komende presidentsverkiezingen en er wordt meteen een heus debat georganiseerd. De sporthal wordt tot conferentiezaal omgebouwd. Op het podium een panel van acht politiek geïnteresseerde studenten en voor hen een gehoor van een man of zestig, zeventig.

De aanpak mag dan Amerikaans zijn, de band met Nederland is op deze school nooit ver weg. Alleen de namen van de studenten spreken boekdelen: Vande Vrede, Van Grouw, Tanis.

Een korte peiling onder het publiek leert dat Barack Obama van deze Nederlandse immigrantengemeenschap weinig steun hoeft te verwachten. Slechts één leerling steekt aarzelend zijn hand op als wordt gevraagd wie er op 6 november op de zittende president zou stemmen.

De acht panelleden vertellen ter introductie kort op wie ze zouden stemmen en waarom. Dat levert weinig verrassingen op. Mitt Romney is bij iedereen de absolute favoriet. Ook de redenen van hun voorkeur lopen niet ver uiteen. De Republikeinse kandidaat is vooral populair omdat hij heeft toegezegd goed voor het bedrijfsleven te zullen zijn.

Ook op ethisch terrein scoort Romney duidelijk beter dan Obama. „Hij is antiabortus en tegen het homohuwelijk”, zegt Stefan Astrinidis. „Hij neemt een helder prolifestandpunt in.”

Het feit dat Romney het mormoonse geloof aanhangt, deert de studenten nagenoeg niet. Want van de christelijke levensovertuiging van president Obama hebben ze toch geen hoge pet op. „Obama presenteert zich als een christen”, zegt Melanie Tanis. „De Bijbel zegt echter duidelijk dat je als christen aan je vruchten zult worden gekend.”

Voor Stefan Astrinidis is Romney „het beste van twee kwaden.” Hij had liever de Republikein Ron Paul als presidentskandidaat gezien. Of hij het ook met de omstreden Israëlvisie van Paul eens is? „Israël is een soeverein land dat zichzelf moet bedruipen. Wij moeten eens ophouden om daar miljarden dollars heen te brengen.” Het publiek is het duidelijk niet met hem eens.

Wat zouden de panelleden als eerste doen als zij tot president van de Verenigde Staten zouden worden gekozen? Het Republikeinse partijprogramma kon het niet beter verwoorden. Zonder uitzondering klinkt het: „Belastingverlaging voor de middenklasse en een kleinere overheid.”

Het omstreden ”Obamacare” –verplichte ziektekostenverzekering voor elke Amerikaan– komt er bij de studenten niet best vanaf. Scott Vande Vrede zou het direct afschaffen als hij in het Witte Huis zou zitten.

Strookt dat wel met de Bijbelse notie dat de overheid zorg moet dragen voor de zwakken in de samenleving? Melissa Ruby: „De mensen moeten elkaar individueel veel meer helpen. Dat behoort niet tot de eerste verantwoordelijkheid van de regering.”

De laatste vraag komt van een leerkracht en heeft weinig met de verkiezingen van doen: „Hoe kijkt het Reformatorisch Dagblad aan tegen Geert Wilders?”