Mannen broeders
Handelingen 13:38
„Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt.” Nadat Paulus onweerlegbaar bewezen had dat Christus uit het geslacht Davids was voortgekomen, sprak hij: „Dit zij u bekend, mannen broeders.” Alsof hij zeggen wilde: Wij zijn allen uit één stamvader! Bedoelt u Abraham? Ja, maar dat maakt ons nog geen broeders! Adam is onze stamvader en in hem zijn wij één van bloed. Of u nu Israëlitische mannen of christelijke mannen of heidenen bent, wij zijn allen uit één bloed, en dat bloed is zonde voor God. Mannen broeders, noemt Paulus de Joden. Dat zijn wij óók, omdat wij allen uit Adam voortgekomen zijn. Hier helpt geen devotie, geen vroomheid of godzaligheid naar voorschriften van mensen. En daarom, omdat wij zo zijn, is de eeuwige zaligheid door ons verloren. Daarom zij het u bekend dat door Deze, door Jezus Christus –en dus niet door de paus of door aflaatverkopers!– aan u vergeving van zonden verkondigd wordt.
M. Luther (1483-1546)
(”Werken”, 1828)